De kennisgeving van een aangetekend schrijven is niet voltooid op het ogenblik van de verzending. De kennisgeving via e-mail is niet voltooid door de verzending van de e-mail. Enkel door aanvullend bewijs kan het tijdstip van ontvangst worden bewezen, zoals door een ontvangstmelding met leesbevestiging of een antwoord op de mail.
Uittreksel uit het NBW
Art. 1.5 Kennisgeving
De kennisgeving is de mededeling van een beslissing of een feit verricht door een persoon aan een of meer bepaalde personen.
De kennisgeving bereikt de bestemmeling wanneer deze ervan kennisneemt of er redelijkerwijze kennis van had kunnen nemen.
De kennisgeving langs elektronische weg verricht, bereikt de bestemmeling hetzij wanneer deze ervan kennis neemt, hetzij wanneer deze er redelijkerwijze kennis van had kunnen nemen voor zover dat, in die laatste hypothese, die bestemmeling voorafgaandelijk het gebruik heeft aanvaard van het elektronisch adres of van een ander elektronisch communicatiemiddel dat de persoon die de kennisgeving verricht, heeft aangewend.
Het derde lid van art. 1.5 NBW vindt zijn oorsprong in het feit dat het gebruik van e-mail om een verklaring over te maken aan de bestemmeling een risico van rechtsonzekerheid voor hem inhoudt. De kans bestaat immers dat de bestemmeling het e-mailadres niet meer gebruikt of dat de e-mail door antispamsoftware wordt tegengehouden. De bestemmeling aan wie zou worden verweten geen gevolg te hebben gegeven aan een e-mail (met mogelijke rechtsgevolgen tegen hem) moet worden beschermd. Teneinde de risico's rechtvaardig te verdelen, is het niet aan de bestemmeling om zich zorgen te maken om de goede ontvangst van het bericht, maar aan de verzender (die vrij is om aanvullende maatregelen te nemen, zoals de verzending van een aangetekende brief). Derhalve is het enkel wanneer het elektronisch adres is aanvaard dat het gemeen recht van de kennisnemingsleer wordt toegepast. Deze aanvaarding moet worden beperkt tot de context waarin ze is gegeven. Bij gebrek aan een dergelijke aanvaarding staat niets het gebruik van email in de weg, maar moet de verzender de effectieve kennis bewijzen van de bestemmeling. Het is dus in dit geval de verzender die het risico draagt (aangezien hij in voorkomend geval aanvullende maatregelen kan nemen om ze te voorkomen). Dezelfde beginselen gelden voor het gebruik van andere communicatiemiddelen dan een elektronisch adres.
Er wordt verduidelijkt dat de begrippen “gerechtelijk elektronisch adres” en “adres van elektronische woonstkeuze”, gedefinieerd in artikel 32 Gerechtelijk Wetboek, niet aangepast zijn aan de materie van het burgerlijk recht en het contractenrecht in het bijzonder. inderdaad, het gerechtelijk elektronisch adres wordt toegekend door de bevoegde autoriteit. Het burgerlijk recht moet daarentegen eveneens rekening houden met de mogelijkheid dat private elektronische adressen worden gebruikt. Het adres van elektronische woonstkeuze moet bovendien uitdrukkelijk worden vernieuwd voor elke betekening (artikel 32quater/1 Gerechtelijk Wetboek), wat niet aangepast is aan de noden van de praktijk.
(bron memorie van toelichting)
zie ook:
Art. 2281.oud B.W. <W 2000-10-20/40, art. 3, 006; Inwerkingtreding : 01-01-2001> Wanneer een kennisgeving schriftelijk dient te gebeuren om door de kennisgever te kunnen worden aangevoerd, wordt ook een kennisgeving per telegram, telex, telefax, elektronische post of enig ander telecommunicatiemiddel dat resulteert in een schriftelijk stuk aan de zijde van de geadresseerde, als een schriftelijke kennisgeving beschouwd. Hetzelfde geldt wanneer de kennisgeving slechts daarom niet in een schriftelijk stuk resulteert aan de zijde van de geadresseerde omdat deze een andere wijze van ontvangst hanteert.
De kennisgeving gaat in bij ontvangst ervan in de vormen genoemd in het eerste lid.
Ontbreekt een handtekening in de zin van artikel 1322, dan kan de geadresseerde de kennisgever zonder onnodig uitstel verzoeken om een origineel ondertekend exemplaar na te zenden. Doet hij dit niet zonder onnodig uitstel, of gaat de kennisgever zonder onnodig uitstel op dit verzoek in, dan kan de geadresseerde het ontbreken van een handtekening niet aanvoeren.