Het recht van opstal betreft een uitzondering op de regels van het verticaal eigendomsrecht en het recht van natrekking.
Voorafgaandelijk herinneren we even summier aan de de grondbeginselen van het verticaal eigendomsrecht volgens het aloude eigendomsrecht van het BW.
Let wel deze bepalingen dienen samen gelezen zo niet vervangen door het nieuwe opstalrecht ingevolge het NBW
Verticaal eigendomsrecht (onder het oude recht).
“cuius est solum, est usque ad sidera, usque ad inferos” ( ie eigenaar is van de grond, heeft recht heeft op en onder die grond van alle ruimte tot het hemelgewelf en tot in de “onderwereld”) .
"superficies solo cedit" , (hetgeen boven de wordt afgestaan aan de grond). Een object verliest zijn zelfstandig zakenrechtelijk statuut doordat het deel gaat uitmaken van de hoofdzaak, in casu de grond. Alles wat met de grond verbonden is, wordt zodoende tevens eigendom van de grondeigenaar (lees het natrekkingsbeginsel). Zie ook Accessorium sequitur principale (de bijzaak volgt de" hoofdzaak). De eigenaar van de grondoppervlakte heeft overeenkomstig dit principe het exclusieve gebruiksrecht op de verticale ruimtekolom binnen de grenzen van zijn erf. Zie ook de bepalingen in het burgerlijk wetboek.
Wettelijke basis: art. 552, eerste en tweede lid, art. 553 BW en art. 1 Opstalwet.
Uittreksel uit het oud burgerlijk wetboek:
Art. 552. De eigendom van de grond bevat in zich de eigendom van hetgeen op en onder de grond is.[eenheidsbeginsel]
De eigenaar mag op de grond naar goeddunken planten en bouwen, behoudens de in de titel Erfdienstbaarheden of grondlasten gestelde uitzonderingen.
Onder de grond mag hij naar goeddunken bouwen en graven en uit die gravingen alle voortbrengsels halen die zij kunnen opleveren, behoudens de beperkingen voortvloeiende uit de wetten en verordeningen betreffende de mijnen en uit de wetten en verordeningen van politie. (de uitzonderingen inzake delfstoffen, de diepe ondergrond (dieper dan 400 meter) en de nutsvoorzieningen zijn op uw casus niet van toepassing)
Om gestapelde eigendom mogelijk te maken kan onder bepaalde voorwaarden de eenheidswerking van de verticale natrekking worden doorbroken, zodat er lagen van eigendom kunnen ontstaan:
Klassiekers zijn
a) de appartementseigendom,
b) het erfpachtrecht en
c) het opstalrecht.
Voorwerp van opstal
Het voorwerp van een opstalrecht is een recht dat betrekking kan hebben op gebouwen, werken en beplantingen op een grond die eigendom is van degene die het opstalrecht verleent.
Inmiddels is het voorwerp van het opstalrecht door de nieuwe definitie sinds de aanpassing door de wet diverse bepalingen justitie van 25 april 2014 gewijzigd:
Het recht van opstal is een zakelijk recht dat de opstalhouder een tijdelijk eigendomsrecht verleent zonder dat hij een eigendomsrecht heeft op de grond en waarbij het recht van opstal zowel een volgrecht als een recht van voorrang heeft. Het recht van opstal dient steeds gevestigd te worden in een authentieke notariële akte.
Het recht van opstal maakt aldus een uitzondering uit op de wettelijke natrekking.
Nieuwe toepassingsmogelijkheden van het opstalrecht ingevolge de wetswijziging van 25 april 2004:
• Het verlenen van een tijdelijk recht tot het plaatsen van zonnepanelen, schotelantennes, GSM masten en andere inrichtingen op daken door de vestiging van een opstalrecht. Deze inrichtingen staan niet op de grond zelf en het recht kan gevestigd worden door degene die de rechten kan doen gelden op het dak zonder daarom eigendom te zijn van de grond.
• Het recht om de ondergrond te ontginnen, te boren, ondergrondse garages te plaatsen.
Anderzijds kunnen de rechten niet alleen verleend worden door de houder van het eigendomsrecht, maar ook door de houder van beperkte zakelijke rechten zoals de vruchtgebruiker, een erfpachthouder of zelfs een opstalhouder
Het bouwen van een nieuwe etage op een bestaand appartementsgebouw is een vorm van bouwen op andermans grond. Als constructie op andermans grond kan in de regel hierbij geen gebruik gemaakt worden van de rechtsfiguur “erfdienstbaarheid. Immers de bovenverdieping kan in de regel aanzien worden als een op zichzelf bestaanbare ruimte. Bovendien bestaat de bovenruimte nog niet bij de opbouw (vestiging) en is er dus geen sprake van een vooraf bestaand heersend erf. Het gebruik van de rechtsfiguur zelfstandig opstalrecht botst dan weer op de maximale tijdsduur van 50 jaar, hetgeen in de regel niet de bedoeling is bij het bouwen van een nieuwe etage. Hiertoe zal derhalve een nieuwe basisakte mede-eigendom worden opgesteld waarbij en waardoor de eigenaars van de bestaande kavels een deel van hun quotiteiten afstaan aan de eigenaars van de kavels op de hogere verdieping.
Let wel deze bepalingen ingevolge de wet van 2014 dienen samen gelezen zo niet vervangen door het nieuwe opstalrecht ingevolge het NBW