"Chaque baron est souverain en sa baronnie, mais le roi est souverain par dessus".
Hedendaagse vertaling:
Op eigendom is de eigenaar heer en meester, behoudens de wetten en het gezag van de overheid.
Verwijzing burgerlijk wetboek naar de definitie van eigendom in art. 544:
Eigendom is het recht om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen.
Letterlijk:
Elke baron is heer en meester over zijn baronie, maar de koning is boven hem heer en meester.
Onverminderd de soevereiniteit van de koning over het hele grondgebied is de baron soeverein van zijn baronie.
De feodale verhoudingen waren in middeleeuwen en ancien regime bijzonder subtiel.
De bestaanbaarheid van de soevereiniteit van de baron versus de superlatieve soevereiniteit van de vorst, kan enkel begrepen worden, doordat de superlatieve soevereiniteit een horizontale soevereiniteit is, die beperkt blijft tot specifieke bevoegdheden.
Zo is de absolute macht beperkt tot een attributie gegeven aan de autoriteit die de grenzen van deze materiële bevoegdheid (macht) niet kan overschrijden en die al evenzeer in tijd en in ruimte beperkt is, tot het leven, de erfopvolging, het dulden van de monarch en tot het grondgebied waarover zijn autoriteit strekt.
De soevereiniteit zoals elke uitoefening van macht geldt aldus:
ratione loci
ratione personae
ratione materiae
tatione temporis
Elke absolute macht is derhalve relatief en de relativiteit van de macht van de tiran of dictator, bestaat uit de vaststelling dat zonder nomenclatura, zonder ridders, edelen, hielenlikkers, uitvoerders en zonder een volk die deze macht blijft ondergaan, de macht verdwijnt.