Herkenbald van Bourbon was een rechtvaardige rechter die zijn vonnissen velde zonder aanzien des persoons.
Toen op een dag zijn neef en opvolger zich vergreep aan een hofdame lag Herkenbald doodziek te bed, hetgeen hem niet belette om vanuit zijn bed zijn neef ter dood te veroordelen door ophanging..
Zijn dienaren voerden het vonnis in de overtuiging dat Herkenbald stervende was. Maar enkele dagen later was Herkenbald genezen en zag Herkenbald zijn neef lopen. Hij sommeerde hem tot bij hem tekomen en onthoofdde hem stond en eigenhandig.
Toen enige tijd later Herkenbald de dood voelde naderen naderen riep hij de bisschop bij zich voor de laatste sacramenten. De bisschop weigerde hem de hostie te geven, omdat Herkenbald volgens hem loog doordat hij het vertikte de onthoofding als een moord op te biechten.
Herkenbald had geen moord begaan maar gerechtigheid eigenhandig uitgevoerd zonder onderscheid van persoon, verwantschap of aanzien. Toen vroeg Herkenbald aan de bisschop: "Kijk nog ne keer in uw kelkske" – en zowaar bij mirakel was de hostie verdwenen en op Herkenbalds tong terechtgekomen. Door de legende ging Herkenbald de geschiedenis in als een eerlijk persoon die recht liet geschieden zonder zich te laten beïnvloeden.
Na het mirakel het drama:
Het grootste werk van de Meester Kunstschilder Rogier Van Van Der Weyden was precies de Geschiedenis van Herkenbald en Trajanus, een reeks schilderijen met monumentale afmetingen die hij voor de Gotische zaal van het Brusselse stadhuis schilderde. Het werk ging verloren in het bombardement van Brussel in 1695. Fotografie bestond toen nog niet en het werk is spijtig genoeg niet volledig gekopieerd op een paar fragmenten na.
We hebben enkel nog talrijke beschrijvingen en lofprijzingen die bezoekers er in de 15e, 16e en 17e eeuw neerschreven en uit fragmentarische kopieën en varianten (enkele tekeningen en een groot wandtapijt) die enkel de weemoed om dit verloren werk vergroten.
Het hele werk was bedoeld als een 'exemplum justitiae', een schrikwekkend voorbeeld voor de schepenen die recht dienden te spreken om hun taak gewetensvol uit te oefenen. Zij waren opgehangen recht tegenover de banken waarop de schepenen en rechters zitting hielden waardoor de rechters hadden deze 'exempelen' dus permanent dienden te aanschouwen. De panelen waren enorm van afmetingen met personages groter dan op ware levensggrote Het kunstwerk werd geroemd om de bijzonder geslaagde weergave van emoties.
Een Duitse geleerde kardinaal Nicolaus Cusanus die het werk had mogen aanschouwen was zo vol lof over Rogiers "Geschiedenis van Herkenbald en Trajanus" waarna hij het werk vermeldde in zijn boek "De visione Dei". In deze context noemde hij Rogier de "grootste der schilders"; Rogeri maximi pictoris.