Er bestaat inmiddels geen betwisting meer dat de notaris niet alleen een zorgvuldigheidsplicht heeft. Deze informatieverplichting is gebaseerd op het artikel 1382 en volgende van het burgerlijk wetboek.
Het gedrag van de notaris moet worden beoordeeld niet volgens de algemene normen maar wel volgens de strenge algemene zorgvuldigheidsnorm die toepasselijk is op de voorzichtige en redelijke notaris die zich bevindt in gelijkaardige feitelijke omstandigheden, zonder dat de beoordeling hierbij onredelijk mag zijn.
Voor wat de notariële voorlichtingsplicht betreft, dient voornoemd criterium in redelijkheid, dit wil zeggen in functie van de concrete feitelijke omstandigheden en refererend naar de zorgvuldige notaris, beoordeeld te worden. Hierbij dient er rekening gehouden met de hoedanigheid, de vorming en de ervaring van de partijen.
Deze plicht van de notaris heeft dus een suppletief karakter. De informatieplicht van de notaris kent dus ook beperkingen in die zin dat zij "evenredig" moet zijn met de feitelijke omstandigheden en met de ervaring om het kennisniveau van de partijen.
Voor een concreet toepassingsgevallen wordt er verwezen naar een arrest van het hof van beroep te Brussel deed dato 16 december 2008 en RABG 2009/12 pagina 826 met uitstekende noot, van Aileen Reniers, Over notariële aansprakelijkheid, bewijs van informatieverplichting en eenheid van intentie pagina 832 van het zelfde tijdschrift.
De notaris , dient te verifiëren of de betrokkene de draagwijdte van diens handtekening kan begrijpen en dient te wijzen op de gevaren van de akte en de belangen van de betrokken te vrijwaren.
De notaris moet partijen uiteraard wijzen op onevenwichtige afspraken: dit kadert in zijn informatie- en voorlichtingsplicht
Voor akten die manifest in strijd zijn met de billijkheid zou hij volgens bepaalde auteurs zelfs zijn ambt moeten weigeren.
Inbreuken op de voorlichtingsplicht leveren een fout op, die aanleiding geeft tot schadevergoeding (mits er schade is en het bewijs is geleverd van een causale relatie tussen deze schade en de fout).
Overeenkomstig artikel 9, paragraaf 1, lid 3 van de Organieke Wet notariaat moet de notaris elke partij altijd volledig inlichten over de rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit de rechtshandelingen waarbij zij betrokken is en moet hij ook aan alle partijen op onpartijdige wijze raad geven.
Uit de regels betreffende de bewijslast volgt dat de notaris dient te bewijzen dat hij zich van zijn plicht heeft gekweten om zijn cliënten, c.q. de partijen in te lichten, en niet dat laatstgenoemden het negatieve feit dienen te bewijzen dat de vereiste informatie hen niet werd gegeven.