Derde-medeplichtigheid impliceert de deelneming van een derde aan de rechtshandeling die ten grondslag ligt aan de wanuitvoering van de contractuele verbintenis (Cass. C.11.0522.F, 29 juni 2012).
De derde wiens handelwijze kan worden beschouwd als derde-medeplichtigheid aan contractbreuk, is op grond van de artt. 1382-1383 BW gehouden tot vergoeding van de door de benadeelde contractant geleden schade indien de voorwaarden daartoe vervuld zijn. De benadeelde contractant kan aldus aanspraak maken op de vergoeding van de schade die hij lijdt ten gevolge van de wanprestatie, namelijk het verlies van de voordelen die hij zou hebben verkregen zonder de wanprestatie van zijn wederpartij waaraan de derde medeplichtig is (Cass. 19 december 2019, RW 2020-2021, 56).
Een derde is aansprakelijk wegens derde-medeplichtigheid aan contractbreuk wanneer hij heeft deelgenomen aan de schuldige niet-nakoming door een partij van haar contractuele verbintenissen terwijl hij het bestaan van deze verbintenissen kende of behoorde te kennen.Een derde is aansprakelijk wegens derde-medeplichtigheid aan contractbreuk wanneer hij heeft deelgenomen aan de schuldige niet-nakoming door een partij van haar contractuele verbintenissen terwijl hij het bestaan van deze verbintenissen kende of behoorde te kennen.De derde-medeplichtigheid onderstelt de deelneming van een derde aan de rechtshandeling die ten grondslag ligt aan de niet-nakoming van de contractuele verbintenis. Hiertoe is het niet noodzakelijk dat de derde rechtstreeks met de contractuele schuldenaar heeft gecontracteerd, maar volstaat het dat hij wetens en willens deelneemt aan de niet-nakoming van de verbintenissen door de contractuele schuldenaar.
Het is niet vereist dat de vordering tegen de derde-medeplichtige aan contractbreuk betrekking heeft op andere schade dan deze die voortvloeit uit de contractbreuk
Rechtspraak en de rechtsleer die oordeelt dat de grondslag van de derde-medeplichtigheid aan andermans contractbreuk grondslag vindt in art. 1382-1383 BW:
• Cass. 22 april 1983, Arr.Cass. 1982-83, 1022, conclusie procureur-generaal E. Krings, Pas. 1983, I, 944, RW 1983-84, 427, RCJB 1984, 359, noot Y. Merchiers;
• Cass. 29 juni 2012, Pas. 2012, 1517; Cass. 12 oktober 2012, Arr.Cass. 2012, 2168, conclusie advocaat-generaal G. Dubrulle;
• L. Cornelis, Algemene theorie van de verbintenis, Antwerpen, Intersentia, 2000, 375;
• S. Stijns, Verbintenissenrecht, I, Brugge, die Keure, 2005, 228; W. Van Gerven m.m.v. S. Covemaeker, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2006, 243-245;
• C. Cauffman, “Derde-medeplichtigheid aan contractbreuk” in E. Dirix en A. Van Oevelen (eds.), Comm.Bijz.Ov., Mechelen, Kluwer, 2007, 7;
• S. Stijns en F. Van Liempt, “Derde-medeplichtigheid aan andermans contractbreuk” in V. Sagaert en D. Lambrecht (eds.), Actuele ontwikkelingen inzake verbintenissenrecht, Antwerpen, Intersentia, 2009, (37), p. 53-54, nr. 22;
contra:
• J.F. Romain, Théorie critique du principe général de bonne foi en droit privé. Des atteintes à la bonne foi, en général, et à la fraude, en particulier (fraus omnia corrumpit), Brussel, Bruylant, 2000, 553 en 557, die de grondslag zoekt in het adagium fraus omnia corrumpit) .
voorwaarden voor het welslagen van de vordering tot schadevergoeding op grond van derde-medeplichtigheid aan andermans contractbreuk:
• Voorafgaandelijk dient er voldaan te zijn aan de toepassingsvoorwaarden van art. 1382-1383 BW.
• Aanvullende voorwaarden
1) er moet een geldig contract zijn tussen de contractspartijen;
2) één van de partijen heeft zijn verplichtingen op schuldige wijze niet nagekomen;
3) de derde kende de contractuele situatie of behoorde haar redelijkerwijze te kennen;
4) de derde heeft aan de contractbreuk actieve medewerking verleend of heeft eraan deelgenomen doordat hij op de hoogte was of redelijkerwijze behoorde te zijn, van hoe de zaken in hun werk zijn gegaan.
Cassatie 12/10/2012, RW 2014-2015, 574 met noot: "Voor de buitencontractuele aansprakelijkheid op grond van derde-medeplichtigheid aan andermans contractbreuk is niet vereist dat de schade betrekking heeft op andere schade dan die welke voortvloeit uit de contractbreuk".