UIttreksel uit het wetboek van verzekeringen:Eigen recht van de benadeelde Art. 150. De verzekering geeft de benadeelde een eigen recht tegen de verzekeraar.
De door de verzekeraar verschuldigde schadevergoeding komt toe aan de benadeelde, met uitsluiting van de overige schuldeisers van de verzekerde.
Indien er meer dan één benadeelde is en het totaal bedrag van de verschuldigde schadeloosstellingen de verzekerde som overschrijdt, worden de rechten van de benadeelden tegen de verzekeraar naar evenredigheid verminderd ten belope van deze som. Niettemin blijft de verzekeraar die, onbekend met het bestaan van vorderingen van andere benadeelden, te goeder trouw aan een benadeelde een groter bedrag dan het aan deze toekomende deel heeft uitgekeerd, jegens die anderen slechts gehouden tot het beloop van het overblijvende gedeelte van de verzekerde som.
Tegenstelbaarheid van de excepties, nietigheid en verval van recht Art. 151. § 1. Bij de verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekeringen kunnen de excepties, vrijstellingen, de nietigheid en het verval van recht voortvloeiend uit de wet of de overeenkomst en die hun oorzaak vinden in een feit dat zich voor of na het schadegeval heeft voorgedaan, aan de benadeelde niet worden tegengeworpen.
Indien de nietigverklaring, de opzegging, de beëindiging of de schorsing van de overeenkomst geschied is voordat het schadegeval zich heeft voorgedaan, kan zij echter aan de benadeelde worden tegengeworpen.
§ 2. Voor de andere soorten burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekeringen kan de verzekeraar slechts de excepties, de nietigheid en het verval van recht voortvloeiend uit de wet of de overeenkomst tegenwerpen aan de benadeelde persoon voor zover deze hun oorzaak vinden in een feit dat het schadegeval voorafgaat.
De Koning kan het toepassingsgebied van paragraaf 1 echter uitbreiden tot de soorten van niet verplichte burgerrechtelijke aansprakelijkheidsverzekeringen die Hij bepaalt.
[1 Recht van verhaal van de verzekeraar op de verzekeringnemer en de verzekerde]
1 ----------
(
1)<W
2016-06-29/01, art. 77, 005; Inwerkingtreding : 16-07-2016>
Art. 152.[
1 De verzekeraar kan zich, voor zover hij volgens de wet of de verzekeringsovereenkomst de prestaties had kunnen weigeren of verminderen, een recht van verhaal voorbehouden tegen de verzekeringnemer en, indien daartoe grond bestaat, tegen de verzekerde die niet de verzekeringnemer is, ten belope van het persoonlijk aandeel in de aansprakelijkheid van de verzekerde.
De verzekeraar is op straffe van verval van zijn recht van verhaal verplicht de verzekeringnemer of, in voorkomend geval, de verzekerde die niet de verzekeringnemer is, kennis te geven van zijn voornemen om verhaal in te stellen zodra hij op de hoogte is van de feiten waarop dat besluit gegrond is.
De Koning kan het recht van verhaal beperken in de gevallen en in de mate die Hij bepaalt.]
1 ----------
(
1)<W
2016-06-29/01, art. 77, 005; Inwerkingtreding : 16-07-2016>
Wanneer de schade voortvloeit uit ongevallen gedekt door een verplichte verzekering (zoals verkeersongevallen met motorrijtuigen) kan de verzekeraar de excepties, de nietigheid en het verval van recht niet aan de benadeelde tegenwerpen (art. 151, § 1, eerste lid W.Verz.).
De schadevergoeding wegens de vertraging van de uitvoering van een verbintenis die op niets anders betrekking heeft dan op het betalen van een geldsom, bestaat nooit in iets anders dan in de toekenning van verwijlinteresten, te dezen, de wettelijke interest na ingebrekestelling (art. 1146 en art. 1153 BW), weze het de toekenning van de dubbele interestvoet van rechtswege conform art. 121, § 7 Wet Verzekeringen.