Eigendomsoverdracht
Het essentieel element van een koopovereenkomst is het overdragen van de eigendom van een goed uit het vermogen van de verkoper naar dat van de koper. Deze overdracht gebeurt door de loutere wilsovereenstemming, dit wil zeggen van zodra er overeenkomst is tussen zaak en prijs.
Aldus staat de eigendomsoverdracht los van de afgifte en los van de betaling.
Een zogeheten compromis bij de verkoop van een onroerend goed is derhalve bindend tussen koper en verkoper, zelfs indien de notariële akte nog niet is verleden.
Uitzondering: Bij de verkoop van onroerende goederen in het kader van de wet Breyne voorziet art. 4 gaan de rechten op de grond onmiddellijk over aan de koper en de rechten op de constructies (art. 5) naarmate de bouwstoffen in de grond of in de constructie worden geplaatst. Elk beding van eigendomsvoorbehoud wordt bij een verkoop in toepassing van de wet Breyne voor niet geschreven gehouden (art. 13 eerste lid)
|
Partijen kunnen evenwel overeenkomen om de eigendomsoverdracht uit te stellen tot na het vervullen van aanvullende voorwaarden, zoals door de partijen te bepalen. Bij koop van soortzaken, lees genuszaken, waarbij verkocht wordt naar gewicht, getal of maat, gaat de eigendom in principe op de koper over bij de individualisatie (tellen, wegen of
meten), eventueel reeds voor de levering art. 1585 B.W.
Risico-overdracht
Het risico van het goed voor het tenietgaan, door bv. toeval of overdracht gaat samen met de eigendom over tenware de partijen deze aangelegenheid contractueel anders hebben geregeld .
Uittreksel uit het NBW
Art. 5.80. Risico-overdracht (1138 oud BW)
Tenzij anders bepaald door de partijen, brengt de eigendomsoverdracht de risico-overdracht met zich mee.
Indien het voorwerp teniet gaat door overmacht nadat de verbintenis tot geven is uitgevoerd, kan de schuldeiser van het voorwerp aldus niet langer de levering ervan eisen, maar blijft hij niettemin gehouden de prijs ervan te betalen.
Eigendomsvoorbehoud (pactum reservati dominii)
Zoals hoger gesteld is het wettelijk beginsel van de gezamenlijke eigendomsovergang met de wilsovereenstemming een regel
van aanvullend recht. Dit wil dus zeggen dat de koper en de verkoper kunnen bedingen dat de de eigendomsoverdracht wordt uitgesteld.
In praktijk wordt deze clausule voornamelijk aangewend bij de verkoop van onroerend goed, waarbij de eigendomsoverdracht vaak wordt uitgesteld tot bij
het verlijden van de authentieke akte en/of tot op het ogenblik van de betaling van de volledige koopprijs. Bij de verkoop van een onroerend goed met clausule van eigendomsvoorbehoud is het noodzakelijk dat dit voorbehoud voorkomt in de akte die overgeschreven wordt bij de hypotheekbewaarder om aan derden tegenstelbaar te zijn..
Bij de verkoop door een professionele verkoper wordt de eigendomsoverdracht vaak uitgesteld tot de volledige betaling van de prijs teneinde een bijkomende zekerheid tot betaling te bekomen, zodat de verkoper het goed kan terugnemen bij wanbetaling.
Door de faillissementswet, meer bepaald door art. 101 Fw. (artikel XX. 194 WER) kan de onbetaalde verkoper roerende goederen van zijn gefailleerde koper terugvorderen voor zover
- het eigendomsvoorbehoud schriftelijk (vb. in offerte, brief, algemene voorwaarden, mail..)werd overeengekomen uiterlijk op het
ogenblik van de levering van de goederen;
- de goederen zich nog in natura bevinden bij de schuldenaar
- de goederen niet onroerend gemaakt zijn door incorporatie;
- de goederen niet vermengd zijn met een ander roerend goed;
- de terugvordering wordt uitgeoefend, op straffe van verval, vóór de sluiting van het proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen.
- anders dan vroeger is dit eigendomsvoorbehoud niet onder-
worpen aan enig publiciteitsvoorschrift.
Wanneer een koper dit eigendomsvoorbehoud niet respecteert en het goed doorverkoopt, eigent hij andermans zaak toe en stelt hij zich bloot aan de strafwet, onverminderd zijn burgerlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de verkoper.
Wat zijn de rechten van de persoon die een goed koopt van een persoon die het goed eigenlijk niet mag verkopen, omdat er een clausule van eigendomsvoorbehoud op rust.
De zogeheten onder-verkrijger kan dan beschermd worden door art. 2279 B.W. mits deze te goeder trouw is. Hierbij wordt de vraag gesteld of deze koper al dan niet behoorde te weten dat het goed niet de eigendom was van de verkoper. Van professionele opkopers zoals garagisten rust een onderzoeksplicht naar de titel van de verkoper.