Excepties zijn verweermiddelen die het verderzetten van de procedure beletten, de procedure blokkeren, doch het recht zelf niet aantasten en waarbij de afwijzing van een vordering op grond van een exceptie niet belet dat de vordering nadien opnieuw wordt ingeleid.
De excepties dienen in limine litis, voor elk verweer worden ingeroepen.
Excepties mogen niet verward worden met middelen van onontvankelijkheid of niet toelaatbaarheid.
Vaak worden middelen van onontvankelijkheid aangeduid als excepties en worden zelfs verweermiddelen ten gronde verkeerdelijk excepties. genoemd. Dit is niet verwonderlijk gezien exceptie vaak gebruikt wordt in de algemene betekenis van verweer.
Het gebrek aan toelaatbaarheid wordt vastgesteld wanneer de vordering definitief blijkt teloorgegaan, wanneer de eiser zijn ius agendi heeft verloren.
bijvoorbeeld door
- een gebrek aan belang of hoedanigheid
- verjaring (Cass 6 maart 2006 en noot onder Cass. 27 mei 1994, RCJB, 1995, 650;
- gezag van gewijsde;
- dading (2052 eerste lid BW)
De begrippen ontvankelijkheid en toelaatbaarheid zijn in het gerechtelijk recht synoniemen. Deze begrippen kunnen dus door mekaar worden gebruikt en dekken mekaar inhoudelijk volledig.
Alvorens over een vordering te oordelen zal de rechter de rechtmatigheid van de uitoefening van de rechtsvordering nagaan en ingeval van vaststelling van rechtmatigheid van de vordering, deze toelaatbaar verklaren en een afwezigheid daarvan ze ontoelaatbaar of onontvankelijk verklaren.
De term "onontvankelijkheid" of "ontvankelijkheid" wordt evenwel verkozen boven de term "toelaatbaarheid" of "ontoelaatbaarheid". De term ontoelaatbaarheid heeft een bijklank alsof de vordering onkies, onduldbaar of ongeoorloofd zou zijn, en nochtans is de toelaatbaarheid, beter onontvankelijkheid, een louter technische kwestie.
Een middel van niet ontvankelijkheid is een van de mogelijkheden van verweer in het burgerlijk procesrecht, naast de excepties en de verweermiddelen ten gronde. Wanneer men correct taalgebruik wenst te hanteren spreekt men dus niet over de exceptie van niet- toelaatbaarheid maar wel over het middel van niet toelaatbaarheid.
Het middel van niet ontvankelijkheid laat de aanspraken van de eiser als dusdanig bestaan maar verhindert de eiser in de uitoefening ervan, en aldus in de uitoefening in rechte van de aanspraak. In tegenstelling tot een succesvolle exceptie kan, een niet ontvankelijke vordering niet meer leiden tot een nieuwe vordering, het recht om het recht af te dwingen is immers definitief verloren gegaan. In tegenstelling tot een exceptie (die in limine litis, voor elk verweer dient ingesteld) kan een middel van onontvankelijkheid, de betwisting van het ius agendi, in elke stand van het geding en zelfs voor de eerste maal in hoger beroep worden ingesteld.
Als voorbeeld van exceptie kunnen we de exceptie van onbevoegdheid oproepen, waarmee de eiser de onbevoegdheid van de zetel opwerpt en waarmee beoogd wordt dat de rechter zich onbevoegd verklaard, onverminderd het recht van d eiser om zijn recht voor een andere rechtbank te vorderen.