art. 344, § 1 W.I.B. 1992 stelt dat de fiscus de juridische kwalificatie van een akte kan veranderen, wanneer zij het bewijs kan leveren bewijst dat die kwalificatie enkel tot doel heeft de belasting te ontwijken. Indien de fiscus zich op de herkwalificatie beroept kan de belastingplichtige zich verweren door aan te tonen dat die kwalificatie aan rechtmatige financiële of economische behoeften beantwoordt.
De eigenlijke bedoeling van dit artikel was een halt of een antwoord te bieden op enkele klassiek geworden constructies zoals de inkoop eigen aandelen of de vruchtgebruikconstructie.
Tegen deze herkwalificatie kan de belastingplichtige op diverse gronden verweer voeren:
In een arrest van het arbitragehof van 24 november 2004 werd gesteld dat een herkwalificatie hoe dan ook onmogelijk is, wanneer de handeling tot stand komt middels één enkele akte omdat een akte vervangen door een andere akte zo goed als onmogelijk is.
De verplichtingen van een huurder zijn immers verschillend van deze van de vruchtgebruiker.
Het Hof van Cassatie onderschreef deze stelling in haar arrest van 04/11/2005, R.W. 2006-2007, 923, met noot:
"Overwegende dat artikel 344, ,§1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bepaalt dat de juridische kwalificatie door de partijen gegeven aan een akte alsook aan afzonderlijke akten die een zelfde verrichting tot stand brengen, aan de administratie der directe belastingen niet kan worden tegengeworpen, wanneer de administratie door vermoedens of door andere in artikel 340 vermelde bewijsmiddelen vaststelt dat die kwalificatie tot doel heeft de belasting te ontwijken, tenzij de belastingplichtige bewijst dat die kwalificatie aan rechtmatige financiële of economische behoeften beantwoordt;
Dat uit die tekst, alsook uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 22 juli 1993 die voornoemde bepaling in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 heeft ingevoegd, volgt dat alleen de kwalificatie van een akte aan de belastingadministratie niet kan worden tegengeworpen en dat zij, bijgevolg, de kwalificatie slechts met inachtname van de rechtsgevolgen van die akte kan wijzigen;
Overwegende dat het arrest vermeldt dat artikel 344, ,§1, "niet bepaalt dat de opnieuw gekwalificeerde verrichting dezelfde rechtsgevolgen moet hebben als de verrichting die aan de fiscus wordt voorgelegd" ;
Dat het arrest, doordat het niet nagaat of de opnieuw gekwalificeerde verrichting en de oorspronkelijk gekwalificeerde soortgelijke gevolgen hadden, zijn beslissing om artikel 344, ,§1, toe te passen, niet naar recht verantwoordt;
Dat het middel gegrond is ;"
Een aantal constructies komen evenwel tot stand middels meerdere opeenvolgende akten vb. de constructie om registratierechten te vermijden waarbij waarbij onder meer gewerkt wordt met een erfpacht. Wanneer de fiscus kan aantonen dat de cascade van aktes finaal resulteert in een eigendomsoverdracht van één partij aan een andere partij, zal zij de herkwalificatie wel kunnen bekomen, door de verrichting in haar geheel te beschouwen en enkel rekening te houden met de werkelijke wil van de partijen.