Uittreksel uit het wetboek van economisch recht
Boek XX insolventie van de onderneming
HOOFDSTUK 3. [
1 - Gerechtelijke reorganisatie door een collectief akkoord]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.67. [
1 De procedure van het collectief akkoord heeft het doel een akkoord van de schuldeisers te verkrijgen over een reorganisatieplan.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.68. [
1 § 1. De schuldeiser in de opschorting of elke derde belanghebbende die het bedrag of de hoedanigheid van zijn schuldvordering betwist met toepassing van artikel XX.49, § 2, dient het verzoekschrift in uiterlijk een maand voor de in artikel XX.78 bedoelde zitting.
De rechtbank beslist, uiterlijk vijftien dagen voor dezelfde zitting op verslag van de gedelegeerd rechter, over het bedrag of de hoedanigheid van de schuldvordering. De griffie geeft kennis van de beslissing aan de schuldeiser en aan de schuldenaar via het register.
§ 2. Indien geen enkele betwisting werd gebracht voor de rechtbank uiterlijk een maand voor de in artikel XX.78 bedoelde rechtszitting kan de betrokken schuldeiser, onverminderd de toepassing van artikel XX.69, enkel stemmen en in het plan worden opgenomen voor het bedrag voorgesteld door de schuldenaar in de in artikel XX.49 bedoelde mededeling.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.69. [
1 Indien de betwisting niet tot haar bevoegdheid behoort, bepaalt de rechtbank het bedrag of de hoedanigheid waarvoor de schuldvordering voorlopig zal aanvaard worden in de werkzaamheden van de gerechtelijke reorganisatie en verwijst de partijen naar de bevoegde rechtbank opdat die ten gronde oordeelt. Hetzelfde geldt indien de betwisting tot haar bevoegdheid behoort maar de beslissing over de betwisting niet binnen een voldoende korte termijn zou kunnen worden genomen.
Op verslag van de gedelegeerd rechter kan de rechtbank op elk ogenblik, in geval van volstrekte noodzakelijkheid en op eenzijdig verzoekschrift van de schuldenaar of een schuldeiser, de beslissing tot vaststelling van het bedrag of de hoedanigheid van de schuldvordering in de opschorting wijzigen op basis van nieuwe elementen.
Tegen het vonnis dat het voorlopig aanvaarde bedrag of de hoedanigheid van de schuldvordering bepaalt, staat geen enkel rechtsmiddel open.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.70.[
1 § 1. Tijdens de opschorting werkt de schuldenaar een plan uit samengesteld uit een beschrijvend en een bepalend gedeelte.
In voorkomend geval staat de gerechtsmandataris of de ondernemingsbemiddelaar aangesteld door de rechtbank met toepassing van de artikelen XX.31 [
2 , XX.36 of XX.39/1]
2 de schuldenaar bij om het plan op te stellen.
§ 2. Het beschrijvend gedeelte van het plan beschrijft de staat van de onderneming, de moeilijkheden die ze ondervindt en de middelen waarmede zij deze wil verhelpen.
Het omschrijft nader hoe de schuldenaar de rendabiliteit van de onderneming zal herstellen.
§ 3. Het bepalend gedeelte van het plan bevat de maatregelen om de schuldeisers in de opschorting opgenomen op de lijst bedoeld in de artikelen XX.41, § 2, 7°, en XX.77, te voldoen.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(
2)<W
2021-03-21/02, art. 12, 097; Inwerkingtreding : 26-03-2021>
Art. XX.71. [
1 Het reorganisatieplan beschrijft nauwkeurig de rechten van alle personen die titularis zijn van schuldvorderingen in de opschorting en van de wijziging van de rechten ten gevolge van de stemming en de homologatie van het reorganisatieplan.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.72.[
1 Het plan vermeldt de voorgestelde betalingstermijnen en de verminderingen op de schuldvorderingen in de opschorting, in kapitaal en interest, verhogingen, boeten en kosten. Het kan behalve wat schuldvorderingen van de entiteiten bedoeld in [
2 artikel I.1, tweede lid, 1°, c)]
2, betreft, in de omzetting van schuldvorderingen in aandelen voorzien. Het kan ook voorzien in een gedifferentieerde regeling voor bepaalde categorieën van schuldvordering onder meer op grond van de omvang of de aard ervan. Het plan kan eveneens in een maatregel voorzien voor de verzaking aan de interest, verhogingen, boeten en kosten of de herschikking van de betaling ervan, alsook in de prioritaire aanrekening van betalingen op de hoofdsom van de schuldvordering.
Het plan vermeldt welke schuldvorderingen nog betwist zijn met toepassing van de artikelen XX.49 of XX.68, ten einde belanghebbenden in te lichten over de omvang en hun grondslag.
Het plan kan ook de gevolgen evalueren die de goedkeuring van het plan zou meebrengen voor de betrokken schuldeisers.
Het kan ook bepalen dat geen schuldvergelijking mogelijk zal zijn tussen de schuldvorderingen in de opschorting en de schulden van de schuldeiser-titularis die zijn ontstaan na de homologatie. Een dergelijk voorstel kan niet gedaan worden met betrekking tot samenhangende vorderingen.
Wanneer de continuïteit van de onderneming een vermindering van de loonmassa vereist, wordt in een sociaal luik van het reorganisatieplan voorzien, voor zover over een dergelijk plan niet eerder was onderhandeld. In voorkomend geval kan het in ontslagen voorzien.
Bij de uitwerking van dit plan worden de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, of, indien er geen is, in het comité voor preventie en bescherming op het werk, of, indien er geen is, de vakbondsafvaardiging of, indien er geen is, een werknemersafvaardiging gehoord.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(
2)<W
2018-04-15/14, art. 227, 059; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.73. [
1 De voorstellen bevatten voor alle schuldeisers een betalingsvoorstel dat niet minder dan 20 procent van het bedrag van de schuldvordering in hoofdsom mag bedragen.
Als het plan in een gedifferentieerde behandeling van de schuldeisers voorziet, mag de behandeling van de openbare schuldeisers die een algemeen voorrecht genieten, niet minder gunstig zijn dan die welke de best behandelde gewone schuldeisers in de opschorting genieten. Overeenkomstig het derde lid en met een strikte motivering kan in een lager percentage worden voorzien.
Het plan kan voor de hierboven vermelde schuldeisers of categorieën van schuldeisers, lagere percentages voorstellen op basis van dwingende en met redenen omklede vereisten die verband houden met de continuïteit van de onderneming.
Het reorganisatieplan kan niet voorzien in:
- een vermindering of kwijtschelding van schuldvorderingen in de opschorting ontstaan uit arbeidsprestaties met uitsluiting van de fiscale of sociale bijdragen of schulden;
- een vermindering van de onderhoudsschulden, noch van de schulden die voor de schuldenaar voortvloeien uit de verplichting tot herstel van de door zijn schuld veroorzaakte schade die verbonden is aan het overlijden of aan de aantasting van de lichamelijke integriteit van een persoon;
- een vermindering of kwijtschelding van strafrechtelijke boeten.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.74. [
1 Onverminderd de betaling van de interest die hen conventioneel of wettelijk op hun schuldvorderingen verschuldigd is, kan het plan in de opschorting voorzien van de uitoefening van de bestaande rechten van de buitengewone schuldeisers in de opschorting, voor een duur die vierentwintig maanden niet mag overschrijden vanaf het vonnis van homologatie bedoeld in artikel XX.79.
Het plan kan onder dezelfde voorwaarden in een buitengewone verlenging van die opschorting voorzien voor een termijn van maximum twaalf maanden. In dit geval bepaalt het plan dat bij het verstrijken van de eerste termijn die voor de opschorting is bepaald, de schuldenaar aan de rechtbank, nadat zijn schuldeiser is gehoord, het bewijs moet leveren dat de financiële toestand en verwachte inkomsten van de onderneming na het verstrijken van deze periode de integrale terugbetaling van de betrokken buitengewone schuldeisers in de opschorting redelijkerwijze mogelijk maken, en dat bij ontstentenis van dit bewijs de rechtbank beveelt dat een einde wordt gemaakt aan die opschorting.
Behoudens hun individuele toestemming of een minnelijk akkoord gesloten overeenkomstig artikel XX.37 of XX.65, waarvan een kopie is gevoegd bij het plan op het ogenblik van de neerlegging in het register, mag het plan geen enkele andere maatregel bevatten die de rechten van die schuldeisers aantast.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.75. [
1 Het reorganisatieplan kan voorzien in de vrijwillige overdracht van het geheel of een gedeelte van de activa of van de activiteiten.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.76. [
1 De uitvoeringstermijn van het plan mag niet langer zijn dan vijf jaar, te rekenen van de homologatie ervan.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.77. [
1 De schuldenaar legt minstens twintig dagen voor de rechtszitting bepaald in het vonnis bedoeld in artikel XX.48 in het register, het plan neer bedoeld in artikel XX.70 alsook de lijst van de schuldeisers, desgevallend aangepast met toepassing van de artikelen XX.49 of XX.68, met vermelding van de lopende betwistingen van schuldvorderingen of aangepast om rekening te houden met de eventuele verrichte betalingen met toepassing van artikel XX.53, eerstej lid.
Zodra het plan in het register geplaatst is, ontvangen de schuldeisers in de opschorting, opgenomen op de lijst van de schuldeisers door toedoen van de griffier, een bericht, dat vermeldt:
- dat dit plan onderzocht wordt en dat zij het kunnen raadplegen in het register;
- de plaats, datum en uur waarop de zitting zal plaatsvinden waarop zal overgegaan worden tot de stemming over dit plan, en die zal gehouden worden ten minste vijftien dagen na dit bericht;
- dat zij op de zitting, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling, hun opmerkingen met betrekking tot het voorgestelde plan zullen kunnen formuleren;
- dat enkel de schuldeisers in de opschorting op wier rechten het plan een weerslag heeft, aan de stemming kunnen deelnemen.
De gedelegeerd rechter kan beslissen dat de medeschuldenaars, de borgen en de andere persoonlijke zekerheidstellers deze mededeling ook zullen ontvangen en dat zij op dezelfde wijze hun opmerkingen kunnen laten gelden.
De schuldenaar informeert de vertegenwoordigers van de werknemers, bedoeld in artikel XX.72, laatste lid, over de inhoud van dit plan met inbegrip van de rechten van de buitengewone schuldeisers die werden gewijzigd met toepassing van artikel XX.73.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX_77.TOEKOMSTIG_RECHT.
[1 De schuldenaar legt minstens twintig dagen voor de rechtszitting bepaald in het vonnis bedoeld in artikel XX.48 in het register, het plan neer bedoeld in artikel XX.70 alsook de lijst van de schuldeisers, desgevallend aangepast met toepassing van de artikelen XX.49 of XX.68, met vermelding van de lopende betwistingen van schuldvorderingen of aangepast om rekening te houden met de eventuele verrichte betalingen met toepassing van artikel XX.53, eerstej lid.
Zodra het plan in het register geplaatst is, ontvangen de schuldeisers in de opschorting, opgenomen op de lijst van de schuldeisers door toedoen van de griffier, een bericht, dat vermeldt:
- dat dit plan onderzocht wordt en dat zij het kunnen raadplegen in het register;
- de plaats, datum en uur waarop de zitting zal plaatsvinden waarop zal overgegaan worden tot de stemming over dit plan, en die zal gehouden worden ten minste vijftien dagen na dit bericht [2 en, in voorkomend geval, de nadere regels waaronder de elektronische stemming zal gebeuren]2;
- dat zij op de zitting, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling, hun opmerkingen met betrekking tot het voorgestelde plan zullen kunnen formuleren;
- dat enkel de schuldeisers in de opschorting op wier rechten het plan een weerslag heeft, aan de stemming kunnen deelnemen.
De gedelegeerd rechter kan beslissen dat de medeschuldenaars, de borgen en de andere persoonlijke zekerheidstellers deze mededeling ook zullen ontvangen en dat zij op dezelfde wijze hun opmerkingen kunnen laten gelden.
De schuldenaar informeert de vertegenwoordigers van de werknemers, bedoeld in artikel XX.72, laatste lid, over de inhoud van dit plan met inbegrip van de rechten van de buitengewone schuldeisers die werden gewijzigd met toepassing van artikel XX.73.]1
----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(
2)<W
2021-03-21/02, art. 13, 097; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
Art. XX.78. [
1 Op de dag gemeld aan de schuldeisers overeenkomstig artikel XX.77, hoort de rechtbank het verslag van de gedelegeerd rechter dat deze uiterlijk twee werkdagen vooraf neerlegt in het register, en de middelen van de schuldenaar en de schuldeisers.
Het reorganisatieplan wordt geacht goedgekeurd te zijn door de schuldeisers wanneer de meerderheid van hen, vertegenwoordigd door hun schuldvorderingen, de helft van alle in hoofdsom verschuldigde bedragen vertegenwoordigen, voor stemmen.
De schuldeiser neemt deel aan de stemming in persoon, per geschreven in het register neergelegde volmacht of via de door hem aangestelde advocaat die zonder bijzondere volmacht kan optreden.
De geschreven volmacht moet minstens twee werkdagen voor de rechtszitting bepaald in het vonnis bedoeld in artikel XX.47 in het register zijn neergelegd.
Voor de berekening van de meerderheden wordt rekening gehouden met de schuldeisers en de verschuldigde bedragen neergelegd door de schuldenaar overeenkomstig artikel XX.77, alsmede door de schuldeisers wier schuldvorderingen achteraf voorlopig werden toegevoegd in toepassing van de artikelen XX.68 en XX.69.
Met de schuldeisers die niet aan de stemming deelnamen en hun schuldvorderingen wordt geen rekening gehouden bij het berekenen van de meerderheden.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX_78.TOEKOMSTIG_RECHT.
[1 Op de dag gemeld aan de schuldeisers overeenkomstig artikel XX.77, hoort de rechtbank het verslag van de gedelegeerd rechter dat deze uiterlijk twee werkdagen vooraf neerlegt in het register, en de middelen van de schuldenaar en de schuldeisers. [2 De stemming over het plan gebeurt tijdens een zitting waar de schuldeisers aanwezig zijn of bij middel van elektronische communicatie. Indien de zitting elektronisch verloopt, voert de schuldeiser die opmerkingen wil indienen, die in het register in voor de start van de elektronisch gehouden zitting.]2
Het reorganisatieplan wordt geacht goedgekeurd te zijn door de schuldeisers wanneer de meerderheid van hen, vertegenwoordigd door hun schuldvorderingen, de helft van alle in hoofdsom verschuldigde bedragen vertegenwoordigen, voor stemmen.
De schuldeiser neemt deel aan de stemming in persoon, per geschreven in het register neergelegde volmacht of via de door hem aangestelde advocaat die zonder bijzondere volmacht kan optreden.
De geschreven volmacht moet minstens twee werkdagen voor de rechtszitting bepaald in het vonnis bedoeld in artikel XX.47 in het register zijn neergelegd.
[2 De stemming kan elektronisch verlopen volgens de nadere regels vastgelegd door de gedelegeerd rechter.]2
Voor de berekening van de meerderheden wordt rekening gehouden met de schuldeisers en de verschuldigde bedragen neergelegd door de schuldenaar overeenkomstig artikel XX.77, alsmede door de schuldeisers wier schuldvorderingen achteraf voorlopig werden toegevoegd in toepassing van de artikelen XX.68 en XX.69.
Met de schuldeisers die niet aan de stemming deelnamen en hun schuldvorderingen wordt geen rekening gehouden bij het berekenen van de meerderheden.]1
----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(
2)<W
2021-03-21/02, art. 14, 097; Inwerkingtreding : 01-01-2023>
Art. XX.79. [
1 § 1. Binnen vijftien dagen na de zitting, en in elk geval vóór de vervaldag van de met toepassing van de artikelen XX.48 en XX.59 bepaalde opschorting, beslist de rechtbank of zij al dan niet het reorganisatieplan homologeert.
§ 2. Indien de rechtbank oordeelt dat de pleegvormen niet werden nageleefd of dat het plan de openbare orde schendt, mag zij bij een met redenen omklede beslissing en vooraleer recht te doen, aan de schuldenaar toestaan een aangepast reorganisatieplan aan de schuldeisers voor te leggen volgens de pleegvormen van artikel XX.77. De rechtbank vermeldt in een enkele beslissing alle bezwaren die zij meent te moeten opwerpen ten aanzien van het voorgelegde reorganisatieplan. In dit geval beslist zij dat de periode van opschorting wordt verlengd, zonder dat de bij artikel XX.59 bepaalde maximumtermijn echter kan worden overschreden. Zij stelt ook de datum vast van de zitting waarop zal overgegaan worden tot de stemming over het plan. Tegen de op grond van deze paragraaf gewezen beslissingen kan slechts hoger beroep of verzet worden ingesteld samen met het eindvonnis over de homologatie.
§ 3. De homologatie kan slechts geweigerd worden in geval van niet-naleving van de pleegvormen die door deze wet worden opgelegd of wegens schending van de openbare orde.
Ze kan niet aan enige voorwaarde onderworpen worden die niet in het reorganisatieplan vervat is noch er enige wijziging in aanbrengen.
§ 4. Onder voorbehoud van de betwistingen die voortvloeien uit de uitvoering van het reorganisatieplan, sluit het vonnis dat oordeelt over de homologatie, de reorganisatieprocedure af.
Het wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt, door toedoen van de griffier.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.80. [
1 De rechtbank oordeelt over de homologatie niettegenstaande elke vervolging die is ingesteld tegen de schuldenaar of zijn bestuurders.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.81. [
1 Tegen het vonnis dat oordeelt over de homologatie staat geen verzet open.
Hoger beroep kan worden ingesteld door de schuldenaar, indien de homologatie wordt geweigerd, en door de partijen die tijdens de procedure in het geding bij verzoekschrift zijn tussengekomen, indien de homologatie wordt toegekend. Het door een schuldeiser ingestelde hoger beroep is gericht tegen alle partijen die in het geding zijn tussengekomen alsook tegen de schuldenaar.
Het hoger beroep wordt ingesteld bij verzoekschrift dat op de griffie van het hof van beroep wordt neergelegd binnen vijftien dagen na de kennisgeving van het vonnis. Het kan worden ingesteld zelfs voor de bekendmaking van de beslissing over de homologatie.
De zaak wordt behandeld, bij hoogdringendheid, op de inleidingszitting of op een nabijgelegen zitting. De gedelegeerd rechter wordt gehoord in zijn verslag. Het verslag kan evenwel ook schriftelijk worden gedaan en moet dan neergelegd worden in het register uiterlijk twee dagen voor de zitting.
De rechter in hoger beroep beschikt over de mogelijkheden geboden in artikel XX.79.
De griffier van het hof van beroep geeft bij gerechtsbrief kennis van het verzoekschrift aan de geïntimeerden en, in voorkomend geval, aan hun advocaat, uiterlijk op de eerste werkdag na de neerlegging ervan.
Als het vonnis de homologatie verwerpt, schort het hoger beroep de uitspraak op.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.82. [
1 De homologatie van het reorganisatieplan maakt het bindend voor alle schuldeisers in de opschorting.
De betwiste, maar na de homologatie gerechtelijk erkende schuldvorderingen in de opschorting, worden betaald op de wijze die is bepaald voor de schuldvorderingen van dezelfde aard. In geen geval kan de uitvoering van het reorganisatieplan geheel of gedeeltelijk opgeschort worden door de met betrekking tot deze betwistingen genomen beslissingen.
De schuldvorderingen in de opschorting die niet opgenomen zijn in de in artikel XX.41, § 2, 7°, bedoelde lijst noch in het reorganisatieplan, in voorkomend geval gewijzigd met toepassing van artikel XX.68, en die geen aanleiding hebben gegeven tot betwisting, worden betaald na de volledige uitvoering van het plan, op de wijze die is bepaald voor de schuldvorderingen van dezelfde aard. Indien de schuldeiser echter niet behoorlijk werd ingelicht tijdens de opschorting, wordt hij betaald op de wijze en in de mate die het gehomologeerd plan bepaalt voor gelijkaardige schuldvorderingen.
Tenzij het plan uitdrukkelijk anders bepaalt, bevrijdt de volledige uitvoering ervan de schuldenaar geheel en definitief, voor alle schuldvorderingen die erin voorkomen.
Artikel XX.111, 2°, is niet van toepassing op de betalingen verricht door de schuldenaar in het kader van de uitvoering van het plan.
Onverminderd de artikelen 2043bis tot 2043octies van het Burgerlijk Wetboek en onverminderd de gevolgen van een bijzonder akkoord bedoeld in artikel XX.74, komt het plan de medeschuldenaars en de stellers van persoonlijke zekerheden niet ten goede. Het standpunt van een schuldeiser betreffende het plan, doet geen afbreuk aan de rechten die de schuldeiser kan laten gelden tegen de derde die zekerheid heeft gesteld.
De gevolgen van het collectief akkoord komen ten goede aan de natuurlijke persoon die kosteloos een persoonlijke zekerheid heeft gesteld voor de schuldenaar en wiens verzoek, bedoeld in artikel XX.54, § 3, werd ingewilligd.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.83. [
1 Elke schuldeiser kan, door de dagvaarding van de schuldenaar, de intrekking van het reorganisatieplan vorderen wanneer het niet stipt wordt uitgevoerd, of wanneer hij aantoont dat het niet anders zal kunnen en dat hij er schade door zal lijden. De procureur des Konings kan op dezelfde wijze de intrekking vorderen wanneer hij de niet-uitvoering van het geheel of een gedeelte van het plan vaststelt.
De rechtbank oordeelt, na de schuldenaar te hebben gehoord. Het vonnis dat het plan intrekt, wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad door toedoen van de griffier. Indien het vonnis betrekking heeft op een beroepsbeoefenaar van een vrij beroep bedoeld in artikel I.1.14°, geeft de griffier hiervan kennis aan de Orde of Instituut waartoe de titularis van een vrij beroep behoort.
De faillietverklaring van de schuldenaar leidt van rechtswege tot de intrekking van het reorganisatieplan.
De intrekking van het reorganisatieplan ontneemt het elke uitwerking, behoudens wat betreft de reeds uitgevoerde betalingen en verrichtingen, onder meer de reeds verrichte overdracht van het geheel of een gedeelte van de activa of van de activiteiten. De intrekking heeft tot gevolg dat de schuldenaar en de schuldeisers zich in dezelfde toestand bevinden, behalve wat de voornoemde elementen betreft, als er geen gehomologeerd reorganisatieplan zou geweest zijn.
De rechtbank kan ambtshalve, vanaf de eerste verjaardag van de homologatiebeslissing, de schuldenaar jaarlijks oproepen om verslag uit te brengen over de uitvoering van het collectief akkoord. De verklaringen van de schuldenaar worden door de griffier opgenomen om gevoegd te worden bij het dossier van de gerechtelijke reorganisatie.
Op gemotiveerd verzoek van de schuldenaar, kan de rechtbank bij vonnis vaststellen dat het reorganisatieplan correct werd uitgevoerd, mits bewijs van uitvoering van het reorganisatieplan volgens de voorwaarden of met akkoord van de betrokken schuldeisers in afwijking ervan.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
HOOFDSTUK 4. [
1 - Gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.84.[
1 § 1. De overdracht onder gerechtelijk gezag van het geheel of een gedeelte van de activiteiten kan door de rechtbank bevolen worden met het oog op het behoud ervan wanneer de schuldenaar ermee instemt in zijn verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie of later in de loop van de procedure.
Als de schuldenaar in de loop van de procedure instemt met een overdracht onder gerechtelijk gezag, worden de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad of, indien er geen is, in het comité voor preventie en bescherming op het werk, of, indien er geen is, de vakbondsafvaardiging, of, indien er geen is, een werknemersafvaardiging gehoord.
§ 2. Dezelfde overdracht kan op dagvaarding van de procureur des Konings, van een schuldeiser of van eenieder die een belang heeft om het geheel of een gedeelte van de onderneming te verwerven, bevolen worden:
1° wanneer de schuldenaar zich in staat van faillissement bevindt zonder een procedure van gerechtelijke reorganisatie te hebben aangevraagd;
2° wanneer de rechtbank de vordering tot het openen van de procedure met toepassing van artikel XX.46 verwerpt, er de vroegtijdige beëindiging van beveelt met toepassing van artikel XX.62 of het reorganisatieplan intrekt met toepassing van artikel XX.83;
3° wanneer de schuldeisers het reorganisatieplan niet goedkeuren met toepassing van artikel XX.78;
4° wanneer de rechtbank de homologatie van het reorganisatieplan weigert met toepassing van artikel XX.79.
De vordering tot overdracht kan ingesteld worden in de dagvaarding die strekt tot de voortijdige beëindiging van de procedure tot reorganisatie of de intrekking van het reorganisatieplan, of in een afzonderlijk exploot gericht tegen de schuldenaar.
§ 3. Wanneer zij de overdracht beveelt in hetzelfde vonnis als dit waarin zij het verzoek tot opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie verwerpt, de voortijdige beëindiging ervan beveelt, het reorganisatieplan intrekt of de homologatie weigert, oordeelt de rechtbank op verslag van de gedelegeerd rechter en gelast zij hem verslag uit te brengen over de uitvoering van de overdracht.
Wanneer hij de overdracht beveelt in een ander vonnis dan dit waarbij de opschorting wordt beëindigd, wijst de rechtbank een rechter in de rechtbank, de voorzitter uitgezonderd, of een [
2 rechter in ondernemingszaken]
2 aan om verslag uit te brengen over de uitvoering van de overdracht.
§ 4. De bepalingen van dit artikel gelden onverminderd de verplichtingen de werknemers of hun vertegenwoordigers te raadplegen en in te lichten op grond van de bestaande wettelijke of conventionele bepalingen.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(
2)<W
2018-04-15/14, art. 253, 059; Inwerkingtreding : 01-11-2018>
Art. XX.85. [
1 Het vonnis dat de overdracht beveelt, wijst een gerechtsmandataris aan die wordt gelast met het organiseren en realiseren van de overdracht in naam en voor rekening van de schuldenaar. Het bepaalt het voorwerp van de overdracht of laat die bepaling over aan het oordeel van de gerechtsmandataris.
Indien de overdracht betrekking heeft op een onderneming bedoeld in artikel I.1.14°, wijst de rechtbank ten minste één gerechtsmandataris aan die lid is van de Orde of Instituut, op basis van de lijst bedoeld in artikel XX.20, waartoe de beroepsbeoefenaar bij de overdracht betrokken behoort.
De rechtbank kan, in hetzelfde vonnis, een bijkomende opschorting bevelen voor niet meer dan zes maanden te rekenen van haar beslissing, met de gevolgen bepaald in de artikelen XX.50 tot XX.58.
Het vonnis wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad door toedoen van de aangewezen gerechtsmandataris.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.86. [
1 § 1. Onverminderd de bepalingen van dit boek verduidelijkt een collectieve arbeidsovereenkomst die gesloten is in de Nationale Arbeidsraad en algemeen verbindend verklaard is door de Koning de nadere regels voor de overdracht van de rechten en verplichtingen van de werknemers die betrokken zijn bij een overdracht van onderneming onder gerechtelijk gezag.
§ 2. De in paragraaf 1 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst regelt:
1° de informatieverstrekking aan de bij de overdracht onder gerechtelijk gezag betrokken werknemers, indien er in de onderneming noch een ondernemingsraad noch een vakbondsafvaardiging is;
2° de informatie die de gerechtsmandataris moet overmaken aan de verkrijger en de betrokken werknemers op basis van de gegevens die de schuldenaar moet verstrekken;
3° het behoud van de rechten en verplichtingen van de bij een overdracht onder gerechtelijk gezag betrokken werknemers, met inbegrip van de afwijkingsmogelijkheden hierop;
4° de keuze van de werknemers die zullen worden overgenomen;
5° de nadere regels voor het sluiten van een overeenkomst van voorgenomen overdracht tussen de schuldenaar of de gerechtsmandataris en de verkrijger, alsook de inhoud van deze overeenkomst aangaande de rechten en de verplichtingen van de overgenomen werknemers;
6° het lot van de schulden jegens de overgenomen werknemers.
§ 3. De keuze van de werknemers die zullen worden overgenomen, behoort aan de verkrijger.
De keuze van de verkrijger moet worden bepaald door technische, economische en organisatorische redenen en moet gebeuren zonder verboden differentiatie.
Inzonderheid de werknemersvertegenwoordigers in de overgedragen onderneming of het overgedragen gedeelte van de onderneming mogen niet anders worden behandeld, alleen vanwege de activiteit uitgeoefend als werknemersvertegenwoordiger in de overgedragen onderneming of het overgedragen gedeelte van de onderneming.
Behoudens bewijs van het tegendeel wordt de afwezigheid van verboden differentiatie geacht bewezen te zijn indien de voor de overdracht onder gerechtelijk gezag bestaande verhouding tussen de werknemers van de overgedragen onderneming of het overgedragen gedeelte van de onderneming en hun vertegenwoordigers in de organen van die onderneming of dat gedeelte van de onderneming na de overdracht behouden blijft.
§ 4. De in paragraaf 1 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst kan de verkrijger en de overgenomen werknemer toestaan om de individuele arbeidsovereenkomst op het ogenblik van de overdracht onder gerechtelijk gezag te wijzigen, voor zover de aangebrachte wijzigingen hoofdzakelijk verband houden met technische, economische of organisatorische redenen.
§ 5. De verkrijger, de schuldenaar of de gerechtsmandataris kan, bij verzoekschrift dat wordt gericht aan de arbeidsrechtbank van de maatschappelijke zetel of de hoofdinrichting van de schuldenaar, de homologatie vragen van de in paragraaf 2, 5°, bedoelde overeenkomst van voorgenomen overdracht.
De arbeidsrechtbank gaat na of de ondertekenende partijen de wettelijke voorwaarden vervuld hebben en of de openbare orde werd nageleefd.
De rechtbank spreekt zich bij hoogdringendheid uit, na de vertegenwoordigers van de werknemers en de verzoeker te hebben gehoord.
§ 6. Als de homologatie wordt verleend, kan de verkrijger tot geen andere schulden en verplichtingen worden gehouden dan die welke voorkomen in de overeenkomst waarvan de homologatie is aangevraagd. Het implementeren van de wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden die collectief zijn overeengekomen of worden toegepast, is onderworpen aan de opschortende voorwaarde van het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst die de bewoordingen ervan overneemt.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.87. [
1 § 1. De aangewezen gerechtsmandataris organiseert en verricht de door de rechtbank bevolen overdracht door de verkoop of de overdracht van de voor het behoud van het geheel of een gedeelte van de activiteit van de onderneming noodzakelijke of nuttige roerende of onroerende activa.
Hij zoekt en wint offertes in en waakt bij voorrang over het behoud van het geheel of een gedeelte van de activiteit van de onderneming, rekening houdend met de rechten van de schuldeisers.
Hij kiest voor de verkoop of de overdracht, openbaar of uit de hand, in welk geval hij in zijn offerteaanvraag de door de bieders te volgen procedure vaststelt. Hij bepaalt inzonderheid de uiterste termijn waarbinnen de offertes hem moeten worden bezorgd en waarna geen enkele nieuwe offerte in aanmerking kan worden genomen. Indien hij voornemens is een offerte mee te delen aan andere bieders teneinde ervoor te zorgen dat één keer of verschillende keren hoger wordt geboden, maakt hij daarvan melding en verduidelijkt hij de wijze waarop dat opbod zal worden georganiseerd. Hij geeft aan, in voorkomend geval, welke waarborgen inzake werkgelegenheid en betaling van de verkoopprijs, alsook welke financiële ondernemingsplannen en projecten moeten medegedeeld worden. Opdat een offerte in aanmerking zou kunnen worden genomen, moet de geboden prijs voor alle verkochte of overgedragen activa gelijk zijn aan of hoger zijn dan de vermoedelijke waarde van gedwongen tegeldemaking in geval van faillissement of vereffening.
§ 2. Ingeval een offerte uitgaat van personen die controle op de onderneming uitoefenen of hebben uitgeoefend gedurende zes maanden voorafgaand aan de opening van de procedure, en die rechtstreeks of onrechtstreeks de controle hebben over rechten die noodzakelijk zijn voor de voortzetting van haar activiteiten, kan die offerte slechts in aanmerking worden genomen op voorwaarde dat die rechten onder dezelfde voorwaarden toegankelijk zijn voor de andere bieders.
§ 3. De kandidaat-bieder kan één of meer lopende overeenkomsten aanwijzen die niet intuitu personae zijn gesloten tussen de schuldenaar en één of meer medecontractanten die hij integraal wenst over te nemen met inbegrip van uitstaande schulden, indien zijn offerte wordt aanvaard. In dat geval zal, indien de verkoop doorgaat overeenkomstig artikel XX.90, de betrokken bieder van rechtswege in de plaats worden gesteld van de schuldenaar in de door hem aangewezen overeenkomsten, zonder dat de medecontractant zijn toestemming dient te verlenen. Uitstaande schulden voortvloeiend uit de aldus aangewezen overeenkomsten, die de koper ten laste neemt, worden niet beschouwd als onderdeel van de prijs bedoeld in paragraaf 1, derde lid.
§ 4. De aangewezen gerechtsmandataris stelt een of meer ontwerpen van gelijktijdige of opeenvolgende verkopen op, met vermelding van de stappen die hij heeft ondernomen, de voorwaarden van de voorgenomen verkoop en de rechtvaardiging van zijn ontwerpen, en voegt hij voor elke verkoop een ontwerp van akte bij.
Hij legt de ontwerpen in het register neer en deelt daarenboven zijn ontwerpen mee aan de gedelegeerd rechter en aan de schuldenaar en, bij verzoekschrift op tegenspraak, waarvan minstens acht dagen voor de zitting kennis wordt gegeven aan de schuldenaar, vraagt hij aan de rechtbank de machtiging om te kunnen overgaan tot de uitvoering van de verkoop.
§ 5. De rechtbank neemt geen enkele offerte of offertewijziging na dat verzoekschrift in aanmerking.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.88.[
1 § 1. Wanneer de verkoop betrekking heeft op onroerende goederen en het ontwerp voorziet in de openbare verkoop ervan, vindt deze plaats overeenkomstig artikel 1193 van het Gerechtelijk Wetboek, door het ambt van de notaris aangesteld door de rechtbank.
§ 2. Wanneer de verkoop betrekking heeft op onroerende goederen en de gerechtsmandataris voor een verkoop uit de hand kiest, legt hij de rechtbank een ontwerp van verkoopakte voor, opgesteld door een door hem aangestelde notaris, onder opgave van de redenen waarom de verkoop uit de hand geboden is. Hij voegt hierbij een schattingsverslag evenals een getuigschrift van de [
3 Algemene Administratie van de patrimoniumdocumentatie]
3 dat dateert van na de opening van de reorganisatieprocedure en dat melding maakt van de bestaande inschrijvingen en van elke overschrijving van bevelen of beslagen op de genoemde onroerende goederen. Het ontwerp en zijn bijlagen worden in het register neergelegd.
De ingeschreven hypothecaire of bevoorrechte schuldeisers, evenals zij die een bevel of een beslagexploot hebben doen overschrijven, moeten ten minste acht dagen voor de zitting bij gerechtsbrief worden opgeroepen. Zij kunnen van de rechtbank vorderen dat de machtiging om uit de hand te verkopen afhankelijk wordt gesteld van bepaalde voorwaarden zoals een minimumverkoopprijs.
In alle gevallen, vindt de verkoop plaats overeenkomstig het ontwerp goedgekeurd door de rechtbank en door het ambt van de notaris die het ontwerp heeft opgesteld.
§ 3. Wanneer onroerende goederen in mede-eigendom toebehoren aan de schuldenaar en aan andere personen, kan de rechtbank op verzoek van de gerechtsmandataris, de verkoop van de onverdeelde onroerende goederen bevelen. De ingeschreven hypothecaire of bevoorrechte schuldeisers, de schuldeisers die een bevel of een beslagexploot hebben doen overschrijven, alsook de schuldenaar en de andere mede-eigenaars dienen ten minste acht dagen voor de zitting bij gerechtsbrief tot de machtigingsprocedure te worden opgeroepen. De verkoop vindt in dat geval plaats op verzoek van de gerechtsmandataris alleen.
In geval van akkoord van alle mede-eigenaars aangaande de verkoop van het onverdeeld onroerend goed, kan de rechtbank de verkoop machtigen, op gezamenlijk verzoek van de gerechtsmandataris en de andere mede-eigenaars, nadat de ingeschreven hypothecaire of bevoorrechte schuldeisers, de schuldeisers die een bevel of een beslagexploot hebben doen overschrijven, evenals de [
2 schuldenaar]
2 ten minste acht dagen voor de zitting bij gerechtsbrief werden opgeroepen.
§ 4. Wanneer de verkoop betrekking heeft op roerende goederen, met inbegrip van een handelszaak, en de gerechtsmandataris ervoor kiest om uit de hand te verkopen, dienen de schuldeisers die hun zekerheden hebben laten inschrijven of registreren ten minste acht dagen voor de zitting bij gerechtsbrief bij de machtigingsprocedure te worden opgeroepen. Zij kunnen van de rechtbank vorderen dat de machtiging om uit de hand te verkopen afhankelijk wordt gesteld van bepaalde voorwaarden zoals een minimumverkoopprijs.
§ 5. Het vonnis vermeldt steeds de identiteit van de schuldeisers en mede-eigenaars die bij de procedure werden opgeroepen.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(
2)<W
2018-04-15/14, art. 228, 059; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(
3)<W
2018-07-11/07, art. 129, 062; Inwerkingtreding : 30-07-2018>
Art. XX.89. [
1 § 1. Op verslag van de gedelegeerd rechter machtigt de rechtbank, waarbij de zaak overeenkomstig artikel XX.87 aanhangig werd gemaakt, de voorgenomen verkoop als zij voldoet aan de in paragraaf 1 van dat artikel vastgestelde voorwaarden. Indien er verscheidene vergelijkbare offertes zijn, geeft de rechtbank de voorkeur aan de offerte die het behoud van de werkgelegenheid garandeert door een sociaal akkoord.
De rechtbank hoort de vertegenwoordigers van het personeel in de ondernemingsraad, of, indien er geen is, in het comité voor preventie en bescherming op het werk, of, indien er geen is, de vakbondsafvaardiging, of, indien er geen is, een werknemersafvaardiging.
§ 2. Een ontwerp van verkoop kan verschillende voorstellen in aanmerking nemen van verschillende kandidaat-kopers.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.90. [
1 Het vonnis dat de verkoop toestaat, wordt bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en medegedeeld aan de schuldeisers door toedoen van de met de overdracht gelaste gerechtsmandataris, met vermelding van de naam van de aangestelde notaris of van de door de rechtbank aangewezen gerechtsdeurwaarder.
De zaak wordt behandeld, bij hoogdringendheid, op de inleidingszitting of op een nabijgelegen zitting, de gedelegeerd rechter wordt gehoord in zijn verslag. Het verslag kan evenwel ook schriftelijk worden gedaan en moet neergelegd worden ter griffie uiterlijk twee dagen voor de zitting.
Indien de koper de overdracht wenst uit te voeren niettegenstaande hoger beroep verleent de gerechtsmandataris daaraan zijn volledige medewerking zonder dat deze de aansprakelijkheid draagt bedoeld in artikel 1398 van het Gerechtelijk Wetboek.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.91. [
1 De verkoop gebeurt overeenkomstig het ontwerp dat door de rechtbank is aanvaard.
Wanneer de verkoop betrekking heeft op roerende goederen en het ontwerp in de openbare verkoop ervan voorziet, wijst het vonnis de gerechtsdeurwaarder aan die belast wordt met de verkoop en de prijs ervan in ontvangst zal nemen. Deze prijs wordt geïnd door de door de rechtbank aangewezen gerechtsmandataris en vervolgens verdeeld met inachtneming van de wettige redenen van voorrang.
De gerechtsmandataris nodigt alle op de in artikel XX.41, § 2, 7°, bedoelde lijst vermelde schuldeisers uit aangifte te doen in het register, met uitzondering van de schuldeisers waarvan hij vaststelt dat zij niet in aanmerking zullen komen voor enige uitkering.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.92. [
1 Door de verkoop van de roerende of onroerende goederen gaan de rechten van de schuldeisers over op de prijs.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.93. [
1 Wanneer de aangewezen gerechtsmandataris van oordeel is dat alle voor overdracht vatbare activiteiten overgedragen zijn, en in elk geval voor het einde van de opschorting, vraagt hij aan de rechtbank bij verzoekschrift dat zij de procedure van gerechtelijke reorganisatie afsluit of, wanneer het gerechtvaardigd is dat deze voortgezet wordt voor andere doeleinden, dat zij hem ontlast van zijn opdracht. De rechtbank oordeelt op verslag van de gedelegeerd rechter, na de schuldenaar te hebben gehoord.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.94. [
1 Als de schuldenaar failliet of in staat van gerechtelijke vereffening wordt verklaard vooraleer de gerechtsmandataris zijn opdracht volledig heeft vervuld, verzoekt de gerechtsmandataris de rechtbank hem van zijn opdracht te ontlasten. De rechtbank kan beslissen, op verslag van de gedelegeerd rechter, dat de gerechtsmandataris nog bepaalde opdrachten kan voltooien. De gerechtsmandataris draagt in elk geval de opbrengst van de overdrachten over aan de curator of de vereffenaar voor verdeling.
Het ereloon van de gerechtsmandataris wordt aangerekend op het deel van het ereloon van de curator of de vereffenaar dat betrekking heeft op de opbrengst van de overdracht bewerkstelligd door de gerechtsmandataris.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.95. [
1 De beslissing tot sluiting van de procedure van gerechtelijke reorganisatie wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
De beslissing tot sluiting van de procedure van gerechtelijke reorganisatie bevrijdt de verkrijger van alle andere verplichtingen dan die welke in de akte van overdracht zijn vermeld.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.96. [
1 § 1. De schuldenaar natuurlijke persoon van wie de onderneming met toepassing van artikel XX.93 geheel werd overgedragen, kan de kwijtschelding verkrijgen van de restschulden, zonder nadeel aan de zakelijke zekerheden gesteld door de schuldenaar of derden. Daartoe kan hij een verzoekschrift neerleggen in het register, uiterlijk drie maanden na het vonnis dat de verkoop toestaat. Het verzoekschrift wordt door de griffier ter kennis gebracht van de gerechtsmandataris.
De kwijtschelding heeft noch gevolgen voor de onderhoudsschulden van de schuldenaar noch voor de schulden voortvloeiend uit de verplichting tot herstel van de schade verbonden aan het overlijden of aan de aantasting van de lichamelijke integriteit van een persoon waaraan de schuldenaar schuld heeft.
Het vonnis dat de kwijtschelding van de schuldenaar beveelt wordt door de griffier ter kennis gebracht van de gerechtsmandataris. Het wordt door toedoen van de griffier bekend gemaakt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad.
Elke belanghebbende met inbegrip van de gerechtsmandataris en het openbaar ministerie kan, bij verzoekschrift waarvan door de griffier wordt kennis gegeven aan de schuldenaar, vanaf de bekendmaking van het vonnis dat de verkoop toestaat, vorderen dat de kwijtschelding slechts voor een deel wordt toegekend of volledig geweigerd bij gemotiveerde beslissing, indien de schuldenaar kennelijk grove fouten heeft begaan. Dezelfde vordering kan worden ingesteld bij wijze van derdenverzet bij verzoekschrift uiterlijk drie maanden na de publicatie van het vonnis van kwijtschelding.
§ 2. De echtgenoot, gewezen echtgenoot, wettelijk samenwonende of gewezen wettelijk samenwonende van de schuldenaar die persoonlijk verbonden is voor de schuld die voornoemde persoon tijdens de duur van het huwelijk of de wettelijke samenwoning is aangegaan, wordt ingevolge de kwijtschelding van die verplichting bevrijd.
De kwijtschelding kan de wettelijk samenwonende van wie de verklaring van samenwoning afgelegd werd in de zes maanden voor het openen van de reorganisatieprocedure, niet tot voordeel strekken.
De kwijtschelding heeft geen gevolgen op de persoonlijke of gemeenschappelijke schulden van de echtgenoot, ex-echtgenoot, wettelijk samenwonende of gewezen wettelijk samenwonende voortvloeiend uit een overeenkomst door de genoemde personen gesloten, ongeacht of die schulden alleen of samen met de schuldenaar werden aangegaan, en die vreemd zijn aan de beroepsactiviteit van de schuldenaar.
§ 3. De kwijtschelding komt de medeschuldenaars en de stellers van persoonlijke zekerheden niet ten goede, onverminderd de toepassing van de artikelen 2043bis tot 2043octies van het Burgerlijk Wetboek.
§ 4. De kwijtschelding komt ten goede aan de natuurlijke persoon die kosteloos een persoonlijke zekerheid heeft gesteld voor de schuldenaar en wiens vraag, bedoeld in artikel XX.54, § 3, werd ingewilligd.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.97. [
1 De gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon kan op zich alleen geen grond zijn voor een aansprakelijkheidsvordering gericht tegen een kredietgever of een investeerder die krediet geeft voor of investeert in een nieuwe activiteit gevoerd door de schuldenaar of door een bestuurder, zaakvoerder of leider van de schuldenaar, ongeacht de vorm waaronder deze nieuwe activiteit wordt uitgeoefend.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>