1° de al dan niet provisionele uitkeringen tot onderhoud, door de rechter toegewezen, alsmede de uitkeringen die na echtscheiding aan de niet schuldige echtgenoot worden toegekend;
2° de pensioenen, aanpassingsuitkeringen, overgangsuitkeringen,renten, rentebijslagen of als pensioen geldende voordelen betaald krachtens een wet, een statuut of een overeenkomst;
2°bis. het vakantiegeld en de aanvullende toeslag bij het vakantiegeld betaald krachtens de wetgeving betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;
3° de werkloosheidsuitkeringen en de uitkeringen betaald door fondsen voor bestaanszekerheid;
4° de uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid en de invaliditeitsuitkeringen betaald krachtens de wetgeving op de ziekte- en invaliditeitsverzekering of de wet van 16 juni 1960 die onder meer de maatschappelijke prestaties waarborgt ten gunste van de gewezen werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi en de wetgeving betreffende de overzeese sociale zekerheid;
5° de uitkeringen, renten en toelagen betaald krachtens de wetgeving op de vergoeding van schade uit arbeidsongevallen of beroepsziekten, of de genoemde wet van 16 juni 1960 of verzekeringsovereenkomsten aangegaan bij toepassing van de wetgeving op de overzeese sociale zekerheid, met uitzondering van het gedeelte van de uitkering bedoeld in § 2, 4°, van dit artikel;
6° (...)
7° de militievergoedingen bedoeld bij de wet van 9 juli 1951;
8° de uitkering toegekend bij onderbreking van de beroepsloopbaan.
De volgende schuldvorderingen zijn niet vatbaar voor overdracht of beslag ten laste van de rechthebbende :
1° de gezinsbijslagen, met inbegrip van deze betaald krachtens de wetgeving betreffende de soldijtrekkende militairen;
2° de wezenpensioenen of -renten betaald krachtens een wet, een statuut of een overeenkomst;
3° de tegemoetkomingen aan minder-validen;
4° het gedeelte van de vergoedingen uitgekeerd krachtens de wetgeving op de vergoeding van schade uit arbeidsongevallen die 100 pct. overschrijdt en toegekend wordt aan zwaar verminkten wier toestand de hulp van een andere persoon volstrekt en (normaal vergt, evenals de bedragen toegekend voor de behoefte aan andermans hulp krachtens de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994); Inwerkingtreding : 10-01-2000>
5° (e bedragen uit te keren :
1. aan de rechthebbende van geneeskundige verstrekkingen als tegemoetkoming ten laste van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen of krachtens de wet van 16 juni 1960 of de wetgeving betreffende de overzeese sociale zekerheid;
2. als kosten voor geneeskundige, heelkundige, farmaceutische en verplegingszorgen of als kosten voor prothesen en orthopedische toestellen aan een door een arbeidsongeval of een beroepsziekte getroffen persoon krachtens de wetgeving betreffende de arbeidsongevallen of de beroepsziekten.
6° de bedragen uitgekeerd als gewaarborgd inkomen voor bejaarden of als inkomensgarantie voor ouderen.
7° de bedragen uitgekeerd als bestaansminimum;
8° de bedragen uitgekeerd als maatschappelijke dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
9° de financiële uitkering voorzien in de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen;
10° de al dan niet provisionele vergoedingen voor prothesen, medische hulpmiddelen en implantaten.
11° de bedragen bepaald in artikel 120 van de programmawet (I) van 27 december 2006 uitgekeerd als tussenkomst van het Schadeloosstellingsfonds voor asbestslachtoffers;
[12° de kostenvergoedingen bedoeld in artikel 10 van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers;
[13° de bedragen bepaald in de artikelen 15 en 16 van het koninklijk besluit nr. 22 van 4 juni 2020 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor de vrijwilligers COVID-19-slachtoffers uitgekeerd als tussenkomst van het Schadeloosstellingfonds voor de vrijwilligers COVID-19-slachtoffers.
Teneinde de menselijke waardigheid te vrijwaren van de schuldenaars voorziet het beslagrecht in sociale beschermingsmaatregelen en blijven een groot aantal goederen, inkomsten en banktegoden niet vatbaar voor beslag.
Deze wettelijke bescherming werd ingeschreven in de bepalingen van artikel 1408 en volgende gerechtelijk wetboek en worden best ook samen gelezen met de bepaling van artikel 1526bis gerechtelijk wetboek
De onbeslagbare goederen (onbeslagbare meubels en inboedel)
Hierna volgt een uittreksel uit de wet (art. 1408 gerechtelijk wetboek) waarin de onbeslagbare goederen staan vermeld:
1° het nodige bed en beddengoed van de beslagene en van zijn gezin, de kleren en het linnengoed volstrekt noodzakelijk voor hun persoonlijk gebruik alsmede de meubelen nodig om deze op te bergen, een wasmachine en strijkijzer voor het onderhoud van het linnen, de toestellen die noodzakelijk zijn voor de verwarming van de gezinswoning, de tafel en de stoelen die voor de familie een gemeenschappelijke maaltijd mogelijk maken, alsook het vaatwerk en het huishoudgerei dat volstrekt noodzakelijk is voor het gezin, een meubel om het vaatwerk en het huishoudgerei op te bergen, een toestel om warme maaltijden te bereiden, een toestel om voedingsmiddelen te bewaren, één verlichtingstoestel per bewoonde kamer, de voorwerpen die noodzakelijk zijn voor de mindervalide gezinsleden, de voorwerpen die bestemd zijn om te worden gebruikt door de kinderen ten laste die onder hetzelfde dak wonen, de gezelschapsdieren, de voorwerpen en producten die noodzakelijk zijn voor de lichaamsverzorging en voor het onderhoud van de vertrekken, het gereedschap dat nodig is voor het onderhoud van de tuin, een en ander met uitsluiting van de luxemeubelen en luxeartikelen;
2° de boeken en overige voorwerpen, nodig voor de voortzetting van studies of voor de beroepsopleiding van de beslagene of van de kinderen te zijnen laste die onder hetzelfde dak wonen;
3° de goederen die de beslagene volstrekt nodig heeft voor zijn beroep, tot een waarde van (2.500 EUR) op het tijdstip van het beslag en naar keuze van de beslagene, behalve voor de betaling van de prijs van die goederen;
4° de voorwerpen die dienen voor de uitoefening van de eredienst;
5° de levensmiddelen en brandstof die de beslagene en zijn gezin voor een maand nodig hebben;
6° een koe, of twaalf schapen of geiten, naar keuze van de beslagene, alsmede een varken en vierentwintig dieren van de hoenderhof, met het stro, voeder en graan, nodig voor het strooisel en de voeding van dat vee gedurende één maand
Deze lijst wordt zeer ruim geïnterpreteerd.
Bezwaar tegen een beslag op goederen die vermeld staan op deze lijst kan u aantekenen bij de gerechtsdeurwaarder bij de beslaglegging. De deurwaarder is verplicht uw bezwaren te acteren. Toegegeven dit is niet gemakkelijk. Daarom kan u ook na de beslaglegging binnen de 5 kalenderdagen nog bezwaar aantekenen. Raadpleeg onmiddellijk uw advocaat na de beslaglegging ter vrijwaring van uw rechten.
Klik hier voor een model tot verzet op onbeslagbare goederen
De onbeslagbare inkomstenDe inkomsten uit arbeid onder een bepaald plafond (zo ook het enkel vakantiegeld) zijn niet vatbaar voor beslag of overdracht. Het bedrag vermeld in artikel 1409 gerechtelijk wetboek, wordt jaarlijks aangepast bij koninklijk besluit.Voor het jaar 2020 is elk bedrag verdiend uit arbeid onder de 1138 € netto per maand niet voor belsag vatbaar, is voor de bedragen tussen 1138,01 € en 1222 € netto per maand 80 % onbeslagbaar. en voor de bedragen tussen de 1222,01 € en 1349 € 70% onbeslagbaar, tussen de 1222,01 € en 1475 € 60 % onbeslagbaar, terwijl alle bedragen boven de 1475 euro volledig vatbaar zijn voor beslag.Het bedrag dat niet vatbaar is voor beslag of overdracht wordt verhoogd met een bedrag per kind ten laste. Deze vermindering bedraagt 70 € in 2020.
Voor de vervangingsinkomen is elk netto inkomen onder de 1138 € niet vatbaar voor beslag, is elk inkomen tussen de 1138,01 en 1222 voor 80% onbeslagbaar en is elk netto-inkomen tussen de 1222,01 en 1475 voor 60 % onbeslagbaar
Voor zelfstandigen is voorzien in een bijzondere regeling ingeschreven in art.
1409 Ger. Wetboek.
De onbelsagbare nettoinkomsten gelden ook voor: