Het overlijden van een partij, haar verandering van staat of de wijziging van hoedanigheid waarin zij is opgetreden, kunnen aanleiding geven tot een hervatting van het geding (art. 815 Ger.W.). Alleen in die gevallen kan het geding hervat worden. De gevallen waarin hervatting van geding mogelijk is, worden limitatief opgesomd in art. 815 Ger.W. Het is niet mogelijk een geding te hervatten voor een partij die niet bestaat en die nooit bestaan heeft.
In de zaken waarin de debatten nog niet gesloten verklaard zijn, blijft het overlijden van een partij, haar verandering van staat of de wijziging van de hoedanigheid waarin zij is opgetreden, zonder gevolg zolang daarvan geen kennis is gegeven.
De partijen of hun rechthebbenden die verklaren het geding te hervatten leggen overeenkomstig de regels van de artikelen 742 en 743 ter griffie een akte neer waarin, op straffe van nietigheid, opgave wordt gedaan van de redenen waarom het geding hervat wordt, alsmede van hun naam, voornaam en woonplaats, of, bij gebreke van woonplaats, hun verblijfplaats en, in voorkomend geval, hun rijksregister- of ondernemingsnummer. De griffier geeft bij gerechtsbrief kennis van die akte aan de overige partijen.
Dagvaarding tot hervatting van het geding kan bovendien worden uitgebracht op verzoek van iedere partij.
De rechter voor wie de vordering tot hervatting van het geding aanhangig is, kan het openbaar ministerie verzoeken inlichtingen in te winnen over de identiteit of de hoedanigheid van de partijen ten aanzien van wie het geding kan worden hervat.
Hervatting van het geding heeft van rechtswege plaats, indien de gedagvaarde partij bij het verstrijken van de termijn van verschijning verstek laat gaan en het vonnis zal worden geacht op tegenspraak te zijn gewezen te haren opzichte, indien de regels van [
1 artikel 747 of, in voorkomend geval, die van artikel 748]
1 zijn toegepast.
Op de akte van hervatting van het geding wordt de rechtspleging voortgezet volgens de laatste gedingstukken en de vroeger neergelegde conclusies worden geacht te blijven gelden, tenzij in de akte nieuwe conclusies worden ter kennis gebracht.