BegripHet conventioneel terugkeerrecht is een optionele clausule in een schenkingsakte waarbij de schenker stipuleert dat bij vooroverlijden van de begiftigde het geschonkene teruggaat naar het vermogen van de schenker. Aan deze clausule zijn geen vormvoorwaarden gekoppeld.
Een dergelijke clausule kan aan elke schenking worden gekoppeld.
Een conventioneel beding van terugkeer in de zin van artikel 951 BW is aldus een uitdrukkelijk ontbindende voorwaarde die de schenker en de begiftigde aan de schenking kunnen verbinden. Wanneer de voorwaarde zich realiseert, wordt de schenking geacht nooit tot stand te zijn gekomen (art. 952 BW).
Hetgeen geschonken werd keert retroactief terug naar het vermogen van de schenker, vrij van alle lasten en hypotheken (art. 952 BW). Indien de gift zich nog in het vermogen van de begiftigde bevindt, geschiedt de terugkeer in natura.
De zakelijke subrogatie geldt volgens een meerderheid in de rechtsleer bij een conventioneel recht van terugkeer. De goederen die in de plaats zijn gekomen van de gift keren terug naar het vermogen van de schenker.
Bij een schenking van geld of vervangbare zaken treedt vermenging op. Voor deze schenkingen (van geld of vervangbare zaken is derhalve geen automatische zaakvervanging. In dit geval zal de schenker slechts beschikken over een chirografaire vordering tot terugbetaling van hetzelfde bedrag of van dezelfde hoeveelheid van dezelfde soort goederen.
Bij een beding van terugkeer bestaat de wil om te schenken, doch verkiest de schenker zichzelf boven de erfgenamen van de begiftigde indien de begiftigde komt te overlijden voor de schenker.
Het conventioneel recht van terugkeer mag niet verward worden met de anomale erfopvolging, zijnde het
wettelijk recht van terugkeer.
AanwendingEen en ander wordt zeer vaak gebruikt bij schenkingen tussen ouders en kinderen. Vooral dan wanneer de kinderen kinderloos zijn en zelf geen nakomelingen hebben. De ouders willen wel schenken aan hun kind maar niet aan het schoonkind. Wanneer het kind voor hen zou komen te overlijden, dan wensen heel wat ouders dat de schenking hun vermogen teruggaat om het te verdelen onder hun andere kinderen, eerder dan dat het geschonkene in het vermogen van de huwelijkspartner van de begiftigde zoon of dochter zou vallen.
Het het beding van terugkeer vermijdt dat bij vooroverlijden van de begiftigde de goederen in vreemde handen terechtkomen.
Alleen ten voordele van de schenkerDe terugkeer kan enkel bedongen worden ten voordele van de schenker alleen. Aldus wordt de de onzekerheid die het beding van conventionele terugkeer met zich meebrengt beperkt.
Meerdere schenkersIndien de schenking gebeurt door meerdere schenkers (bij voorbeeld door de beide ouders), terwijl de begiftigde één schenker overleeft, maar overlijdt vóór de andere, dan zal enkel het gedeelte dat werd geschonken door de overlevende schenker naar hem terugkeren. De andere helft vererft naar de erfgenamen.
FiscaalHet fiscaal gevolg van de terugkeer bestaat erin dat de geschonken goederen die door het beding terugkeren bij de schenker niet tot de hereditaire massa behoren van de overleden begiftigde en dus ook niet onderworpen zijn aan een erfbelasting. Maar de schenkingsrechten die bij de teruggedraaide schenking werden betaald kunnen niet meer worden teruggevorderd en blijven verworven aan de schatkist.
Uitzondering op de onherroepelijkheid schenkingHet beding van terugkeer is een oneigenlijke uitzonderling op de onherroepelijkheid van de schenking in die zin dat het beding van terugkeer een rechtsgeldige ontbindende voorwaarde van de schenking is. Die ontbindende voorwaarde bestaat erin dat de begiftigde de schenker overleeft, onverminderd het gegeven dat de begiftigde de goederen of gelden onmiddellijk ontvangt.
VormvoorwaardenHet beding van terugkeer. kan worden voorzien in een authentieke schenkingsakte, maar ook in een pacte adjoint bij hand-, bankgiften, bij onrechtstreekse schenkingen en bij ouderlijke boedelverdelingen.
VormenHet recht van terugkeer kan verschillende vormen aannemen:
1. terugkeer van de geschonken goederen ingeval van vóóroverlijden van de begiftigde, ongeacht of deze afstammelingen nalaat;
2. terugkeer van de geschonken goederen in geval van vóóroverlijden zonder afstammelingen;
3. terugkeer van de geschonken goederen in geval van vóóroverlijden van de begiftigde en zijn afstammelingen.
4. terugkeer van de geschonken goederen in geval dat de begiftigde overlijdt vóór de schenker zonder echtgenoot of partner.
5. ... (andere modaliteiten zijn evenzeer denkbaar De in artikel 951 B.W. opgesomde gevallen zijn niet limitatief).
Een recht van terugkeer kan ook beperkt worden tot bijvoorbeeld de blote eigendom (naar analogie zoals dit voorzien is de wettelijke terugkeer voor de langst levende huwelijkspartner).
Het recht van terugkeer bij handgift of bankgift
Ook een hand- of bankgift kan gepaard gaan met modaliteiten, zoals een dergelijk recht van terugkeer, aangezien het inlassen van zo’n voorwaarde niet verhindert dat er een traditio (lees volwaardige en definitieve eigendomsoverdracht) van de geschonken goederen plaatsvindt
Wel bestaat geen eensgezindheid in hoeverre een conventionele terugkeer ook in een latere akte kan worden gestipuleerd (Brussel 27 april 2017, RNB 2018, 770)
Wettelijke bron
Uittreksel uit het burgerlijk wetboek:
Art. 951. De schenker kan ten aanzien van de geschonken goederen het recht van terugkeer bedingen, hetzij voor het geval van vooroverlijden van de begiftigde alleen, hetzij voor het geval van vooroverlijden van de begiftigde en zijn afstammelingen.
Dit recht kan alleen ten voordele van de schenker worden bedongen.
Art. 952. Het recht van terugkeer heeft ten gevolge dat alle vervreemdingen van de geschonken goederen worden vernietigd en dat deze goederen tot de schenker terugkeren zuiver en vrij van alle lasten en hypotheken, behoudens echter de hypotheek tot vrijwaring van het huwelijksgoed en de huwelijksvoorwaarden, indien de overige goederen van de begiftigde echtgenoot niet toereikend zijn, en alleen ingeval de schenking hem gedaan is bij hetzelfde huwelijkscontract waaruit die rechten en hypotheken voortvloeien.
Procedure
De terugkeer gebeurt van rechtswege en dient dus niet in rechte gevorderd, onverminderd de mogelijkheid voor de schenker zich in rechte te voorzien indien de conventionele terugkeer door afgifte van het geschonkene wordt geweigerd. door de erfgenamen van de begiftigde Deze vordering strekt dan tot het loutere bestaan van de ontbinding van de schenking vast te stellen en de erfgenamen van de begiftigden te veroordelen tot afgifte.
Ingevolge de terugkeer verdwijnt de schenking met retroactieve werking.
Wat moet worden teruggegeven?
1. Bij schenking van een bepaald (roerend of onroerend) goed dient het goed zelf teruggegeven indien het goed bevindt zich nog in het vermogen van de begiftigde bevindt en dit in de staat waarin ze zich bevinden, zonder recht op vergoeding voor de minwaarde ten gevolge van gewone slijtage door gebruik, of door overmacht.
2. Bij schenking van soortgoederen dienen goederen teruggegeven voor eenzelfde hoeveelheid van dezelfde soort.
3. Bij schenking van geld dient dezelfde som teruggeven
4. Indien het geschonken goed verloren gegaan is door de fout van de begiftigde, moet de tegenwaarde van het goed aan de schenker vergoed worden
5. Bij verlies door overmacht of toeval moet de begiftigde niets teruggeven, zelfs niet de vergoeding die de begiftigde bekwam van de verzekering (Nathalie Labeeuw,, Recht van terugkeer en zakelijke subrogatie, TEP 2006, 104-118, Jurisquarebibliotheek)
Vruchten blijven behouden
Het recht van terugkeer slaat niet op de verworven vruchten. Zo ook blijven de daden van beheer die de begiftigde stellen alle uitwerking behouden.
Uitwerking ten aanzien van derden
Alle vervreemdingen die de begiftigde heeft gedaan en of alle vestigingen van zakelijke rechten vervallen. De schenker neemt de geschonken goederen vrij en onbelast terug ingevolge de retroactieve werking uitwerking van de conventionele terugkeer, tenzij het om een schenking van roerende goederen gaat waarbij derden zich kunnen beroepen op het bezit als titel van eigendom.
Afstand door de schenker van het recht
De schenker kan uitdrukkelijk of stilzwijgend zowel vóór als na het overlijden van de begiftigde, van het recht van terugkeer afstand doen. Het conventioneel recht van terugkeer is in tegenstelling tot het wettelijk recht van terugkeer (dat een anomaal erfrecht is) geen erfrecht, zodat een afstand van het recht van terugkeer geen beding of wilsuiting over een niet-opengevallennalatenschap uitmaakt..
Het recht van terugkeer moet worden bedongen op het moment van de schenking zelf en niet nadien.
Degene die zich op het beding van terugkeer beroept, moet het bewijs leveren dat de terugkeer werd bedongen op het ogenblik van de gift zelf;
Het achteraf toevoegen van een conventioneel recht van terugkeer is ongeoorloofd en wordt door sommige rechtspraak beschouwd als een nieuwe schenking met de hieraan verbonden gevolgen (Antwerpen 20 april 2016, Limb.Rechtsl. 2017, 239; Gent 22 februari2018, TEP 2018, 359, supra, 563; Labeeuw, 2006; Pintens e.a., 2010; Puelincx-Coene, 2003 en Verstraete en Van Geel, 2016).