Een verzet of hoger beroep dat werd ingesteld buiten de wettelijke termijnen of vormvereisten verplicht de rechter op verzet of hoger beroep het rechtsmiddel af te wijzen als niet-ontvankelijk te verklaren en laat aldus de rechter op verzet of hoger beroep niet toe de bestreden beslissing te wijzigen zelfs als de strafvordering inmiddels zou vervallen zijn door verjaring.
Een rechter die niet correct is gevat kan geen uitspraak doen.
Indien een rechter in eerste aanleg een verzet niet ontvankelijk verklaart en de rechter in hoger beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het verzet kan de appelrechter zich niet uitspreken over de verjaring van de strafvordering.
Een ontvankelijk maar ongedaan verzet doet de strafvordering niet vervallen.
Ongedaan verzet houdt in dat het verzet weliswaar ontvankelijk is, maar de verstekbeslissing niet doet vervallen.
Uittreksel uit het wetboek van strafvordering art. 187, § 6 Sv:
Het verzet wordt als ongedaan beschouwd:
1° indien de eiser in verzet, wanneer hij persoonlijk of in de persoon van een advocaat verschijnt en vaststaat dat hij kennis heeft gehad van de dagvaarding in de procedure waarin hij verstek heeft laten gaan, geen gewag maakt van overmacht of van een wettige reden van verschoning ter rechtvaardiging van zijn verstek bij de bestreden rechtspleging, waarbij het erkennen van de aangevoerde overmacht of reden overgelaten wordt aan het soevereine oordeel van de rechter;
2° indien de eiser in verzet nogmaals verstek laat gaan bij zijn verzet, en dat in alle gevallen, ongeacht de redenen voor de opeenvolgende verstekken en zelfs indien het verzet reeds ontvankelijk werd verklaard.
In deze gevallen wordt het verzet ongedaan gemaakt omwille van een gebrek aan inzet en interesse van de versteklatende partij.
De uitspraak op verstek blijft in dit geval onveranderd gelden, zonder dat dit belet om tegen een vonnis van ongedaan verzet hoger beroep aan te tekenen.
De rechter die het verzet ongedaan verklaard mag dit vonnis bij verstek niet wijzigen, zelfs wanneer hij vaststelt dat de strafvordring zou verjaard zijn.
Enige ontsnapping aan de sanctie van het ongedaan verzet wegens afwezigheid van de beklaagde en zijn advocaat na verzet blijft het oordeel van de rechter dat deze afwezigheid te wijten is aan overmacht.
Hoger beroep tegen een verzet waarvan afstand is gedaan
De partij die verzet heeft gedaan kan ervan afstand doen of dat beperken volgens de nadere regels inzake afstand of beperking in hoger beroep.
De partijen in het geding kunnen afstand doen van het ingesteld hoger beroep of verzet en het verzet of het ingesteld hoger beroep beperken. Dit middels een verklaring, ingediend op de griffie van de rechtbank of het hof die van het hoger beroep kennis moet nemen.
Die verklaring kan in voorkomend geval ook worden gedaan op de griffie van de gevangenis of van het gemeenschapscentrum voor minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd.
Van de verklaring wordt proces-verbaal opgemaakt in het daartoe bestemd register.
De partijen in het geding kunnen ook op de zitting afstand doen van het ingesteld hoger beroep of verzet of het ingesteld verzet of hoger beroep beperken.
De afstand of beperking kan worden ingetrokken totdat er akte van is verleend door het hof of de rechtbank die van het hoger beroep kennis moet nemen.
Ingeval van hoger beroep met betrekking tot de burgerlijke rechtsvordering, kan de partij tegen wie het hoger beroep gericht is, evenwel beslissen de afstand niet te aanvaarden indien incidenteel beroep is ingesteld.
Ten gevolge van het verzet wordt de veroordeling voor niet-bestaande gehouden, behoudens in geval van onontvankelijk verzet, ongedaan verzet of afstand van verzet.
In alle andere gevallen dient de rechter op verzet de strafzaak volledig opnieuw te beoordelen.
De uitspraak in hoger beroep over een verstekvonnis verliest haar waarde wanneer het verzet tegen dat verstekvonnis ontvankelijk wordt verklaard.
Tegen het vonnis op verzet kan hoger beroep worden ingesteld, waarna de rechter in graad van beroep binnen de perken van het ingestelde beroep uitspraak doet.
Maar indien de appelrechter de beslissing van onontvankelijkheid van het verzet van de eerste rechter volgt, dient hij het verstekvonnis te laten voor wat het is en heeft hij geen beslissingsbevoegdheid meer over de zaak.
Bij hoger beroep tegen ongedaan (verklaard) dient de appelrechter zich wel uit te spreken over de zaak en heeft hij volle rechtsmacht tot herbeoordeling, binnen de grenzen van de akte van hoger beroep en het grievenformulier.
In hoeverre er beroep kan aangetekend tegen een uitspraak op verstek waartegen verzet werd aangetekend en waarbij er nadien afstand werd gedaan is twijfelachtig. Hierover bestaan verschillende visies.