HOMO HOMINI LUPUS
De dubbele bodem van deze Romeinse uitspraak, voor het eerst geciteerd door Plautus in zijn toneelstuk Asinaria (rond 200 v.Chr.), is wellicht vele juristen ontgaan. De Romeinse staat is volgens haar eigen legende ontstaan uit 2 wolvenkinderen Romulus en Remus, kinderen van Mars en Rhea Silvia, die zeer goed de wolvenorde, lees het wolvenrecht verstonden, gevoed door de wolvenmelk.
Dit citaat slaat niet alleen op het afschrikwekkende gedrag van mensen onder mekaar, maar in een onderliggende laag verwijst het naar de ordening van de maatschappij, naar het wolvenrecht. Dit mag geen pleidooi zijn om de mensen tot wolven te maken maar wel een reflexie over de boodschap die de wolf aan de mens brengt.
Hoe zeer onze cultuur verweven is met de Latijnse gedachtengang blijkt uit onze eigen opleiding. Nadat we de verbuiging van” rosa” in het eerste uur Latijn leerden, schakelden we over op het tweede zelfstandig naamwoord “lupus”.( En na het eerste werkwoord “zijn” (esse) leerden we reeds als tweede werkwoorden “amare”…)
Wie stelt dat recht uniek menselijk is, heeft een grenzeloze pretentie. Ook het dierenrijk en zeker de wolven en de honden hebben hun eigen regels en ordening in de roedel.
De kracht van de wolf bestaat in de regels van deze roedel, waarbij er eerbied en respect bestaat voor de onderlinge hiërarchie. De kracht van het wolvenras is samenhorigheid, hiërarchie, samenwerking, regels en empathie, maar ook de wil om gezag in vraag te stellen en na de strijd het gezag te aanvaarden. Geschillen worden niet op leven en dood beslecht maar door het aanbieden van excuses.
Mensen excuseren zichzelf, in plaats van ze pretentieloos nederig aan te bieden, ze worden vaak veel te laat en meestal voorwaardelijk geuit waarbij het eigen gedrag dan nog eens wordt gerationaliseerd of goed gepraat. Wolven bieden echte excuses aan, onmiddellijk, onvoorwaardelijk en zonder mooipraterij. Zij verlaten het strijdtoneel met hun staart tussen hun benen en hun kop omlaag of bieden hun nek aan in een gevecht waarin zij zich de zwakkere voelen. En onmiddellijk leeft de wolvengemeenschap in vrede verder.
Wolven onderhandelen ook, weze het door het tonen van hun echte argumenten, hun tanden met opgetrokken lip, gepaard met dreigend gegrom. Worden deze argumenten voldoende geacht dan wordt de strijd niet aangegaan. Worden ze te zwak beoordeeld dan volgt de procedure, de strijd die geregeld wordt door het wolvenrecht en waarbij het einde voor winnaar en verliezer vooraf vastligt. Een winnaar, een verliezer die zich daarna integreert en terug aanvaard wordt, of een onbesliste strijd. Enkel domme honden argumenteren met emoties en inhoudsloze argumenten door urenlang naar mekaar te blaffen, hetgeen enkel maar ergernis opwekt.
Hoe vele brieven en zelfs aanmaningen hebben we reeds moeten lezen die niets anders inhouden dan inhoudsloos geblaf. Hoe vaak hebben we niet deelgenomen aan of getuige geweest van onderhandelingen die ongestructureerd zonder systeem gevoerd werden en in niets meer resulteerden dan uiting van frustraties, beledigingen en verwijten, zonder oplossingen of die het conflict alleen maar deden escaleren. Hoe vele rechters hebben niet kennis moeten nemen van conclusies die bol staan van beschouwingen, emoties en percepties en zo arm zijn aan echte argumenten en gestaafde stukken. Bijtende honden blaffen niet. Onderhandelen doe je gestructureerd, met een voorafgaand agenda en afgesproken regels, met juridisch onderbouwde argumenten, dan wel op basis van billijkheid, of gemeenschappelijke betrachtingen en bekommernissen, dan wel op basis van een nuchter door beide partijen aanvaard ander criterium, maar gespeend van emoties en geblaf. Briefwisseling in geschillen blijft nuchter en zakelijk en blijft beperkt tot de inhoud. Conclusies bevatten onderbouwde argumenten ontdaan van proza.
Ook wolven worden moe van het wederzijds geblaf naar mekaar zonder inhoud. Toch doen ze het en blijven ze het doen omdat dit geblaf en machtsvertoon vaak voldoende is om de andere af te schrikken of te intimideren, de ene wolf wordt hees van het geblaf en staakt ermee, wanneer hij een intelligente tegenstander heeft die het geblaf negeert, de dommere wolf blijft tegenblaffen tot hij niet meer kan, dan wel door zijn domheid zich geïntimideerd gewonnen geeft
Maar de echte wolf weet dat enkel de confrontatie, lees het inhoudelijk argument, wie nu de sterkste is of de regel eerbiedigt, dan wel de andere respecteert, het op termijn haalt, zo niet wordt er steeds opnieuw geblaft.
Deze bijdrage werd gepubliceerd in info@law 2012/4 pagina 4 Dit nummer van info@law staat in het teken van de wolf:
Over ordening in de samenleving
Over empathie en samenleven
Over het beëindigen van relaties
Over…mensen en wolven
Laat ons eindigen met een ander citaat tot besluit
'Homo res sacra homini' Seneca
Elfri De Neve