De uitgesproken homoseksualiteit van een partner in een heteroseksueel huwelijk werd onder het oude echtscheidingsrecht als grief echtscheiding aanvaardt Zo zou ook kon het uitgesproken heteroseksueel of biseksueel gedrag in een homoseksueel huwelijk een grief tot echtscheiding uitmaken.
De seksuele geaardheid van een partner kon ook meespelen om het beledigend karakter van feiten gepleegd door de andere partner te ontnemen:
Het Hof te Luik oordeelde op 25 februari 1992, (R.R.D. 1993, 11).
Wanneer een vrouw gaat samenwonen met een man, meer dan anderhalf jaar na de scheiding volgend op een in haar hoofde onberispelijk echtelijk leven, terwijl ze op materieel en vooral op affectief gebied reeds verscheidene jaren aan haar lot was overgelaten door een echtgenoot wiens homoseksualiteit algemeen bekend en zijn onverschilligheid te haren opzichte overduidelijk waren, heeft zij geen daad gesteld die als grief echtscheiding kan worden aangewend tegen haar, laat staan dat zij enige daad zou hebben gesteld die een zwaar beledigend karakter heeft.
Het bijhouden van adressen van andere partners en het bijhouden van lijsten met homoseksuele werken was weerhoudbaar als grief echtscheiding
zie Luik (1e k.) 19 november 2002, J.L.M.B. 2003, afl. 26, 1146 en http://jlmbi.larcier.be (2 juli 2003); , Rev. trim. dr. fam. 2004, afl. 2, 334.
Het eenzijdige karakter van een getuigschrift moet de magistraat aanzetten tot de grootste behoedzaamheid en het is in de praktijk gebruikelijk dit getuigschrift aan tegenspraak te onderwerpen door middel van onderzoeken. Toch wordt de bewijskracht van een getuigschrift soeverein beoordeeld door de rechter en deze bewijskracht kan in aanmerking worden genomen indien zij door andere elementen gestaafd en bevestigd wordt zoals, ter zake, een opschrijfboekje dat aan de echtgenote toebehoort met daarin de vermelding van werken over homoseksualiteit of overzichten van telefoongesprekken naar hetzelfde telefoonnummer van een andere vrouw.
Het louter bekennen van een homoseksuele geaardheid werd als echtscheidingsgrief weerhouden:
Rb. Luik 8 juni 2000, Rev. trim. dr. fam. 2000, 382, noot DANDOY, N. . L'homosexualité refoulée: cause de divorce?
Een fout in de zin van art. 231 B.W. houdt in dat de echtgenoot vrijwillig daden stelt, waarvan hij moet weten dat de gevolgen ervan zwaar kwetsend zijn voor de andere echtgenoot, zonder dat het noodzakelijk is dat deze daden worden gesteld met de bedoeling te beledigen. Door zijn echtgenote een brief te sturen waarin hij zijn verdrongen homoseksualiteit bekent, waarbij hij aanstipt dat deze homoseksualiteit louter passief en intellectueel is, kon de echtgenoot, hoewel hij geleid werd door een streven naar eerlijkheid, er niet onkundig van zijn dat hij zijn echtgenote diep beledigde. Die echtgenoot is bijgevolg schuldig aan grove beledigingen ten opzichte van zijn echtgenote.