Indien de langstlevende echtgenoot onwaardig is om van de overleden echtgenoot te erven, verliest hij ook alle voordelen die hij uit de samenstelling, de werking, de vereffening of de verdeling van het gemeenschappelijk vermogen had kunnen verkrijgen. Hij blijft evenwel gerechtigd op de helft van hetgeen is overgespaard van de wederzijdse inkomsten der echtgenoten, tenzij hem door de huwelijksovereenkomst een kleiner aandeel toekomt, dat hij in dat geval behoudt.
De bepalingen inzake onwaardigheid om te erven zijn van overeenkomstige toepassing op de onwaardigheid om huwelijksvoordelen te verkrijgen of te behouden. Dit is eveneens het geval indien de langstlevende echtgenoot uit de nalatenschap van de overleden echtgenoot gesloten is, hetzij door een ontervend beding, hetzij door een beslissing tot uitsluiting of tot verval van zijn erfrecht.
zie artikel
Art. 1429bis BW
Een huwelijksvoordeel is de begunstiging van een echtgenoot door de samenstelling, de werking, de vereffening of de verdeling van het huwelijksvermogensstelsel.
Met huwelijksvoordelen worden bedoeld, eensdeels, alle schenkingen tussen echtgenoten, anderdeels, de voordelen die tegelijk overlevingsrechten zijn, met name de bedingen van vooruitmaking en de bedingen van ongelijke verdeling van de huwelijksgemeenschap.
Huwelijksvoordelen zijn voordelen die een echtgenoot verkrijgt uit de werking, samenstelling of verdeling van het huwelijksvermogensstelsel, waarmee hem aanwinsten worden toegekend, ook al zouden dat alle aanwinsten zijn. Dit geldt voor elk huwelijksvermogensstelsel, zowel van gemeenschap als van scheiding van goederen.
De kwalificatie als huwelijksvoordeel is een objectieve kwalificatie. Deze kwalificatie verwijst naar de aard van de goederen waarop het voordeel is toegekend en wordt beoordeeld op het moment waarop de toewijzing plaatsvindt, d.w.z. bij de ontbinding van het huwelijksstelsel. Op dat ogenblik wordt nagegaan op welk soort goederen het beding betrekking heeft en of het binnen de perken blijft van wat als een huwelijksvoordeel kan bestempeld worden.
Hetgeen verkregen wordt krachtens een verdelingsbeding van dat gemeenschappelijk vermogen, kan niet beschouwd worden als een contractuele erfstelling en evenmin als een schenking.