Regeling voor de huurcontracten van woningen in Vlaanderen afgesloten sinds 1 januari 2019
Uittreksel uit het woninghuurdecreet:
" Art. 61. Indexatie van de huurprijs
§ 1. Dit artikel is niet van toepassing op huurovereenkomsten waarbij een onderwijsinstelling verhuurt aan studenten die voldoen aan de voorwaarden om een verminderde huurprijs te bekomen.
§ 2. Als de duur van de huurovereenkomst langer dan een jaar bedraagt, wordt de huurprijs eenmaal per jaar aan de kosten van levensonderhoud aangepast op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst, tenzij die aanpassing uitdrukkelijk uitgesloten is.
De aanpassing, vermeld in het eerste lid, gebeurt conform artikel 34.
§ 3. Als een woning het voorwerp is van opeenvolgende huurovereenkomsten met dezelfde huurder, mag de basishuurprijs niet hoger zijn dan de bij de initiële huurovereenkomst bepaalde huurprijs. Die huurprijs kan proportioneel worden aangepast conform artikel 34, tenzij de normale huurwaarde van het goed ondertussen ten gevolge van nieuwe omstandigheden, met ten minste 20% of ten gevolge van werkzaamheden in het gehuurde goed met ten minste 10% is gestegen.
Niettegenstaande enig andersluidend beding of enige andersluidende overeenkomst vermindert de rechter de huurprijs tot de huurprijs die eisbaar was krachtens de initiële huurovereenkomst, proportioneel aangepast conform artikel 34, als de verhuurder niet bewijst dat de huurprijs werd vastgelegd conform het eerste lid."
Regeling voor de huurcontracten van woningen afgesloten voor 1 januari 2019:
Indien zulks niet uitdrukkelijk is uitgesloten en op voorwaarde dat de huurovereenkomst bij geschrift is gesloten, is de aanpassing van de huurprijs aan de kosten van levensonderhoud eenmaal per huurjaar, verschuldigd op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst, volgens de regels bepaald bij artikel 1728bis van het Burgerlijk Wetboek.
Deze aanpassing vindt slechts plaats op schriftelijk verzoek van de belanghebbende partij en werkt slechts terug tot drie maanden voorafgaand aan die van het verzoek. (art. 6 van de woninghuurwet).
De vordering tot aanpassing van de huur aan de levensduurte verjaart na 1 jaar. (art. 2273 B.W.)
Deze bepaling is van dwingend recht zie Cass. (3e k.) AR C.04.0036.N, 21 juni 2004 (Y.S. / Gent Eurimmo) http://www.cass.be (12 augustus 2004); , Echos log. 2005, afl. 3-4, 30 en http://mrw.wallonie.be/dgatlp/dgatlp/Pages/DGATLP/PagesDG/Echos.htm (15 december 2005), noot THOLOME, L. ; , RABG 2005, afl. 7, 565, noot DAMBRE, M. .
Een beding luidens hetwelk de huurprijs de 'toegelaten verhogingen volgt' is onvoldoende om tot een specifieke contractuele indexkoppeling te besluiten. Vred. Roeselare 30 maart 1993, T. Vred. 1994, 323, noot HUBEAU, B. .
De niet naleving van deze regel resulteert in relatieve nietigheid.
HUURINDEXERING WONINGHUUR VOOR 01/01/2019:
OUDE HUURCONTRACTEN
Huurcontracten afgesloten voor 28 februari 1991 kunnen slechts aangepast worden aan de index wanneer dit voorzien werd in het huurcontract.
Huurcontracten afgesloten na 28 februari 1991 kunnen steeds op hun verjaardag geïndexeerd worden onafgezien of dit al dan niet in het huurcontract werd bepaald.
Evenwel mag er contractueel worden vastgelegd dat de huur niet vatbaar is voor indexatie. Mondelinge huurcontracten afgesloten voor 28.02.1991 zijn niet vatbaar voor indexatie.
Mondelinge huurcontracten afgesloten tussen 28.02.1991 en 31.05.1997 zijn vatbaar voor indexatie.
Mondelinge huurcontracten afgesloten na 31.05.1997 zijn niet vatbaar voor indexatie, aangezien slechts schriftelijke contracten vanaf 31.05.1997 vatbaar zijn voor indexatie (art. 6 woninghuurwet).
Op 26 april 2007 heeft het Grondwettelijk Hof evenwel beslist dat art. 6 het gelijkheids- en niet-discriminatiebeginsel schendt voor zover het elke aanpassing aan het indexcijfer bij een mondelinge huurovereenkomst verbiedt. Volgens het Hof moet het mogelijk zijn dat partijen bij een mondelinge huurovereenkomst overeenkomen om toch een indexaanpassing door te voeren. Enkel de eenzijdige oplegging van een indexaanpassing voor de verhuurder bij een mondelinge huurovereenkomst is onmogelijk.
De indexatie van een huurcontract gebeurt niet automatisch maar op initiatief van de verhuurder.
Een huurindexatie heeft hoogstens 3 maanden terugwerkende kracht in de woninghuurwet en het recht om een indexatie te vorderen is verjaard na 1 jaar.
De huurindexatie wordt berekend volgens de formule basishuurprijs x nieuwe indexcijfer der consumptieprijzen die voorafgaat aan de maand van de verjaring van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst en dit gedeeld door het aanvangsindexcijfer.
Voor huurovereenkomsten afgesloten voor 01.01.1981 is het aanvangscijfer het indexcijfer van de maand december 1982.
Huurovereenkomsten afgesloten tussen 01.01.1981 en 01.01.1984 die in werking traden voor 01.01.1984 hebben als aanvangsindexcijfer dat van de maand voorafgaand aan de maand waarin de indexatie kon worden toegepast in 1983 hetweze het indexcijfer van de maand die voorafgaat aan de inwerkingtreding van de overeenkomst, voor zover deze in werking trad in 1983.
Voor de overeenkomsten die in werking traden vanaf 01.01.1984 is het aanvangsindexcijfer het indexcijfer der consumptieprijzen van de maand die voorafgaat aan de maand waarin de overeenkomst werd afgesloten.
Voor overeenkomsten afgesloten vanaf 01.02.1994 is het aanvangsindexcijfer de gezondheidsindex van de maand die voorafgaat aan de maand waarin de overeenkomst werd gesloten.