De oude indicatieve tabel 2012 werd gepubliceerd op 09/10/2012 door het Nationaal Verbond van magistraten van eerste aanleg en het Koninklijk verbond van vrede- en politierechters (Integrale publicatie in T. Pol 2012, 93-97-125).
(voor de indicatieve tabel 2016: klik hier)
(voor de indicatieve tabel 2020 klik hier)
Deze lijst is bedoeld als leidraad voor de raming van schade die men niet in concreto (schade
waarvan men geen bewijs kan aanvoeren) kan begroten (bijv. de morele schade).
Krachtlijnen indicatieve tabel 2012
• aandacht aan het deskundig verslag
• nieuwe accenten
• aanpassing aan recente rechtspraak en rechtsleer
• wijziging van de structuur van de tabel
• beperking tot de lijst van de gerechtigden op schadevergoeding tot het kerngezin, schrapping van stiefouders en -kinderen, feitelijk gescheiden partners, schoonouders en -kinderen, verloofden in de indicatieve tabel.
• Beperking van het kerngezin tot partners, ouders, kinderen, broers en zussen, grootouders en kleinkinderen.
• forfaitaire bedragen voor morele schadevergoeding blijven minimum 1.250 euro, maximum 12.500 euro.
Inhoudstafel INDICATIEVE TABEL 2012
Inhoudstafel
Voorwoord
Hoofdstuk I. Schade aan voorwerpen en kosten
1. Voertuigschade
1.1. Basisbedrag
1.2. De btw
1.3. Takel- en stallingskosten :
1.4. Gebruiksderving
1.4.1. Wachttijd
1.4.2. Herstellingsduur
1.4.3. Vervangdagen
1.4.4. Vergoeding wegens gebruiksderving
1.4.5. Financiering
2. Verplaatsingskosten
3. Administratiekosten
4. Kledijschade
5. Medische kosten voor en na de consolidatie
Hoofdstuk II. Schade aan personen
I. De deskundigenopdracht
1. Nieuwe structuur
2. De opdracht
1. Procedure
1.1. De oproepingen
1.2. De werkzaamheden
2. De voorafbestaande toestand
3. De tijdelijke schade 3.1. Hulpmiddelen
3 .2. Persoonlijke tijdelijke ongeschiktheid
3.3. Tijdelijke huishoudelijke ongeschiktheid
3.4. Tijdelijke economische ongeschiktheid
3.5. Specifieke schade
4. Blijvende schade
4.1. Consolidatie
4.2. Hulpmiddelen
4.3. Persoonlijke blijvende ongeschiktheid
4.4. Blijvende huishoudelijke ongeschiktheid
4.5. Economische ongeschiktheid
4.6. Specifieke schade
4.7. Voorbehoud
4.8. Verzorging en uitgaven na de consolidatie
5. Voorlopig verslag en eindverslag
6. Voorschotten en ereloon
7. Verzaking aan de deskundige opdracht en beroep
8. Inwerkingstelling van de deskundige (facultatief)
IL De tijdelijke schade
2.1. De hulpmiddelen
2.1.1. Materiële hulpmiddelen
2.1.2. Hulp van derden
2.2. Persoonlijke ongeschiktheid
2.3.Huishoudelijke ongeschiktheid
2.4. Economische ongeschiktheid
2.4.1. Verlies van inkomen
2.4.2. Verhoogde inspanningen
2.5. Specifieke schade
2.5.1. De pijn
2.5.2. De esthetische schade
2.5.3. De seksuele schade
2.5.4. De genoegenschade
2.6.Het verlies van een schooljaar
2.6.1. Materiële schade
2.6.2. Morele schade
2.6.3. Achterstand in de loopbaan
2.7. Schade geleden door de naastbestaande
III. De blijvende schade
3.0. Voorwoord: de wijzen van vergoeding (rente, kapitalisatie, forfait)
1. Herzienbare en geïndexeerde rente
2. Kapitalisatie
3. Forfaitaire vergoeding
3 .1. De hulpmiddelen
3 .1.1. De materiële hulpmiddelen
3.1.2. Hulp van derden
3 .2. De persoonlijke, huishoudelijke, economische ongeschiktheid
3 .2.1. De persoonlijke ongeschiktheid
3.2.2. De huishoudelijke ongeschiktheid
3.2.3. De economische ongeschiktheid
3.2.3.1. Inkomensverlies
3.2.3.2. Verhoogde inspanningen
3.2.3.3. Postprofessionele schade
3.3.De specifieke schade
3.3.1. De pijn
3.3.2. De esthetische schade
3.3.3. De seksuele schade
3.3.4. De genoegenschade
3.4. Schade door weerkaatsing
3.5. Voorbehoud (reserves)
IV. Het overlijden
4.1. Begrafeniskosten
4.2. Schade ex haerede
4.3. Schade van de naastbestaande
4.3 .1. Morele schade
4.3.2. Materiële schade
4.3.2.1. Schade wegens het verlies van inkomsten van de overledene
4.3.2.2. Schade geleden door verlies van huishoudelijke taken geleverd door het slachtoffer
Hoofdstuk III. Interest en provisie
1. De vergoedende interest
2. De moratoire interest
3. Provisie
Bijlage: drie voorbeelden
Voor de indicatieve tabel 2016: klik hier
Voor de indicatieve tabel 2020: klik hier
Nieuw in de indicatieve tabel 2020:
- Administratieve kosten fotokopieën, typen enz.): forfaitaire vergoeding van tussen de € 50 en € 150 ‘rekening houdend met de complexiteit van de zaak’.
- Kilometervergoeding € 0,35 per gereden km.
- De term ‘gebruiksderving van het voertuig’ (= gebruiksderving na het immobiliseren van een voertuig met schade aan het slachtoffer tot gevolg) wordt vervangen door de term ‘vergoeding wegens onbeschikbaarheid’.
- De morele schade voor het verlies van een studiejaar, dat in 2016 voor alle onderwijsvormen op € 3.750,00 werd vastgesteld, wordt tot € 2.500,00 verlaagd voor de lagere en middelbare school. Het bedrag voor het hoger onderwijs werd tot € 3.800,00 verhoogd.
- Het forfaitaire bedrag van de blijvende ongeschiktheid wordt gezien als de geschikte vergoedingsvorm voor lichte tot matige ongeschiktheid, zonder dat er een graad wordt gepreciseerd. Daarmee wil men het slachtoffer een forfaitair bedrag toekennen ter compensatie van de ongemakken die de blijvende ongeschiktheid in de toekomst nog zal veroorzaken.
- De rente wordt aanzien als de meest geschikte vergoeding is om de schade als gevolg van een aanzienlijke blijvende ongeschiktheid (de term ‘aanzienlijk’ is nieuw) te compenseren, zonder de graad verder te specificeren. De rente moet ervoor zorgen dat het slachtoffer elke maand of elk jaar het bedrag van de uitgaven (medicijnen, prothese enz.) ontvangt waarmee hij/zij in de toekomst zal worden geconfronteerd, bijvoorbeeld het equivalent van zijn/haar gederfde inkomsten. Het slachtoffer krijgt dus een vergoeding voor één of meer schadeposten door middel van regelmatige betalingen, eventueel geherwaardeerd en geïndexeerd, tot het einde van zijn/haar leven (lichamelijk of lucratief, afhankelijk van het soort vergoeding).
De overige bepalingen van de Indicatieve Tabel 2020 wijken niet af van de tabel van 2016
De technische rentevoet van 1% blijft ook de aanbevolen rentevoet voor berekeningen voor kapitalisatie, zonder extra inflatiepercentage.
De tabel is geenszins het wondermiddel bij schadebepalingen maar is slechts een middel om partijen bij hun onderhandelingen en de magistraten bij hun beoordeling te helpen knopen door te hakken. Zoals een aandachtige lezer zal merken, biedt de tabel slechts een houvast in die zaken waar er geen andere dan forfaitaire begroting van schade mogelijk is. De tabel vergt een kritische houding vanwege al zijn gebruikers.
De tabel moet iedereen kritisch houden en een permanente aansporing zijn voor allen om zich te vervolmaken in de materie van de vergoeding van schade.
Alles verandert, dus ook de inzichten in schade en de wijzen van vergoeden. De rechtsleer en de rechtspraak volgen deze evolutie langzamer dan de werkgroepen en zijn meer bestemd voor professionelen.
Deze tabel wil op systematische wijze de uit de praktijk gekende knelpunten een oplossing geven, met aandacht voor een zo menselijk mogelijke aanpak van de materie.
Let wel voor schadegevallen vanaf 1 januari 2025 is het nieuwe boek 6 BW van toepassing met verfijning van het begrip schade en een aantal nieuwe regels. Zie deze link: Grondbegrippen over de schade en schaderegeling in het boek 6 van het (nieuw) BW.
Artikel 6.26 (nieuw) BW stelt geen nomenclatuur op van de soorten vergoedbare schade. De wetgever van het nieuw BW heeft dit niet wenselijk geacht gelet op het evolutieve karakter van deze materie en wou dan ook niet de indicatieve tabel vervangen die periodiek opgesteld wordt door het Nationaal verbond van magistraten van eerste aanleg en het Koninklijk verbond van vrede-en politierechters wegschuiven.