Art. 1447. Zelfs wanneer er geen titel bestaat, kan de rechter, op verzoekschrift, derden-beslag toelaten.
Behalve de in artikel 1026 voorgeschreven vermeldingen, geeft het in drie exemplaren opgemaakt verzoekschrift ook aan:
1° de naam, de voornamen, de woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats, de verblijfplaats van de schuldenaar en de derde-beslagene;
2° de oorzaken en het bedrag of de raming van de schuldvordering.
Art. 1447/1. [
1 § 1. Indien de schuldeiser een uitvoerbare rechterlijke beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte heeft verkregen op grond waarvan de schuldenaar de vordering moet voldoen en de schuldeiser redenen heeft om aan te nemen dat de schuldenaar een of meer rekeningen bij een bank in België heeft waarvan hij noch de naam en/of het adres kent, noch het IBAN, de BIC of een ander bankrekeningnummer aan de hand waarvan de bank kan worden geïdentificeerd, kan hij het gerecht waar het verzoekschrift voor het verkrijgen van een bewarend beslag onder derden is neergelegd, vragen de informatie-instantie bedoeld in artikel 555/1, § 1, eerste lid, 25°, de informatie te laten inwinnen aan de hand waarvan de bank of banken en de rekening of rekeningen van de schuldenaar kunnen worden geïdentificeerd.
§ 2. Niettegenstaande paragraaf 1 kan de schuldeiser het in deze paragraaf 1 bedoelde verzoek ook formuleren indien de door hem verkregen rechterlijke beslissing, gerechtelijke schikking of authentieke akte nog niet uitvoerbaar is, voor zover is voldaan aan de volgende voorwaarden:
1° het bedrag waarop bewarend beslag onder derden moet worden gelegd, is aanzienlijk gezien de omstandigheden;
2° de schuldeiser heeft voldoende bewijsmateriaal verstrekt om de rechter ervan te overtuigen dat de informatie dringend moet worden verstrekt, omdat anders de latere inning van de vordering van de schuldeiser jegens de schuldenaar in het gedrang dreigt te komen, waardoor de financiële situatie van de schuldeiser aanzienlijk zou kunnen verslechteren.
§ 3. Het verzoek om informatie wordt door de schuldeiser vervat in het verzoekschrift voor het verkrijgen van een bewarend beslag onder derden. De schuldeiser maakt aannemelijk waarom volgens hem de schuldenaar een of meer rekeningen bij een bank in België aanhoudt, en verstrekt alle hem beschikbare en relevante informatie omtrent de schuldenaar en de rekeningen waarop bewarend beslag moet worden gelegd. Indien de rechter waaraan het verzoekschrift is gericht het verzoek om informatie onvoldoende onderbouwd acht, wordt het verworpen.
§ 4. Indien de rechter ervan overtuigd is dat het verzoek om informatie voldoende is onderbouwd en dat aan alle voorwaarden en vereisten voor het toestaan van het bewarend beslag onder derden is voldaan, met uitzondering van de door artikel 1447, tweede lid, 1°, vereiste vermelding van de gegevens van de derde-beslagene en, in voorkomend geval, de krachtens artikel 1447/2, § 1, vereiste zekerheid, deelt de rechter het verzoek om informatie mee aan de in artikel 555/1, § 1, eerste lid, 25°, bedoelde informatie-instantie, opdat deze instantie de gevraagde informatie kan verkrijgen volgens de in artikel 555/1, § 2, bedoelde nadere regels.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2018-06-18/03, art. 193, 106; Inwerkingtreding : 01-01-2019>
Art. 1447/2. [
1 § 1. In het in artikel 1447/1, § 1, bedoelde geval kan de rechter, alvorens het bewarend beslag onder derden toe te staan en uiterlijk op de vijfde werkdag na neerlegging van het verzoekschrift, van de schuldeiser eisen dat hij een zekerheid stelt ten belope van een bedrag dat volstaat om misbruik te voorkomen van de procedure voor het verkrijgen van een bewarend beslag onder derden en om de door de schuldenaar als gevolg van dit beslag geleden schade te vergoeden, voor zover de schuldeiser voor die schade aansprakelijk is.
In het in artikel 1447/1, § 2, bedoelde geval eist de rechter, alvorens het bewarend beslag onder derden toe te staan en uiterlijk op de tiende werkdag na neerlegging van het verzoekschrift, dat de schuldeiser de in het eerste lid bedoelde zekerheid stelt, tenzij de rechter deze zekerheidstelling in het licht van de omstandigheden niet passend acht.
§ 2. De rechter bepaalt in voorkomend geval deze zekerheid, waarvoor hij zo nodig de nadere regels vaststelt.
§ 3. Zodra de schuldeiser, in voorkomend geval, de vereiste zekerheid heeft gesteld en zodra de rechter beschikt over de informatie die hij overeenkomstig artikel 1447/1 heeft gevraagd, beslist de rechter onverwijld over het verzoekschrift voor het verkrijgen van een bewarend beslag onder derden.
§ 4. Indien overeenkomstig paragraaf 1 een zekerheid werd gesteld en het verzoekschrift voor het verkrijgen van een bewarend beslag onder derden geheel wordt afgewezen omwille van het ontbreken van rekeninginformatie, dan beveelt de rechter die de informatie heeft opgevraagd de onmiddellijke vrijgave van die zekerheid.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2018-06-18/03, art. 194, 106; Inwerkingtreding : 01-01-2019>