Conventionele interest
is de interest die door partijen werd overeengekomen.
zie verbruiklening art. 1905 B.W.
zie het principe van het vrij bedingen van rente art. 1907 B.W.
zie de principes van het ongeoorloofd karakter van de overdreven rente
zie de principes van art. 2277 B.W. tot verjaring van de rente na 5 jaar
Moratoire interest
Moratoire rente is deze die verschuldigd is wegens vertraging in de uitvoering van een eisbare overeenkomst die een geldsom tot voorwerp heeft na ingebrekestelling (art. 1153 B.W.)
uitzonderingen op het principe van de vereiste van ingebrekestelling: cfr art. 1146 BW:
- partijen kwamen overeen dat geen ingebrekestelling nodig was
- wettelijke bepaling die van rechtswege interest oplegt
- gebruik bij rekening-courant
- uit de omstandigheden blijkt dat de verbintenis niet nageleefd wordt vb. bij de verbintenis iets niet te doen (art. 1145 BW) of indien de verbintenis slechts binnen een bepaalde tijd, die de schuldenaar heeft laten voorbijgaan, kan worden nagekomen (art. 1146 BW).
Ingebrekestelling dient te gebeuren conform art. 1139 BW (aanmaning of door de overeenkomst zelf wanneer deze bepaalt dat de schuldenaar in gebreke zal zijn door de verloop van de vervaltijd).
Wettelijke interest
Deze uitdrukking heeft verschillende betekenissen. Meestal wordt bedoeld de rente die van rechtswege zonder ingebrekestelling loopt.
zie ter zake :
art. 455, 456, 474, 609, 612, 856, 1015, 1207, 1378, 1436, 1450, 1440,1473 1548, 1570, 1652, 1846, 1996, 2001, en 2028 B.W Sommige nummers verwijzen naar oude bepalingen.
Conform het gewoonterecht brengen schuldvorderingen van een rekening-courant van rechtswege interest op.
Conform art. 10 van de loonbeschermingswet van 12/04/1965 brengt het loon ook van rechtswege interest op vanaf het ogenblik van de eisbaarheid ervan.
Zie ook de wettelijke interest en de Arbeidsongevallenwet, de Beroepsziektenwet, het fiscaal recht, de RSZ wet, het sociaal statuut van zelfstandigen, de wettelijke interest bij overheidsopdrachten.
zie ook de bepaling van de rentevoet van de wettelijke interest ingevolge de programmawet van 27/12/2006. De wettelijke interest voor 2007 bedraagt %aldus 6%. Voor 2008, 7%.
WETTELIJKE INTRESTVOETEN
Wet 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest
(B.S. 7 mei 1865)
|
%
|
|
4,50
5,50
|
tot 30.06.1970 (burgerlijke zaken)
tot 30.06.1970 (commerciële zaken)
|
6,50
|
van 01.07.1970 tot 31.10.1974
|
8,00
|
van 01.11.1974 tot 31.07.1981
|
12,00
|
van 01.08.1981 tot 31.07.1985
|
10,00
|
van 01.08.1985 tot 31.07.1986
|
8,00
|
van 01.08.1986 tot 31.08.1996
|
7,00
|
van 01.09.1996 tot 31.12.2006
|
|
Nieuwe werkwijze
Programmawet van 27-12-2006 artt. 87 en 88
(B.S. 28-12-2006)
|
6.00
|
voor het jaar 2007
Mededeling van de Algemene Administratie van de Thesaurie
(B.S. 17-01-2007)
|
7.00
|
voor het jaar 2008
Mededeling van de Algemene Administratie van de Thesaurie
(B.S. 15-01-2008)
|
5,5
|
voor het jaar 2009
|
3,25
3,75
4,25
2,75
2,75
2,5
2,25
2
2
2
|
voor het jaar 2010
voor het jaar 2011
voor het jaar 2012
voor het jaar 2013
voor het jaar 2014
voor het jaar 2015
voor het jaar 2016
voor het jaar 2017
voor het jaar 2018
voor het jaar 2019
voor het jaar 2020
|
Zie ook de principes van subrogatie, art. 1254 BW en de verjaring
Vergoedende interest of compensatoire interest
Deze rente is een vorm van schadeloosstelling bij niet uitvoering van een verbintenis die een geldsom tot voorwerp heeft of een onrechtmatige daad of een onteigening. Deze rente veronderstelt dus een schade.
De rentevoet wordt vrij door de rechter bepaald.
Tijdstip vanaf wanneer deze rente loopt: zie APR interest p. 130
Afhankelijk van de situatie:
- dag van ongeval
- dag van herstelling
- datum van betaling
- andere data volgens de rechtspraak
Zie ook commentaren en toelichtingen van Schrijvers mbt vergoedende interest
Cassatie 22/10/2003, R.W. 2006-2007, 827
Overwegende dat de compensatoire interest inherent deel uitmaakt van de schadevergoeding die tot herstel van de door de onrechtmatige daad veroorzaakte schade wordt toegekend ; dat ze de bijkomende schade vergoedt uit de uitgestelde betaling van de vergoeding waarop de benadeelde op de datum van de schade recht had ;
Dat, bijgevolg, de verrekening op de compensatoire interest, met toepassing van artikel 1254 van het Burgerlijk Wetboek, van de betalingen ter vergoeding van de schade die veroorzaakt wordt door een onrechtmatige daad, leidt tot toekenning van vergoeding van onbestaande schade ;
Overwegende dat de appelrechters eiser veroordelen om aan verweerster vergoedingen plus compensatoire interest te betalen ter vergoeding van haar schade ;
Dat, bijgevolg, het arrest, op grond "dat de door (eiser) gestorte provisies verrekend zullen worden overeenkomstig de gebruikelijke regels van het Burgerlijk Wetboek (artikel 1254 van het Burgerlijk Wetboek)", de artikelen 1382 en 1383 van dat wetboek schendt
Zie ook principes van herwaardering
Zie ook beperking schade door de benadeelde
Zie ook vergoedende interest bij toekenning van voorschotten
Zie ook vergoedende interest bij onteigening en de Stedebouwwet
Zie ook vergoedende interest bij overheidsopdrachten, bij forfaitaire schadevergoeding, in het sociaal recht, bij subrogatie.
Zie ook vergoedende rente en art. 1254 BW en de verjaring (op. cit. APR)
Zie ook Hof van Cassatie, 2e Kamer 6 november 2007, RW 2007-2008, 1716 met NOOT De rentevoet van de compensatoire interest bij buitencontractuele aansprakelijkheid
Gerechtelijke interest
Dit is de rente die de rechter vanaf de inleidende akte of vanaf een ander tijdstip toekent tot op het ogenblik van de betaling en die nooit samen met moratoire, wettelijke of vergoedende rente voor dezelfde periode kan worden genoten. Indien de rentevoet niet vermeldt wordt dit principieel betreft dit de rente aan de wettelijke rentevoet maar de rechter mag hiervan afwijken op grond van een conventioneel beding. Het Hof van Beroep Gent stelde in een arrest van 13 november 2018, RW 2019-2020, 907:
"De conventionele rentevoet is de rentevoet die werd overeengekomen voor de moratoire interesten tot het tijdstip van volledige betaling. Het loutere feit dat een vordering in rechte werd ingesteld tot inning van de verschuldigde gelden, verandert niets aan de rentevoet. De omstandigheid dat de gevorderde intresten worden gekwalificeerd als gerechtelijke intresten vanaf de inleiding van de procedure, heeft geen enkel gevolg voor de rentevoet. Deze gerechtelijke intresten zijn verschuldigd aan de conventionele rentevoet tot het tijdstip van volledige betaling, ook al werden zij gevorderd via een gerechtelijke procedure."
Rentevoet
Dit is de prijs voor ontleend geld.
voor de bepaling van de rentevoeten zie APR op. cit.
Anatocisme
Dit is de kapitalisatie van de rente en is volgens art. 1154 BW toegelaten mits aanmaning of de overeenkomst die hierin voorziet betrekking heeft op interesten die ten minste voor een jaar verschuldigd zijn.
Woeker als misdrijf
zie art. 493 en 494 SWB
Misbruik van hartstochten of onwetendheid of behoeften waarbij de wettelijke interest wordt overschreden.
Meer info over soorten interest, interest en kantonnement, interest en gerechtelijk akkoord, interest en faillissement, interest en beslag, interest bij vereffening, zie Interest in het solventie recht, Sofie Beernaert, in Jura Falconis.