De intertekstualiteit (als term) werd bedacht door de Franse literatuurwetenschapster Julia Kristeva, in haar bespreking van de Russische theoreticus Michail Bachtin. Bekend is haar stelling dat een tekst alleen kan worden begrepen in het licht van andere teksten.
Meer zelfs, volgens haar is elke tekst een mozaïek van andere citaten, dan wel de absorptie van andere gedachten.
Maar de intertekstualiteit kan ook gezien worden als de meerstemmigheid van een tekst, de veelheid aan dialogen die elk hun eigen verhaal dan wel visie op het verhaal hebben of tijdsbeeld van feit of gedachte, tekens in een verschillende taal verweven tot een geheel.
Vandaag hebben we het vaak over lagen in een tekst maar eigenlijk bestaat naast de lagen in de tekst ook polyfonie in een tekst, waarbij de polyfonie naast mekaar kan optreden maar ook confronterend. Een polyfone laag of meerstemmigheid kan niet alleen bereikt worden door zinnen, maar ook door subverhalen, toneelstukken in het toneelstuk, schilderijen in het decorum, beelden, cliché's stereotiepen, bargoens versus hogere taalvormen. Juist, intertrekstualiteit is terug te vinden in alle kunstvormen en en geen eigenheid van de literatuur.
Vaak geeft de schrijver geen antwoord op de tegenstrijdigheden tussen de lagen en gezichtspunten. Hij hoeft ook geen verhaal te brengen, maar een werk dat door velen als een verhaal of als meerdere verhalen of als labyrint kan gelezen worden.
Intertekstualiteit vergt meerdere lectuur, meerdere aanschouwingen van het zelfde werk waarbij steeds nieuwe boodschappen ontdekt worden.
Een auteur verbergt bewust en onbewust een boodschap of (een verboden idee een verboden liefde een ander geloof, zijn als ketterijen aanziene gedachten). Zeer vaak spot hij met zijn opdrachtgever door deze als monster of in de hel af te beelden met een slang in de genitaliën, terwijl hij het scheppingsverhaal herschrijft (Michelangelo in de Sixtijnse kapel).
De Italiaanse renaissance literatuur en schilderkunst staat vol van intertekstualiteit, waarbij ook het ene werk verwijst naar het andere. Want intertekstualit wordt ook gebruikt om het gebrek an originaliteit te verbergen, de bronnen te verbergen om aldus plagiaat te verbergen. Polyfone teksten confronteren vaak verschillende culturen, plaatsen, godsdiensten, opvattingen, zonder standpunt in te nemen, zonder te willen verklaren of juist om te protesteren, belachelijk te maken en aan de kaak te stellen
Elke tekst hangt vast met zichtbare en onzichtbare draden aan andere teksten.
Der Ring des Nibelungen, is het magnum opus van Richard Wagner, is ontstaan door een samenraapsel van zovele ideeën van anderen, zo vele verhalen, religies, geschriften.
Faust van Goethe gaat terug op de Faustlegende en ondermeer op Christopher Marlowe bijvoorbeeld The tragical history of Dr. Faustus. Religieuze werken zoals Koran, Torah, Bijbel, zijn intertekstueel met mekaar en met andere godsdiensten van het Midden-Oosten verbonden.
Soms is het intertekstueel element letterlijk, soms is het intekstuele inhoudelijk of stijlkundig, dan wel fragmentarisch.
Een intertekstueel verband kan een schending van het auteursrecht uitmaken doch zal dit zelden zijn en volgens mij is pure interetekstualiteit een scheppend en creatief idee zonder schending van het auteursrecht. Het anders zien is geloven dat het intellectuele en artistieke vermogen van een mens geen betekenis heeft en geen dialoog is met de medemens, dat eens uitgesproken of geschreven woorden, penseel- of pennentrekken een eigendomsrecht creëren. Formules tot eigendom maken, ontwerpen, levensreddende recepten in de farmacie als intellectuele eigendom beschouwen, technieken die de mensheid vooruithelpen, verbergen en versjacheren, is de mens op zijn slechts, is de mens in het anale stadium van Freud. Toch blijven we hieraan vasthouden in ons positief recht.
Het intertekstueel verband kan ook bestaan door een kritiek, antwoord of vervolg op een andere tekst.
Maar in strikte zin van het woord is intertekstualiteit een bijna forensisch, semiotisch, hermeneutiek onderzoek naar de bronnen van een tekst de ontlening van de stof en de motieven (motief). Intertekstualiteit heeft dan betrekking op de opzettelijke relaties tussen een literaire tekst en andere (literaire) werken.
In heel wat gevallen is het de bedoeling van de auteur om deze verbanden te ontdekken en geeft hij deze verbanden weer door citaten,
Historische voorbeelden:
• Chanson d’Aspremont en het Chanson de Roland
• De Arthurromans
Bronvermeldingen:
• Algemeen letterkundig lexicon(2012-)–G.J. van Bork, D. Delabastita, H. van Gorp, P.J. Verkruijsse,
• H. Verdaasdonk, ‘Het konsept ‘intertekstualiteit’’ in Literair lustrum 2 (1973), p. 344-365
• P. Claes, ‘Intertextualiteit of Hoe teksten uit andere teksten geweven worden’ in Streven 31 (1977-1978) 2, p. 126-134
• U. Broich & M. Pfister (red.), Intertextualität, Formen, Funktionen, anglistische Fallstudien (1985)
• Intertekstualiteit: traditie en kritiek, themanummer van Spiegel der letteren 29 (1987) 1-2
• J.D. Janssens, Dichter en publiek in creatief samenspel: Over interpretatie van middelnederlandse ridderromans(1988)
• A. Mertens & K. Beekman (red.), Intertekstualiteit in theorie en praktijk (1990)
• J. den Boeft, ‘Intertekstualiteit’ in W. van Peer & K. Dijkstra (red.), Sleutelwoorden (1991), p. 75-82
• J. Helbig, Intertextualität und Markierung: Untersuchungen zur Systematik und Funktion der Signalisierung von Intertextualität (1996)
• R. van der Paardt, Een vertrouwd gevoel van onbekendheid: opstellen over antieke intertekstualiteit (1996)
• N. Limat-Letellier & M. Miguet-Ollagnier (red.), L’intertextualité (1998)
• M. Orr, Intertextuality. Debates and contexts (2003) • R. van der Paardt, Heilige plaatsen: opstellen over antieke intertekstualiteit (2007)
• B. van Humbeeck, V. Rousseau & C. Windey (red.), Vechten met de engel: herschrijven in de Nederlandstalige literatuur (2009)
• E. Lafitte, Chr. Wall & M. Cobb Wittrock (red.), Culture as text, text as culture (2010)
• G. Allen, Intertextuality (20112)
• Y. van Dijk, M. De Pourcq & C. De Strycker (red.), Draden in het donker. Intertekstualiteit in theorie en praktijk (2012)
• Fr. Berndt & L. Tonger-Erk, Intertextualität. Eine Einführung (2013).