Het justitiepaleis te Oudenaarde
Het justitiepaleis te Oudenaarde werd opgetrokken tussen 1922 en 1925 (inhuldiging op 01.10.1925) naar een ontwerp van architect H. Valcke.
Het neogotische complex werd gebouw rond een binnenhof (thans in compleet verwaarloosde toestand).
De voorgevel is opgetrokken in zand en hardsteen bestaande uit twee bouwlagen op een verhoogde kelderconstructie. De dakstructuur bestaat uit een hoog leien schilddak met vele dakkapelletjes in twee registers.
De gevel is symmetrisch opgebouwd rondom een centrale trapgevel die dienst doet als inkom met trapgaanderij.
Boven de boogvormige portiek staat het gesculpteerde opschrift “Gerechtshof anno MCMXXII”.
Het interieur van het gebouw is uitzonderlijk goed bewaard met inbegrip van het meubilair. De wandelzaal is bezet met natuursteen aan de wanden. De wandelzaal heeft bovendien natuurstenen zuilen met koolbladkapiteel in twee beuken verdeeld.
De trappen hebben een bijzondere ijzeren leuning gesmeed door I. Blancquaert. De wandversieringen op doek zijn van de hand van B.R. De Cramer.
Het justitiepaleis te Oudenaarde werd gebouwd nadat het oude justitiepaleis gebouwd in 1824 en vernield bij de beschieting van de stad Oudenaarde op 03.11.1918 waarna het justitiepaleis volledig uitbrandde.
Het huidige justitiepaleis situeert zich op de Eindries te Oudenaarde.
De Eindries was een beruchte wijk in Oudenaarde die buiten de oude stadsmuren lag.
Op de plaats waar thans het justitiepaleis staat stond vroeger het klooster van SION. Dit klooster stond vlak naast het kasteel van Bourgondië.
In 1747 brandde dit klooster volledig af en het werd gesloopt tijdens de Franse revolutie om plaats te maken voor een gevangenis, een gendarmerie, een militaire bakkerij en een protestantse tempel.
De kerk van het klooster bleef evenwel gespaard.
Het gerechtelijk arrondissement Oudenaarde en de Rechtbank van Eerste Aanleg te Oudenaarde vindt haar oorsprong in het jaar 1800, toen na de Franse revolutie in alle arrondissementen Rechtbanken van Eerste Aanleg werden geïnstalleerd.
De Rechtbank van Eerste Aanleg werd eerst geïnstalleerd in het Kasselrijhuis, zijnde de bestuurszetel voor de Kasselrij Oudenaarde.
De Kasselrij als middeleeuws instituut werd door de Franse revolutie afgeschaft.
Het kasteel van Bourgondië zou evenwel vanaf 1817 dienst doen als gerechtshof.
In 1824 werd vlak naast het kasteel van Bourgondië het eerste volwaardige echte justitiepaleis te Oudenaarde voltooid.
Dit eerste gebouw was neoclassicistisch zoals de meeste gerechtshoven.
Deze stijl legde de nadruk op de burgerlijke functie van dit gebouw terwijl neogotiek (de huidige stijl van het justitiepaleis) voornamelijk gebruikt werd voor gebouwen voor religieus gebruik.
Na de brand in 1918 werd het huidige justitiepaleis opgericht met een niet eerder geziene pracht en praal.
Sommige bronnen verwijzen de pracht en praal naar de zware oorlogsbelastingen die Duitsland diende te betalen na haar nederlaag op 11.11.1918.
Terecht dient men de stijl “neogotiek” van de constructie te relativeren.
Niettegenstaande de eerste indruk van het gebouw en het geheel van het gebouw een neogotische indruk wekken, ontdekt men bij nader toezien een zekere speelsheid met verschillende stijlen en invloeden maar ook van vereenvoudiging en stilering van de gestrenge gotiek.
De architect wou een bijzonder karakter verlenen aan de gangen voor de magistraten die een sfeer van bezinning en contemplatie dienen uit te stralen.
Vandaag lijken de gangen voor de magistraten op lange kloostergangen.
De muurschilderingen van De Cramer zijn uitgevoerd in een Art Nouveau stijl die gestileerd werd en waarbij eveneens een sacraal accent op de rechter wordt gelegd die op een troon geplaatst op een podium zetelt.
De muurschilderingen in de de correctionele zittingszaal beelden Charitas (de billijkheid en de liefdadigheid) uit, Justitia (het recht), Fortitudo (de sterkte-de kracht) en Veritas (de waarheid).
Omheen deze zittingszaal zijn de wapenschilden van Oudenaarde, Ronse, Ninove, Geraardsbergen, Herzele, Zottegem, Nederbrakel en Sint-Maria-Horebeke terug te vinden, zijnde de oorspronkelijke kantonnale hoofdplaatsen van het arrondissement.
Centraal boven de rechter werd het grote kruisbeeld gehangen als hoogste gezag van het recht, dan wel als beeld van de autoriteit waarmee de rechter het recht sprak.