De Raad voor de Journalistiek is een onafhankelijke instelling voor zelfregulering van de media, opgericht door de Vlaamse journalistenverenigingen, de uitgevers en de mediahuizen bij wie u terecht kan met vragen en klachten over de beroepsethiek van de journalist.
Zowel de pers als het internet zijn zeker niet onfeilbaar en werken razendsnel. Dit betekent dat er vaak foute berichtgeving verschijnt op het internet en in de pers. Daarnaast kan berichtgeving lasterlijk zijn, onnodige of beschermde informatie bevatten, het recht op privacy aantasten, de eer of de goede naam van een persoon besmetten, tot antwoord nopen.
Naast de mogelijkheden geboden door het “recht op antwoord”, naast de mogelijkheden om in kortgeding te dagvaarden om bij hoogdringendheid een schadeverwekkend feit op te heffen of te verhinderen, naast de mogelijkheid tot schadevergoeding en naast alle mogelijkheden die het strafrecht biedt, kan de burger beroep doen op de raad voor de journalistiek. Deze raad is geen tuchtoverheid maar wel een beroepsethische commissie waartoe de burger zich kan wenden om een klacht in te dienen.
Deze commissie kan geen sancties opleggen en ook geen schadevergoeding stellen. Maar anderzijds slaagt zij erin om in 30 % van de gevallen een klacht minnelijk te regelen.
Wanneer een klacht niet minnelijk kan geregeld worden, wordt de uitspraak van de commissie gepubliceerd op de website van de raad voor journalistiek en in “de journalist” zijnde het vakblad van journalisten.
De zogehete sanctie is dus een soort “afschrikking”, lees blamering, lees schandpaal, alternatief, waarbij inderdaad geen enkele journalist zich graag aan de schandpaal gespijkerd ziet. Een negatieve uitspraak van de raad voor de journalistiek, wordt derhalve aanzien door de journalist als een blaam, die voor hem een serieuze morele sanctie uitmaakt en die inderdaad kan wegen op zijn verdere carrière.
Aldus is het zeker zinvol om gebruik te maken van de mogelijkheden die de raad voor de journalistiek biedt.
Ten onrechte wordt gedacht dat de raad voor de journalistiek enkel kan aangesproken worden voor publicaties in de gewone media (radio, televisie, kranten, tijdschriften of journalistieke boeken). De raad voor de journalistiek is evenzeer bevoegd voor elke publicatie op het internet.
De termijn om klacht in te dienen bedraagt 30 dagen na de publicatie. Maar bij een publicatie op internet wordt uitgegaan van de voortdurende publicatie, waardoor dus er beroep kan worden aangetekend zolang de publicatie op het internet staat.
Zo kan de raad van journalistiek aandringen op de verwijdering van een bepaalde pagina of de aanpassing van een bepaalde pagina op het internet. Anders is het gesteld met archieven van reeds gepubliceerde artikels. Zo kan men moeilijk opleggen dat een bepaald artikel uit een integraal gepubliceerd archief wordt verwijderd van bijvoorbeeld een krant. Op die wijze zou de informatie immers vervalst worden aangezien het archief een integrale en correcte weergave dient te zijn van hetgeen reeds gepubliceerd werd. Een en ander kan opgevangen worden door een nieuwe pagina waarin de gearchiveerde pagina wordt becommentarieerd of rechtgezet en die dan aan de gearchiveerde pagina wordt toegevoegd.
Voor alle nuttige informatie over de raad voor de journalistiek en de wijze waarop klacht bij hen kan worden ingediend, kan verwezen worden naar de website van de raad van de journalistiek op www.rvdj.be
contactadres: vzw Vereniging van de Raad voor de Journalistiek, Wetstraat 155, 1040 Brussel.