Rond de 6de eeuw voor Christus leefde er een eenvoudige slaaf met de naam Aesopus die zeer weinig bekend is behoudens zijn fabels die vanaf de 5de eeuw voor Christus verspreid en verteld werden over het hele Griekse rijk.
Eén ervan is het verhaal van het leeuwendeel:
Een vos, een jakhals, een vos en een leeuw besluiten samen hun krachten te bundelen en spreken af dat wat de ene vangt zal gedeeld worden met de twee anderen. Dus al hun vangsten zullen eerlijk onder hen verdeeld worden.
Op een dag op jacht te gaan, hun krachten te bundelen om hierna de buit te verdelen. De wolf vangt een hert.
Zonder enige vraag plaatst de leeuw zich aan het hoofd van de dis om de buit te verdelen.Samen vangen zij een hert maar van delen is geen sprake, de machtige leeuw houdt het vlees voor zichzelf..
Met grote zin voor eerlijkheid telt hij de aanwezigen:
Eén, dat ben ik de leeuw
Twee, dat is de wolf
Drie is de de Jakhals
En vier is de vos
Hij verdeelt hierop de buit in 4 gelijke delen
Ik ben de Koning, dus krijg ik natuurlijk het eerste deel
Het tweede deel is ook voor mij want ik ben de sterkste
Het derde deel is absoluut van mij want ik ben de papperste
Welnu stelt hij zelfvoldaan, zelfzeker, met doortatende dreigende blik en het nodige gegrom, er blijft nu nog één deel over. Ehij vervolgt terwijl hij de klauwen strekt. Indien er nu nog iemand is die een eis stelt op het overige deel dan is nu de tijd om te spreken. De drie andere dieren dropen af en de leeuw nam de volledige buit voor zich.