Een procespartij, noch een advocaat die een procespartij vertegenwoordigt of bijstaat kan gehoord worden als getuige, noch verplicht worden om te getuigen in de eigen zaak. Deze regel wordt in het latijn geformuleerd als nemo in propria causa testis esse debet. Dit adagium dat nergens in de wet terug te vinden is, wordt algemeen aanvaard in het Belgisch recht. Evenwel dient opgemerkt dat het Nederlands recht partijen toestaat om te getuigen in hun eigen zaak en op te treden als partij getuige
"Unis testis, nullus testis"
De getuigenis van slechts één getuige maakt geen bewijs uit.
Deze oude rechtsregel, die echter geend deel meer uitmaakt van het Belgisch recht, geeft weer hoe achterdochtig het recht staat tegenover getuigen. Getuigen kunnen immers liegen dat ze zwart zien en aldus het waarheidsgehalte van de rechtspraak meer kwaad dan goed doen.
Ook het Belgisch recht staat gaat voorzichtig om met getuigenverklaringen.
Uit de bepalingen van artikels 934, 937 en 946 eerste lid van het gerechtelijk wetboek en uit de wetsgeschiedenis blijkt dat het aan de rechter staat, ook al is de verklaring onder eed afgelegd, om vrij de bewijswaarde van de getuigenis te beoordelen, hierbij rekening houdende met alle elementen dienstig ter inschatting van de geloofwaardigheid ervan.
Een getuigenverklaring onder eed heeft geen bijzondere bewijswaarde. Weliswaar kunnen getuigen die onder eed liegen, vervolgd worden wegens meineed.
Maar het Belgisch recht stelt niet dat het bewijs door een minimum aantal getuigen moet geleverd of dat slechts één getuigenis onvoldoende zou zijn.
Het verbod dat advocaten getuige kunnen zijn in de zaak waarin ze optreden wordt in het Frans geformuleerd als volgt: "Nul n’est témoin sous la robe" of "Il n’y a pas de témoin sous la robe" (la robe staat hier natuurlijk voor de toga die een advocaat draagt).
Een partij kan niet gedwongen worden in haar eigen zaak als getuige te worden verhoord of gehoord. Dit wordt in het latijn gesteld met het adagium "nemo in propria causa testis esse debet". Dit beginsel wordt implliciet zonder wettelijke tekst als algemeen rechtsbeginsel wordt aanvaard. Deze regel wordt naar Belgisch recht zowel in het civiele recht als in het strafrecht aanvaard.