De omniumverzekering vergoedt de eigen schade aan de wagen van de verzekerde.
In tegenstelling tot de wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor motorvoertuigen is de omniumverzekering een aanvullende niet-verplichte verzekering. Deze vergoedt de eigen schade aan het eigen wagen, zelfs bij eigen fout.
Een juistere term is dan ook verzekering voor eigen schade.
De term omniumverzekering is dan ook een verzamelwoord voor een aantal bijkomende waarborgen, waaronder deze ter vergoeding van de eigen schade.
De volledige omniumverzekering omvat de waarborgen eigen schade, brand, diefstal, glasbraak en natuurkrachten.
De Mini omniumverzekering dekt brand, diefstal, glasbraak en natuurkrachten. Dus niet de waarborg eigen schade.
De meeste contracten voorzien een vrijstelling of franchise Dit is het bedrag dat steeds afgetrokken wordt van de vergoeding. De vrijstelling bedraagt een bepaald percentage van de waarde van het voertuig. Dit percentage varieert van maatschappij tot maatschappij van 0% tot 5%. Let wel, in de regel geldt, hoe kleiner de franchise, hoe duurder de polis. Het is dus soms aangewezen een contract met een franchise te kiezen om de premie betaalbaar te houden.
De vrijstelling mag slechts worden toegepast op de waarborg eigen schade. Op de waarborgen brand, diefstal, glasbraak en natuurkrachten is er géén vrijstelling waardoor in principe de volledige schade betaald wordt.
Vallen niet echt onder de rubriek Omnium, maar kunnen ook in het kader van een autoverzekering worden afgesloten :
- Individuele ongevallen;
- Rechtsbijstand.
In tegenstelling tot de waarborg BA, (de wettelijk verplichte verzekering waar de bepalingen ervan op wettelijke basis zijn vastgesteld in een modelovereenkomst, en geregeld wordt door de wet betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen WAM, zullen de voorwaarden van de omniumwaarborgen contractueel worden bepaald en dus afhangen van de specifieke contracten van iedere verzekeraar. Hierbij blijven wel de regels van toepassing die vastliggen in de Wet van 25 juni 1992 op de Wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst (thans verzekeringswet)
Hoegrootheid van het uit te betalen bedrag.
Men kan zich verzekeren voor een aangenomen waarde. In dit geval wordt an de verzekerde bij totaal verlies een bedrag betaald zoals vooraf betaald in de polis. Een dergelijke polis vermijdt discussies bij latere uitbetaling.
Men kan zich verzekeren voor de werkelijke waarde: Dit betekent dat de waarde op het ogenblik van het ongeval geschat wordt door een expert. Er gebeurt dus aftrek van sleet in functie van het jaartal, km-stand, onderhoud... van de wagen. recht op volledige vergoeding en niet op de marginale restwaarde bij beweerd totaal verlies
In de beide gevallen wordt de BTW terugbetaald, behoudens voor handelaars voor handelaars voor wie de BTW aftrekbaar is.
Omniumverzekering en leasing
Hij die als verzekeringnemer een omniumverzekering (verzekering eigen schade) heeft onderschreven voor een motorrijtuig waarvoor hij een rentingcontract heeft afgesloten met een financieringsmaatschappij, heeft belang bij de instandhouding van het verzekerde rijtuig en heeft derhalve recht op uitbetaling van de schadevergoeding, hetgeen betekent dat hij een vordering tot vergoeding kan instellen.