Uittreksel uit het wetboek van economisch recht
Boek XX insolventie van de onderneming Art. XX.44.[
1 § 1. Zolang de rechtbank geen uitspraak heeft gedaan over het verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, ongeacht of de vordering werd ingeleid of het middel van tenuitvoerlegging aangevat voor of na de neerlegging van het verzoekschrift:
- kan de schuldenaar niet worden failliet verklaard; indien de schuldenaar een rechtspersoon is, kan deze niet gerechtelijk worden ontbonden;
- kan geen enkele tegeldemaking van de roerende of onroerende goederen van de schuldenaar plaatsvinden als gevolg van de uitoefening van een middel van tenuitvoerlegging.
§ 2. Indien de dag die vastgesteld is om over te gaan tot de gedwongen verkoop van roerende goederen afloopt binnen een termijn van twee maanden na het neerleggen van het verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, kunnen de werkzaamheden van verkoop op beslag worden verdergezet. Alleszins kan de rechtbank de schorsing ervan uitspreken, vooraf of gelijktijdig met de beslissing tot opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie, na de gedelegeerd rechter te hebben gehoord in zijn verslag, en op uitdrukkelijke vraag van de schuldenaar in zijn verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie evenals op verzoek van de beslagleggende schuldeiser. Het verzoek tot schorsing van de verkoop heeft geen schorsend effect. Indien de schorsing van de verkoop is uitgesproken, zullen de kosten voortgebracht uit deze schorsing ten laste zijn van de verzoeker. De termijnen worden berekend overeenkomstig artikelen 52 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek.
§ 3. Indien de dag die vastgesteld is om over te gaan tot de gedwongen verkoop van onroerende goederen afloopt binnen een termijn van twee maanden volgend op het neerleggen van het verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, kunnen de werkzaamheden van verkoop op beslag worden verdergezet. De termijnen worden berekend overeenkomstig artikelen 52 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek.
Alleszins zal de notaris de verkoopswerkzaamheden dienen te schorsen indien de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld zijn:
1° de rechtbank spreekt de schorsing van de gedwongen verkoopswerkzaamheden uit, op uitdrukkelijk verzoek van de schuldenaar in zijn verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, vooraf of gelijktijdig met de beslissing tot opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie, na de gedelegeerd rechter te hebben gehoord in zijn verslag, evenals [
2 de ingeschreven hypothecaire en bevoorrechte schuldeisers, de beslagleggende schuldeiser]
2 en de schuldenaar; het verzoek tot schorsing van de verkoop heeft geen schorsend effect; de werkelijke kosten waaraan de notaris werd blootgesteld in het kader van de gedwongen verkoop, tussen zijn aanstelling en het neerleggen van het verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, zijn ten laste van de schuldenaar;
2° een met deze kosten overeenstemmend bedrag wordt overgemaakt op het kantoor van de gerechtsdeurwaarder;
3° de gerechtsdeurwaarder stelt de notaris onmiddellijk in kennis hiervan per exploot;
Deze voorwaarden dienen ten minste drie werkdagen voor de dag die werd vastgesteld om over te gaan tot de gedwongen verkoop, te worden vervuld.
De gerechtsdeurwaarder maakt het overgeschreven bedrag over in handen van de notaris binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen vanaf de ontvangst ervan. Dit bedrag zal bestemd zijn voor de betaling [
2 van deze kosten]
2.
§ 4. In geval van beslag lastens meerdere schuldenaren waarvan één van hen een verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie heeft ingediend, wordt de gedwongen verkoop van roerende en onroerende goederen verdergezet overeenkomstig de regels van het roerend of onroerend beslag afhankelijk van het geval [
2 , zonder afbreuk te doen aan paragrafen 1 tot 3]
2. In geval van verkoop op uitvoerend onroerend beslag maakt de notaris in voorkomend geval, na betaling van de [
2 ...]
2 hypothecaire en bijzonder bevoorrechte schuldeisers, het saldo over van het deel van de verkoopprijs dat toekomt aan de schuldenaar, aan deze laatste of aan de gerechtsmandataris in geval van opening van een procedure door overdracht onder gerechtelijk gezag. Deze betaling is bevrijdend evenals de betaling gedaan door de koper overeenkomstig artikel 1641 van het Gerechtelijk Wetboek.
§ 5. In ieder geval dient de schuldenaar onmiddellijk de notaris of de gerechtsdeurwaarder belast met de verkoop van het goed schriftelijk in kennis te stellen van de neerlegging van het verzoekschrift bedoeld in artikel XX.43. Indien een verzoek tot schorsing van de verkoop werd ingesteld door middel van dit verzoekschrift, dient de schuldenaar gelijktijdig de notaris hiervan in kennis te stellen.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(
2)<W
2018-04-15/14, art. 223, 059; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Afdeling 4. [
1 - Voorwaarden voor de opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.45.[
1 § 1. De procedure van gerechtelijke reorganisatie wordt geopend indien de continuïteit van de onderneming, onmiddellijk of op termijn bedreigd is.
§ 2. Indien de schuldenaar een rechtspersoon is, wordt de continuïteit van zijn onderneming in elk geval geacht bedreigd te zijn wanneer de verliezen het netto actief hebben herleid tot minder dan de helft van het maatschappelijk kapitaal.
§ 3. De staat van faillissement van de schuldenaar sluit op zich niet uit dat een procedure van gerechtelijke reorganisatie kan worden geopend of voortgezet.
§ 4. Het ontbreken van de in artikel XX.41, § 2, bepaalde stukken sluit niet uit dat toepassing wordt gemaakt van artikel XX.84, § 2.
§ 5. [
2 ...]
2 Een verzoek tot gerechtelijke reorganisatie heeft geen schorsende werking, zoals beschreven in artikel XX.44, indien het uitgaat van een schuldenaar die minder dan zes maanden tevoren reeds het openen van een procedure van gerechtelijke reorganisatie heeft aangevraagd, tenzij de rechtbank anders bepaalt in een met redenen omklede beslissing.
Wanneer het verzoek uitgaat van een schuldenaar die [
2 ...]
2 minder dan vijf jaar tevoren reeds het openen van een procedure van gerechtelijke reorganisatie heeft aangevraagd en verkregen, mag de nieuwe procedure van gerechtelijke reorganisatie niet terugkomen op de verworvenheden van de schuldeisers die zijn verkregen tijdens de vorige procedure.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(
2)<W
2021-03-21/02, art. 8, 097; Inwerkingtreding : 26-03-2021>
Afdeling 5. [
1 - Vonnis over het verzoek tot gerechtelijke reorganisatie en de gevolgen ervan]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.46.[
1 § 1. De rechtbank behandelt het verzoek tot gerechtelijke reorganisatie binnen een termijn van vijftien dagen na de neerlegging van het verzoekschrift in het register.
Behoudens verzaking aan deze oproeping wordt de schuldenaar uiterlijk drie vrije dagen voor de zitting opgeroepen door de griffier.
De schuldenaar wordt in raadkamer gehoord, tenzij hij uitdrukkelijk de wil heeft geuit om in openbare terechtzitting te worden gehoord.
Nadat zij het verslag van de gedelegeerd rechter heeft gehoord, doet de rechtbank uitspraak bij vonnis binnen een termijn van acht dagen na de behandeling van het verzoek. Indien een verzuim of onregelmatigheid bij de neerlegging van de stukken niet van die aard is dat de rechtbank daardoor wordt verhinderd te onderzoeken of de in artikel XX.45 bepaalde voorwaarden vervuld zijn en indien dat verzuim of die onregelmatigheid door de schuldenaar kan worden hersteld, kan de rechtbank, nadat de schuldenaar gehoord is, de zaak voor verdere behandeling uitstellen.
§ 2. Indien de voorwaarden vermeld in artikel XX.45 vervuld lijken, verklaart de rechtbank de procedure van gerechtelijke reorganisatie geopend en bepaalt zij de duur van de in artikel XX.39 bedoelde opschorting, die niet langer mag zijn dan zes maanden.
§ 3. Indien de procedure van gerechtelijke reorganisatie tot doel heeft het akkoord van de schuldeisers te verkrijgen over een reorganisatieplan, vermeldt de rechtbank, in het vonnis waarin zij deze procedure open verklaart of in een later vonnis, de plaats, dag en uur waarop, behoudens verlenging van de opschorting, de terechtzitting zal plaatsvinden waarop zal overgegaan worden tot de stemming over dit plan en geoordeeld zal worden over de homologatie.
§ 4. In het vonnis waarbij de procedure van gerechtelijke reorganisatie wordt geopend of in elke latere beslissing, kan de rechtbank aan de schuldenaar bijkomende informatieverplichtingen opleggen om de opvolging van de procedure te vergemakkelijken.
De rechtbank kan inzonderheid aan de schuldenaar opleggen op bepaalde tijdstippen de volgens een model bepaald door de rechtbank opgestelde lijst van schuldeisers neer te leggen in het dossier van de gerechtelijke reorganisatie. De Koning kan bepalen op welke wijze de lijst moet worden neergelegd.
Indien de schuldenaar deze verplichtingen niet naleeft kan de rechtbank handelen zoals bepaald in artikel XX.62, of desgevallend de aanvraag tot verlenging, zoals bepaald in artikel XX.59, weigeren.]
1 [
2 § 5. De rechtbank waaraan de gemotiveerde beschikking krachtens artikel XX.39/1, § 6, wordt meegedeeld, opent de procedure van gerechtelijke reorganisatie binnen een termijn van vijf werkdagen.
De neerleggingen en mededelingen in het register verricht overeenkomstig artikel XX.39/1 maken deel uit van het register voor de procedure van gerechtelijke reorganisatie, vanaf en in het kader van de aanhangig making voor de rechtbank zoals bedoeld in artikel XX.39/1, § 6.
Het vonnis waarbij de versnelde procedure van gerechtelijke reorganisatie wordt geopend, bepaalt de datum van de rechtszitting bedoeld in artikel XX.78 uiterlijk drie maanden na de datum van opening van de procedure.
§ 6. De rechtbank waaraan de gemotiveerde beschikking krachtens artikel XX.39/1, § 5, wordt meegedeeld, opent de procedure van gerechtelijke reorganisatie binnen een termijn van vijf werkdagen.
Het vonnis waarbij de versnelde procedure van gerechtelijke reorganisatie wordt geopend, bepaalt de datum van de rechtszitting waarop het minnelijk akkoord wordt gehomologeerd overeenkomstig de artikelen XX.65 en XX.66 uiterlijk één maand na de datum van opening van de procedure.]
2 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(
2)<W
2021-03-21/02, art. 9, 097; Inwerkingtreding : 26-03-2021>
Art. XX.47. [
1 Tegen het vonnis dat beslist over de vordering tot het openen van een procedure van gerechtelijke reorganisatie staat geen verzet open.
Het hoger beroep ertegen wordt ingesteld bij verzoekschrift, neergelegd op de griffie van het hof van beroep binnen acht dagen na de kennisgeving van het vonnis. De griffier van het hof van beroep geeft bij gerechtsbrief kennis van het verzoekschrift aan de eventuele geïntimeerde en in voorkomend geval bij gewone brief aan zijn advocaat, uiterlijk op de eerste werkdag die volgt op de neerlegging.
Als het vonnis de vordering verwerpt, schort het hoger beroep de uitspraak op.
De zaak wordt behandeld, bij hoogdringendheid, op de inleidingszitting of op een nabijgelegen zitting. De gedelegeerd rechter wordt gehoord in zijn verslag. Het verslag kan evenwel ook neergelegd worden in het register uiterlijk twee dagen voor de zitting.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
Art. XX.48.[
1 § 1. Het vonnis dat de procedure van gerechtelijke reorganisatie open verklaart, wordt door toedoen van de griffier binnen een termijn van vijf dagen bij uittreksel bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Het uittreksel vermeldt:
1° in het geval van een natuurlijke persoon, de naam, de voornamen, de plaats en datum van geboorte, de aard van de voornaamste activiteit alsmede de handelsnaam waaronder die activiteit wordt uitgeoefend, het adres alsmede de plaats van zijn hoofdvestiging en het ondernemingsnummer; in het geval van een rechtspersoon, de naam van de rechtspersoon, de rechtsvorm, de handelsnaam waaronder de activiteit wordt uitgeoefend, de maatschappelijke zetel en het ondernemingsnummer; in het geval van een onderneming als bedoeld in [
2 artikel I.1, eerste lid, 1°, c)]
2, de handelsnaam waaronder de activiteit wordt uitgeoefend, in voorkomend geval het ondernemingsnummer en de zetel van de activiteit en de identificatiegegevens van de gemachtigde, in voorkomend geval;
2° de datum van het vonnis dat de procedure van gerechtelijke reorganisatie opent en de rechtbank die het heeft gewezen;
3° de naam en de voornaam van de gedelegeerd rechter en, in voorkomend geval, van de krachtens de artikelen XX.30 [
3 , XX.31 en XX.39/1]
3 aangestelde gerechtsmandatarissen, met het elektronisch adres waarop de elektronische mededelingen aan de gedelegeerd rechter moeten worden gericht en met het elektronisch adres van de gerechtsmandataris;
4° het doel of de doelstellingen van de procedure, de einddatum van de opschorting en, in voorkomend geval, de plaats, dag en uur bepaald om uitspraak te doen over een verlenging ervan;
5° in voorkomend geval, en indien de rechtbank ze reeds kan vaststellen, de voor de stemming en de beslissing over het reorganisatieplan vastgestelde plaats, dag en uur.
§ 2. Indien het vonnis dat de procedure van gerechtelijke reorganisatie opent, betrekking heeft op een onderneming bedoeld in artikel I.1.14°, geeft de griffier hiervan kennis aan de Orde of Instituut waartoe de [
2 ...]
2 schuldenaar behoort.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(
2)<W
2018-04-15/14, art. 224, 059; Inwerkingtreding : 01-05-2018>
(
3)<W
2021-03-21/02, art. 10, 097; Inwerkingtreding : 26-03-2021>
Art. XX.49. [
1 § 1. Indien de procedure van gerechtelijke reorganisatie strekt tot een collectief akkoord of een overdracht onder gerechtelijk gezag, stelt de schuldenaar de schuldeisers individueel in kennis van de gegevens vermeld in artikel XX.48 binnen een termijn van acht dagen te rekenen vanaf de dag waarop het vonnis is uitgesproken.
Bovendien voegt hij bij die mededeling de in artikel XX.41, § 2, 7°, bedoelde lijst van schuldeisers alsook het bedrag van hun schuldvordering, de bijzondere vermelding van de hoedanigheid van buitengewone schuldeiser in de opschorting en van de bezwaarde goederen.
De in deze paragraaf bedoelde mededeling wordt elektronisch gedaan, tenzij de schuldeiser geen elektronisch bericht kan ontvangen. De elektronische mededeling bevat de mogelijkheid gegeven aan de bestemmeling om de juistheid te bevestigen. In geval de schuldeiser geen elektronisch bericht kan ontvangen, stelt de schuldenaar de schuldeiser daarvan in kennis met een aangetekende brief met ontvangstbewijs en voegt hij het bewijs van de verzending bij het dossier van de gerechtelijke reorganisatie. Het bericht aan de schuldeiser vermeldt dat de schuldeiser zowel elektronisch als op materiële drager de juistheid kan bevestigen van het bericht.
De schuldenaar plaatst een kopie van zijn mededelingen in het register, of levert, in voorkomend geval, aan de griffier een kopie op een materiële drager om ze op te nemen in het in artikel XX.41 bedoelde dossier.
De Koning kan bepalen welke gegevens in de mededeling moeten opgenomen worden.
§ 2. Elke schuldeiser in de opschorting die het bedrag of de hoedanigheid van een opgenomen schuldvordering op de lijst bedoeld in artikel XX.41, § 2, 7°, betwist, kan, in geval van voortdurende onenigheid met de schuldenaar, met een tegensprekelijk verzoekschrift de betwisting voor de rechtbank brengen die de procedure van gerechtelijke reorganisatie heeft geopend.
Elke schuldvordering in de opschorting gebracht op de lijst bedoeld in artikel XX.41, § 2, 7°, in voorkomend geval gewijzigd met toepassing van artikel XX.68, kan op dezelfde wijze door elke belanghebbende worden betwist. De vordering wordt gericht tegen de schuldenaar en de schuldeiser in de opschorting van wie de vordering betwist wordt.
De rechtbank oordeelt op verslag van de gedelegeerd rechter, na de derde belanghebbende, de betwiste schuldeiser in de opschorting en de schuldenaar te hebben gehoord.
De schuldeiser legt zijn verzoekschrift neer in het register. De griffier geeft hiervan kennis aan de schuldenaar en in voorkomend geval aan de betrokken schuldeisers of aan de tussenkomende partij via het register.
De schuldenaar legt de aldus gewijzigde schuldeiserslijst in het register neer.
Van het vonnis wordt bij gerechtsbrief kennis gegeven aan de verzoeker, aan de schuldenaar en aan eventuele tussenkomende partijen.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2017-08-11/14, art. 3, 058; Inwerkingtreding : 01-05-2018>