Verzet op verzet is niet mogelijk.
Eenzelfde partij kan overeenkomstig de regel “opposition sur opposition ne vaut” (verzet na verzet is uitgesloten) binnen eenzelfde aanleg geen tweemaal verzet aantekenen. Wanneer verzet wordt aangetekend en de verzetdoende partij laat in de verzetsprocedure opnieuw verstek, dan kan er niet opnieuw verzet worden aangetekend.
zie 1049 Ger.W.: " Wanneer de eiser in verzet een tweede maal verstek laat gaan, is een nieuw verzet niet meer ontvankelijk."
Dat het tweede verzet er komt na een tussenuitspraak (tussenvonnis of tussenarrest) op tegenspraak doet hieraan geen afbreuk.
Wetswijziging wet van 6 juli 2017 (Potpourriwet V), in werking getreden op 3 augustus 2017.
Art. 1047 Ger.W. werd herschreven (verzet is vanaf nu enkel nog mogelijk tegen een uitspraak gewezen in laatste aanleg)
Art. 1047.
Tegen ieder verstekvonnis dat in laatste aanleg is gewezen kan verzet worden gedaan, onverminderd de bij de wet bepaalde uitzonderingen.
Het verzet wordt betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot, dat dagvaarding inhoudt om te verschijnen voor de rechter die het verstekvonnis heeft gewezen.
Met instemming van de partijen kan hun vrijwillige verschijning die formaliteiten vervangen.
De akte van verzet bevat, op straffe van nietigheid, de middelen van de eiser in verzet.
Het verzet kan door de partij, haar raadsman of de voor de partij optredende gerechtsdeurwaarder worden ingeschreven in een register dat daartoe gehouden wordt ter griffie van het gerecht dat de beslissing heeft gewezen. De inschrijving omvat de namen van de partijen en hun raadslieden alsook de datum van de beslissing en van het verzet.