Een schadegeval is opzettelijk wanneer de verzekerde vrijwillig en bewust de schade heeft veroorzaakt. Een opzettelijke fout alleen is dus onvoldoende, het opzet om schade te veroorzaken dient bewezen.
Volgens artikel acht eerste lid van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekering (thans art. 62 Wet betreffende de verzekeringen juncto art. 76), kan de verzekeraar, niettegenstaande enige andersluidend beding niet verplicht worden aan hem die het schadegeval opzettelijke heeft veroorzaakt.
In praktijk hanteren de verzekeringsmaatschappijen te vaak dit artikel om de uitbetaling van de schade te weigeren, waarbij zij opzet in hoofde van de verzekerde menen te kunnen inroepen. Zij baseren zich hierbij op de oude cassatierechtspraak die stelde dat een schadegeval opzettelijk is wanneer de verzekerde wetens en willens een daad stelt en zijn risicodragende handelswijze een redelijkerwijze voorzienbare schade aan een derde veroorzaakt. Deze cassatierechtspraak werd onder meer weergegeven in de arresten van 5 december 2000, rechtskundig weekblad 2001-2002, 977.
Op basis hiervan konden de dekking uitsluiten voor een bestuurder die bijvoorbeeld door het rode licht was gereden en die had kunnen voorzien dat hierdoor een aanrijding werd veroorzaakt.
Deze visie van het Hof van Cassatie werd evenwel verlaten door haar arrest van 24 april 2009 waarbij zij op een veel beperktere wijze het begrip opzet omschreef als zijnde het toebrengen van schade op bewuste en opzettelijke wijze, zonder dat hier nog werkt aan toegevoegd dat met opzet komen gelijkgesteld worden foutieve daad gesteld in omstandigheden waarbij de schade redelijkerwijze kon worden voorzien.
Op basis van deze cassatierechtspraak kan een bestuurder die door een rood licht gereden is en hierbij schade heeft veroorzaakt niet worden aanzien als een persoon die opzettelijk schade heeft veroorzaakt, waardoor de verzekeringsmaatschappij in dit geval tot vergoeding van de schade aan derden zal gehouden zijn, behoudens wanneer kan aangetoond worden dat hij niet alleen opzettelijk door het rode licht is gereden maar ook opzettelijk nadien een aanrijding heeft veroorzaakt.
Een schadegeval is opzettelijk veroorzaakt, in de betekenis van art. 8, eerste lid Wet Landverzekeringsovereenkomst, wanneer de verzekerde vrijwillig en bewust schade heeft toegebracht. Voor de toepassing van deze bepaling is niet vereist dat de verzekerde de bedoeling had de schade te veroorzaken zoals zij zich heeft voorgedaan (Cass. 24 april 2009, www.jura.be).
Het weergegeven arrest verengt het begrip «opzet», aangezien de verzekerde vrijwillig en bewust schade moet hebben toegebracht en het blijkbaar niet meer volstaat dat de schade redelijkerwijze voorzienbaar was (G. Jocqué, «Het begrip «opzet» (noot onder Cass. 24 april 2009), NJW 2009, 636).
Opzettelijke schuld, die krachtens art. 8, eerste lid, Wet Landverzekeringsovereenkomst de dekking van de verzekeraar uitsluit, is die welke de wil inhoudt om schade te veroorzaken en niet gewoon de wil om het risico op schade te scheppen; opdat de verzekeraar van dekking zou zijn bevrijd, volstaat het, maar is het wel noodzakelijk, dat de schade gewild was, vermits de schuld opzettelijk is, zelfs als de aard of de omvang van het schadegeval niet als dusdanig door de pleger was beoogd (Cass. 26 oktober 2011, www.jura.be). In het bovenstaand arrest oordeelt het Hof opnieuw dat opzet vereist dat de verzekerde schade heeft gewild en dat het niet volstaat dat hij zich ervan bewust had moeten zijn dat uit zijn handelen schade kon voortvloeien (G. Jocqué, «Opzettelijke fout bij verzekeringen», NJW 2012, 214).
Let wel voor het moreel bestanddeel van het misdrijf en de definiëring ervan in art. 7 van het Sw. 2024 klik hier.