Overeenkomsten bevatten actieve en passieve verbintenissen. Aangezien schulden niet overdraagbaar zijn zonder het akkoord van de schuldeiser (vgl. Cass. 4 maart 1982, Arr. Cass. 1981-82, nr. 392), kunnen overeenkomsten, behalve in de gevallen en onder de voorwaarden bepaald door bijzondere wetgevingen (zoals bv. in verband met inbreng van bedrijfstak), zonder de toestemming van de medecontractant niet overgedragen worden (vgl. R. DEKKERS en A. VERBEKE., Handboek Burgerlijk Recht, Deel III, 2007, nr. 544, p. 310).
zie evenwel Cass. 26/06/2017, TBBR 2018/7, 362, met noot Valerie Withofs De dubbelzinnigheid van een onvolmaakte contractsoverdracht, TBBR 2018/7, 362, jurabibliotheek:
"Krachtens het beginsel van de wilsautonomie zoals neergelegd in artikel 1134 Burgerlijk Wetboek, en de artikelen 1121, 1236 en 1690 Burgerlijk Wetboek kan een contractspartij met een derde overeenkomen om zijn contractuele rechten en verplichtingen over te nemen.
Een dergelijke overdracht die de
overdrager niet bevrijdt, behoeft de instemming van de overgedragen medecontractant niet. In zoverre het middel ervan uitgaat dat een contractoverdracht noodzakelijk de bevrijding van de overdrager onderstelt en bijgevolg niet mogelijk is zonder de instemming van de overgedragen medecontractant, berust het op een andere rechtsopvatting en faalt het naar recht.
In zoverre het middel aanvoert dat het bewijs van de instemming "