Rechters spreken recht, politici bedenken wetten. Dat heet de scheiding der machten, en een goede rechter respecteert dit.
Elke burger heeft recht op een onpartijdige en onbevooroordeelde rechter die in elk geval nog geen oordeel heeft gevormd over de zaak alvorens hij ze in beraad heeft genomen, zich niet laat beïnvloeden door zijn eigen normen en waarden (maar enkel die van de wetgever) of door zijn eigen emoties.
In ‘De Rechtbank’ hoorden we op Vier TV in een ver verleden een rechter stellen tegen een gedaagde die al meermaals hervallen was in dezelfde zonde zeggen: ‘Ik ben het beu om over u na te denken!’
Dergelijke uitspraken doen pijn en geven de burger de indruk dat hij voor een rechter staat die reeds een beeld gevormd heeft over zijn zaak, die niet onafhankelijk en onpartijdig kan oordelen. Een rechter kan een debat voeren met een gedaagde, maar dit debat dient steeds te getuigen van respect voor het recht en dus voor alle partijen die voor hem verschijnen, dus ook de gedaagde. Cynisme is hier niet op de plaats en een beklaagde mag nooit de indruk krijgen dat hij wordt uitgelachen.
Een rechtvaardige rechter dreigt niet, laat zich niet minachtend of laatdunkend uit. Hij luistert, kan vragen stellen en oordeelt
Nooit mag een beklaagde de indruk krijgen reeds (zwaar) veroordeeld te zijn nog vóór hij een rechtszaal binnengestapt. Nimmer mag men de indruk krijgen niet gehoord te zullen worden of vrezen dat elk verweer zinloos is, al was het maar door de reputatie van een rechter. De burger moet vertrouwen hebben in justitie en in elk van haar rechters.‘Justice must be done’, zegt men. Wel ik wil daaraan toevoegen: ‘Justice must be seen to be done.’ Je moet ook zíen dat recht geschiedt.
Een rechter heeft een afgelijnde gekregen opdracht, zijnde recht te spreken maar bijvoorbeeld niet de missie om doorheen zijn rechtspraak te ijveren voor een veiliger verkeer, trouwere echtgenotes, beter betalende huurders. Dit is de taak van de wetgever en van de burgers die de wetgevers verkiezen en niet van de onafhankelijke rechter die niets meer en niets minder doet dan deze vertegenwoordigende wil van het volk toe te passen. Niets meer maar ook niets minder.
Het zou hetzelfde zijn als een assisenvoorzitter tegen een beschuldigde zegt: ‘U bent een stuk crapuul! (hang niet de pipo uit, stop met de aap uit de hangen…)’ Een assisenrechter die dit doet wordt gewraakt of zal later het arrest door Cassatie hervormd zien.