Rechtsmisbruik bestaat in de uitoefening van een recht op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van dat recht door een voorzichtig en bedachtzaam mens; dit is inzonderheid het geval wanneer de veroorzaakte schade niet in verhouding staat tot het voordeel dat de houder van dat recht beoogt of verkregen heeft. Bij de beoordeling van de voorhanden zijnde belangen, moet de rechter rekening houden met alle omstandigheden van de zaak.
Rechtsmisbruik behoort niet tot het terrein van de persoonlijke beoordeling van de rechter. Het rechtsmisbruik moet immers kennelijk onrechtmatig zijn. Dit behelst dan geen enkele redelijke persoon in dezelfde omstandigheden deze rechtsuitoefening zou aannemen (Cass. 19 december 2019, RW 2020-21, 374, noot).
Het specifiek criterium om tot rechtsmisbruik te besluiten is het zogeheten proportionaliteitscriterium. De rechter toetst hierbij het nadeel verbonden aan de uitoefening van het recht aan het voordeel bij de uitoefening van het recht. Wanneer het nadeel buiten alle verhouding staat ten aanzien van het voordeel is er sprake van rechtsmisbruik.
Uittreksel uit het NBW
Art. 1.9 Rechtsmisbruik
Niemand mag misbruik maken van zijn recht.
Wie zijn recht uitoefent op een wijze die kennelijk de grenzen te buiten gaat van de normale uitoefening van dat recht door een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden geplaatst, maakt misbruik van zijn recht.
De sanctie voor een dergelijk misbruik bestaat in de matiging van het recht tot zijn normale rechtsuitoefening, onverminderd het herstel van de schade die het misbruik heeft berokkend.
« Art. 5.73 Uitvoering te goeder trouw en verbod van rechtsmisbruik
Een contract moet te goeder trouw uitgevoerd worden.
Krachtens het eerste lid:
1° moet elk van de partijen zich bij de uitvoering van het contract gedragen zoals een voorzichtig en redelijk persoon in dezelfde omstandigheden geplaatst;
2° mag niemand misbruik maken van de rechten die hij aan het contract ontleent.
Elke afwijking van dit artikel wordt voor niet-geschreven gehouden. »
Exemplatieve lijst:
1. handelen met het exclusief oogmerk om te schaden;
2. handelen zonder een redelijk en voldoende belang, terwijl men schade berokkent;
3. indien er verschillende uitoefeningswijzen zijn met eenzelfde nut om het recht uit te oefenen, die uitoefening van zijn recht kiezen die het meest schadelijk is of die het algemeen belang schaadt en ten slotte
4. het proportionaliteitscriterium, d.i. wanneer de veroorzaakte schade niet in verhouding staat tot het voordeel dat de houder van dat recht beoogt of heeft verkregen.
Rechtsmisbruik wordt gesanctioneerd door het opleggen van de normale uitoefening van het recht of in het herstel van de schade die door het misbruik is teweeggebracht, Hierbij kan de rechter matigend optreden. De herleiding van het recht tot zijn normale uitoefening kan zover gaan dat de rechter aan de houder van het recht de mogelijkheid ontzegt om zich erop te beroepen in de gegeven omstandigheden (Cass. 19 december 2019, AR C.19.0127.N)
Het hof van cassatie weerhield rechtsmisbruik:
- • wanneer een recht uitgeoefend wordt met de loutere bedoeling om te schaden;
- • wanneer de titularis zich onzorgvuldig (roekeloos) gedraagt en zo vermijdbare schade veroorzaakt;
- • wanneer een recht uitgeoefend wordt zonder redelijk belang;
- • wanneer de titularis van recht de keuze heeft tussen twee mogelijkheden en zonder bijkomend voordeel kiest voor de mogelijkheid die het schadelijkst is voor derden;
- • wanneer het voordeel voor de titularis van het recht disproportioneel kleiner is dan het nadeel voor derden;
- • wanneer een recht wordt gebruikt voor een ander doel dan waarvoor de wet het voorzien heeft.
- • bij weigering een overeenkomst te sluiten of een zakelijk recht te vestigen.
Doordat de weigering van het toestaan van een recht rechtsmisbruik kan zijn, is de rechtsvordering die hiertegen gericht wordt, geen preventieve rechtsvordering. Aldus kan voorafgaandelijk aan het voornemen tot uitoefening van een recht dat door de wederpartij geweigerd wordt een machtiging gevraagd aan de rechter. (Johan VAN DE VOORDE, Grensoverschrijding door een toegevoegde gevelbekleding (i.h.b. isolatiemateriaal) TBO 2020/3 286).
Rechtsmisbruik “wordt gesanctioneerd, niet door het verbeuren van het recht, maar door het recht tot zijn normale uitoefening te herleiden of door het opleggen van het herstel van de schade die door het misbruik is teweeggebracht. De herleiding van het recht tot zijn normale uitoefening kan zover gaan dat de rechter aan de houder van het recht de mogelijkheid ontzegt om zich erop te beroepen in de gegeven omstandigheden.” (Cass. 19 oktober 2018,
RW 2019-20, 189, noot).
De matiging door de rechter bij wijze van sanctie va het rechtsmisbruik betekent dat de de rechter de normale,
i.e. de niet-abusieve,
rechtsuitoefening oplegt. Als de rechter bij wijze van matiging het rechtsmisbruik kan verhelpen, omdat deze vorm van matiging ofwel onwenselijk ofwel onmogelijk is, dan moet hij op vraag van de benadeelde partij schadevergoeding opleggen opdat de geleden schade kan hersteld worden.
Weze opgemerkt dat het verbod op rechtsmisbruik ook een mogelijkheid biedt om een vordering af te wijzen voor het verstrijken van de verjaringstermijn en een vordering toe te wijzen na het verstrijken van de wettelijk omschreven verjaringstermijn.