Onmiddellijk na het faillissementsvonnis start de curator met zijn werkzaamheden. Hij ziet de verschillende schuldvorderingen na, controleert deze en gaat hierna het actief verkopen om met de opbrengst eerst de hypothecaire en bevoorrechte schuldeisers te voldoen en met het (eventuele) restant de overige schuldeisers volgens hun aandeel in de totale resterende schuld een (heel klein beetje) te voldoen. In de regel zullen hiermee niet alle schulden en al zeker niet voor het geheel geregeld zijn. De rest heten we de restschulden. In het oude recht (oude faillissementswet) voorafgaand aan het vigerende boek XX van het WER, werd de gefailleerde na afsluiting van het faillissement weer verontrust door de hele reeks onbetaalde schuldeisers die door het afsluiten van het faillissement hun rechten hernemen. De cascade van deurwaarders, incassokantoren, beslagen, opladingen, afbetalingsplannen en angsten begon dan opnieuw. Gedaan met dit alles.
Gefailleerden zijn mensen en geen schuldslaven. Mensen nemen risico's. Het kan verkeren. Maar als het verkeerd loopt blijven gefailleerden nog altijd mensen. Overigens niemand heeft belang dat gefailleerden na faillissement niet meer deel nemen aan de economie. Iedereen vaart beter (en al zeker de gemeenschap) wanneer gefailleerden weer opgenomen worden in de maatschappij en terug deel nemen aan het economisch leven. Hetgeen betere vooruitzichten biedt en dus ook belastingsinkomsten en sociale zekerheidsbijdragen dan wanneer ze in het verborgene zouden leven of louter zouden overleven over de rand van de maatschappij met een leefloon.
Welnu deze restschulden kunnen vandaag niet meer op het vermogen en inkomsten van de gefailleerde, verworven na datum van het faillissement, verhaald voor zover de oorzaak van deze inkomsten of vermogensaanwas ontstaan is na het faillissement. In het Vlaams wil dit zeggen dat op inkomsten door tewerkstelling voor werk uitgevoerd sinds faillissement geen inhoudingen meer kunnen worden gedaan. Deze komen de gefailleerde integraal toe. Zo ook kan er geen beslag meer gelegd worden op goederen die hij sinds die datum koopt, krijgt, erft of die hem bij testament te beurt vallen. Zelfs indien de gefailleerde euromillions wint, blijven de gewonnen gelden voor hem.
Het nieuwe vermogen wordt niet alleen beschermd tegen de schuldeisers van de restschulden, maar ook tegen de schulden ingevolge het faillissement.
Schuldeisers moeten dus genoegen nemen met de activa en de opbrengsten van de activa die op het moment van het faillissement nog aanwezig zijn en kunnen geen aanspraak maken op inkomsten of vermogen dat nadien verworven wordt door de gefailleerde, tenzij dit een oorzaak heeft voorafgaand aan het faillissement.
Een voorbeeld verduidelijkt dit beter:
Indien de gefailleerde na faillissement nog een betaling ontvangt voor goederen of geleverde diensten voorafgaand aan het faillissement komen die de curator toe. Op het loon dat hij ontvangt voor prestaties uitgevoerd voor een werkgever na faillissement, of op inkomsten uit zelfstandige activiteit uitgevoerd na faillissement kan noch de curator noch zijn vroegere schuldeisers, aanspraak maken (beslag leggen).
Dit alles met uitzondering van blijvende mogelijkheid tot uitvoering voor onderhoudsschulden, schulden ter vergoeding van lichamelijke letsel en geldboeten.
Deze nieuwe regeling moet niet verbazen, in die zin dat een vennootschap die failliet gaat niet meer bestaat en dat wie niet meer bestaat ook niet meer hoeft/kan betalen. Welnu in boek XX WER wordt de commerciële entiteit van de natuurlijke persoon bij faillissement afgescheiden.
Na faillissement blijft de natuurlijke persoon als natuurlijke persoon (als mens) bestaan, net zoals de natuurlijke personen blijven bestaan die samen de gefailleerde ter ziele gegane vennootschap uitmaken.
Maar net zoals de commerciële onderneming verdwijnt bij de rechtspersonen met faillissement gaat de commerciële entiteit van de natuurlijke persoon ingevolge faillissement verdwijnen, onverminderd de mogelijkheid voor de gefailleerde om na faillissement een nieuwe (commerciële) onderneming te starten.
De kwijtschelding geldt niet alleen voor commerciële schulden, lees schulden verbonden aan de onderneming, maar ook voor persoonlijke schulden.