Sancties
Misbruik van economische afhankelijkheid leidt slechts tot een sanctie mits een actuele of (voldoende waarschijnlijke) potentiële aantasting van de mededinging wordt aangetoond.
Private sancties
Overeenkomsten die afgesloten zijn (of geweigerd worden) met misbruik van een positie van economische afhankelijkheid van een onderneming maken een onrechtmatige daad uit met schadevergoedingsplicht (artt. 1382-1383 BW).
Misbruik van economische afhankelijkheid, naast oneerlijke handelspraktijken en misbruik van economische machtspositie zijn een schending van het mededingingsrecht. Aldus zijn ook de specifieke regels van boek XVII WER inzake rechtsvorderingen tot schadevergoeding voor schendingen van het mededingingsrecht van toepassing. Dit resulteert:
- in een gemakkelijker bewijs van de vereisten voor een schadevergoedingsvordering wegens een schending van het mededingingsrecht (fout, schade en causaal verband),
- in een wettelijke regeling van hoofdelijke aansprakelijkheid,
- in specifieke regels inzake verjaring
- in specifieke groepsvordering
Overige privaatrechtelijke gevolgen:
- rechtsvorderingen tot collectief herstel
- stakingsvorderingen
- voorlopige maatregelen in kort geding
Overeenkomsten aangegaan met schending van het verbod van misbruik van een positie van economische afhankelijkheid, zijn vatbaar voor nietigverklaring indien het misbruik zich heeft voorgedaan vóór of bij het sluiten van die overeenkomst, waardoor niet meer voldaan is aan de vereisten voor de geldigheid van een overeenkomst het weze door een beroep te doen op een wilsgebrek, de gekwalificeerde benadeling, dan wel door het het ongeoorloofd voorwerp of de ongeoorloofde oorzaak van de overeenkomst en waarbij de overeenkomst als strijdig met de openbare orde (art. 2 BW (voorheen art. 6 BW) evenzeer nietig is.
Op basis van de strijdigheid met de openbare orde kan aaan de de overeenkomst die na de afsluiting ervan, bij de uitvoering of de beëindiging ervan van een overeenkomst het voorwerp uitmaakt van misbruik van economische machtspositie geen gevolg meer toekomen.
De nietigheid van het contract belet niet het recht op precontractuele schadevergoeding.
Publieke sancties
Het Belgische Mededingingscollege is bevoegd het bestaan van een restrictieve mededingingspraktijk vast te stellen en te bevelen dat deze in bevestigend wordt beëindigd (na voorafgaand onderzoek door het auditoraat van de Belgische Mededingingsautoriteit die een publieke vordering kan instellen
De Mededingingsautoriteit neemt kennis van de zaak
- op klacht van een persoon,
- op verzoek of injunctie van de minister van Economie of Middenstand of een economische regulator
- ambtshalve.
Het Mededingingscollege kan een geldboete van maximaal 2% van de omzet van de betrokken onderneming(svereniging) opleggen. Deze omzet wordt berekend op basis van het boekjaar voorafgaand aan de overheidsbeslissing, zowel die behaald op de nationale markt als op de exportmarkt (zie parlementaire voorbereiding wordt).
Het Mededingingscollege kan op verzoek van de auditeur bij zelfde beslissing een dwangsom opleggen wegens niet-naleving van zijn bevel, tot 2% van de gemiddelde dagelijkse omzet per dag vertraging vanaf de dag door het Mededingingscollege bepaald.