Terugbetalingsverplichting van ten onrechte ontvangen werkloosheidsuitkeringen
Op de principiële terugbetalingsplicht van, elke onrechtmatig ontvangen som zijn er inzake onterecht ontvangen werkloosheidsuitkeringen toch enkele uitzonderingen:
Uitzonderingen
Vergissing van het werkloosheidsbureau
Onrechtmatig ontvangen werkloosheidsuitkeringen wegens een vergissing van het werkloosheidsbureau, moeten niet terugbetaald ten belope van de uitkeringen die u ontving vóór de beslissing van de directeur om u voor de toekomst geen uitkeringen meer toe te kennen,
- tenzij de werkloze de onverschuldigde uitkeringen te kwader trouw heeft bijgehouden;
- tenzij de directeur de beslissing tot herziening heeft genomen binnen de drie maanden nadat de uitbetalingsinstelling de verkeerde beslissing van het werkloosheidsbureau heeft ontvangen.
Goede trouw
De terugvordering wordt beperkt tot de laatste 150 dagen mits indien de werkloze het bewijs levert dat de uitkeringen waarop jij recht had, te goeder trouw zijn ontvangen.
Het niet of het onvoldoende kennen van de reglementering is in principe geen voldoende grond om deze beperking van de terugvordering te bekomen. Bovendien kan de beperking van de terugvordering tot de laatste 150 dagen ten onrechte genoten uitkeringen niet worden toegekend indien de werkloosheidsuitkeringen gecumuleerd werd met uitkeringen die werden toegekend krachtens een andere sociale zekerheidsregeling.
De directeur kan de terugvordering beperken tot het bedrag van de niet-cumuleerbare inkomsten die de werkloze genoten heeft ingeval van goede trouw of wanneer de overtreding enkel aanleiding gaf tot een verwittiging.
Verjaring
De RVA beschikt over een termijn van 3 jaar om een administratieve beslissing te nemen waarbij de terugbetaling van de onrechtmatig ontvangen werkloosheidsuitkeringen wordt bevolen.
Deze termijn van 3 jaar wordt op 5 jaar gebracht wanneer de onrechtmatige betaling het gevolg is van bedrog door de werkloze.
De termijn van 3 jaar (of van 5 jaar in geval van bedrog) gaat in op de 1ste dag van het kalenderkwartaal dat volgt op datgene waarin de onverschuldigde uitkeringen werden betaald.
Wanneer de beslissing eenmaal is genomen en aan de werkloze betekend, beschikt de RVA over een termijn van 10 jaar, te rekenen vanaf de administratieve beslissing die de terugvordering van de onrechtmatig ontvangen sommen beveelt, om dit ten onrechte ontvangen bedrag daadwerkelijk in te vorderen.
Procedure
Indien de werkloze de sommen aan de RVA moet terugbetalen, zal deze u een ingebrekestelling ontvangen waarin het exacte bedrag van de terug te betalen som staat vermeld, samen met een overschrijvingsformulier om dit bedrag in één keer terug te betalen.
Terugbetalingsfaciliteiten
Indien dit bedrag onmogelijk in één keer kan terugbetaald worden kan aan de directeur van het werkloosheidsbureau betalingsgemak gevraagd.
Ontheffing door het Beheerscomité
Het Beheerscomité van de RVA kan afzien van de terugvordering van alle of van een gedeelte van de terug te betalen sommen, meer bepaald in de volgende gevallen:
- wanneer het totale jaarlijkse bedrag van de bestaansmiddelen, ongeacht hun aard of hun oorsprong, niet meer bedraagt dan 11 008,22 EUR. Het betreft zowel uw bestaansmiddelen als die van de echtgeno(o)t(e) of partner. Er wordt eveneens rekening gehouden met de bestaansmiddelen van andere gezinsleden indien ze daadwerkelijk voor de noden van het gezin worden gebruikt;
- wanneer het onvermogen vaststaat;
- wanneer er provisionele werkloosheidsuitkeringen werd ontvangen en de werkloze vanwege de toestand van diens werkgever, het vonnis niet kan laten uitvoeren waarbij de werkgever wordt veroordeeld tot de betaling van een verbrekingsvergoeding;
- in geval van overlijden en van deficitaire nalatenschap.
De ontheffing moet bij het werkloosheidsbureau worden aangevraagd (per brief, per telefoon of door aanmelding ter plaatse).