Doordat alle misdaden correctionaliseerbaar zijn geworden werden de regels voor de verjaring van de strafvordering aangepast (Potpourri II):
Verjaringstermijn van 20 jaar
Voor misdaden die strafbaar zijn met levenslange opsluiting verjaart de strafvordering na 20 jaar.
Die verjaringstermijn geldt ook voor de misdaden die strafbaar zijn met 20 jaar opsluiting of meer en tot nu niet correctionaliseerbaar waren. Voor zover ze gepleegd zijn op een minderjarige. Het gaat bv. om doodslag, terrorisme en verkrachting of aanranding van de eerbaarheid die de dood van het slachtoffer veroorzaakt.
Verjaringstermijn van 15 jaar
Voor misdaden die strafbaar zijn met 20 jaar opsluiting of meer en tot nu niet correctionaliseerbaar waren, geldt een verjaringstermijn van 15 jaar. Als ze gepleegd zijn op meerderjarigen.
Verjaringstermijn van 10 jaar
De verjaringstermijn van 10 jaar geldt voor de andere misdaden. Die termijn geldt dus niet voor misdaden die in wanbedrijven zijn omgezet door aanvaarding van verzachtende omstandigheden, behalve wanneer het gaat om misdaden die strafbaar zijn met een straf van 20 tot 30 jaar opsluiting of meer (tenzij zij vallen onder de verjaringstermijn van 20 of 15 jaar).
Verjaringstermijn van 5 jaar
De verjaringtermijn van 5 jaar geldt voor de andere wanbedrijven. Inclusief de misdaden die in wanbedrijven zijn omgezet door het aanvaarden van verzachtende omstandigheden, behalve bij de meest ernstige misdaden of misdaden die strafbaar zijn met meer dan 20 jaar opsluiting.
Verjaringstermijn van 1 jaar
De verjaringstermijn van 1 jaar geldt voor wanbedrijven die in overtredingen zijn omgezet.
Verjaringstermijn van 6 maanden
De verjaringstermijn is zes maanden bij de andere overtredingen.
Regel bij verzachtende omstandigheden
Voor de zwaarste feiten (dit zijn misdrijven waarop een verjaringstermijn van 20 of 15 jaar staat en om de misdaden die strafbaar zijn met opsluiting van meer dan 20 jaar.) blijven de verjaringtermijnen behouden, zelfs als de straf wordt verminderd of gewijzigd wegens verzachtende omstandigheden. Ongeacht of het gaat om verzachtende omstandigheden in het kader van de correctionalisering of om de aanneming van verzachtende omstandigheden door het hof van assisen zelf.
Onverjaarbaarheid ernstige seksuele misdrijven op minderjarigen
Door de wet van 14 november 2019 en de reparatiewet van 5 december 2019 (in werking getreden op 30 december 2019), zijn ernstige seksuele misdrijven op minderjarigen onverjaarbaar. Het betreft onder meer voyeurisme, aanranding van de eerbaarheid, verkrachting, online grooming, organisatie en exploitatie van prostitutie, kinderpornografie, genitale verminking en mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting. Deze wetwijziging heeft evenwel niets veranderd aan de huidige verjaringstermijnen van seksuele misdrijven op meerderjarigen (zie Driek Deferme en Henry Otgaar, Onverjaarbaarheid ernstige seksuele misdrijven op minderjarigen: tijd voor onafhankelijke commissie, De juristenkrant, 4 december 2019, p. 11).
Berekening: van de zoveelste tot daags voor de zoveelste
De verjaring van de strafvordering wordt slechts gestuit door daden van onderzoek of van vervolging, verricht binnen de in artikel 21 Voorafgaande Titel Wetboek van Strafvordering bepaalde termijn; de dag waarop het misdrijf is gepleegd alsook die waarop de stuitingsdaad heeft plaatsgehad zijn in de termijn begrepen, zodat de verjaringstermijn wordt berekend van de zoveelste tot daags voor de zoveelste.
Het Hof is bevoegd om na te gaan of uit de stukken van de rechtspleging blijkt of de verjaring van de strafvordering werd gestuit of geschorst waardoor ze op het tijdstip van de uitspraak van het bestreden arrest niet was verjaard, teneinde te bepalen of het middel, dat opkomt tegen de berekening van de verjaring door de appelrechters, hoewel het gegrond is, niet ontvankelijk is bij gebrek aan belang.