Anvullende rechtspraak:
• Hof van Beroep te Antwerpen; 5ebis Kamer – 22 oktober 2009, RW 2010-2011, 2871. Antecedenten – procedure
In een vonnis van 26 oktober 2006 heeft de Rechtbank van Koophandel te Hasselt de op 22 mei 2001 onder de benaming «V.C.» failliet verklaarde heer E.P. verschoonbaar verklaard.
Bij gerechtsdeurwaardersexploot van 5 december 2006 heeft NV K.B. tegen deze verschoonbaarverklaring derdenverzet ingesteld.
In een vonnis van 2 oktober 2008 heeft de Rechtbank van Koophandel te Hasselt dit derdenverzet ontvankelijk en gegrond verklaard en de heer E.P. niet verschoonbaar verklaard.
E.P. heeft bij een ter griffie van het hof op 17 november 2008 neergelegd verzoekschrift tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld en besluit tot de ontoelaatbaarheid of de ongegrondheid van het derdenverzet.
NV K.B. besluit tot de ongegrondheid van het hoger beroep.
2. Beoordeling
...
M.b.t. de gegrondheid van het derdenverzet
I. Uit de neergelegde stukken blijkt dat:
1. E.P. op het ogenblik van het openvallen van zijn faillissement t.o.v. de P.K.B. een schuld had van om en bij de 15 miljoen fr. E.P. is een gewezen werknemer van de P.K.B. Volgens NV K.B. zou hij daar wegens grootschalige fraude ontslagen zijn en zou voormelde schuld voortspruiten uit een met de P.K.B. gesloten dading tot regeling van de door deze fraude veroorzaakte schade. De fraude en de oorsprong van voormelde schuld worden door E.P. betwist, maar zonder dat hij verduidelijkt waaruit voormelde grote bankschuld dan wel voortspruit;
2. E.P. na voormelde tewerkstelling de BVBA P. en de BVBA E. & F.V. heeft opgericht en waarvan hij zaakvoerder was. Beide vennootschappen werden einde 2000 failliet verklaard, volgens eigen toelichting van E.P. met heel wat onbetaald passief (o.m. bankschulden) waarvoor hij zich persoonlijk borg gesteld had;
3. E.P. als zaakvoerder van BVBA E. & F.V. in 2000 voor ongeveer 1,5 miljoen fr. ongedekte cheques uitgaf en daarmee diverse leveranciers oplichtte (om goederen te verkrijgen). Voor deze feiten alsmede door, met het oogmerk om de faillietverklaring uit te stellen, verzuimd te hebben binnen de termijn van één maand aangifte van faillissement te doen, hoewel de staking van betaling van BVBA E. & F.V. vaststond sedert 1 april 2000, werd E.P. bij in kracht van gewijsde getreden vonnis van 26 juni 2002 van de Correctionele Rechtbank te Hasselt veroordeeld tot de correctionele straffen die in het bestreden vonnis van de rechtbank van koophandel vermeld werden. Het door de correctionele rechtbank aan E.P. op grond van het K.B. van 24 oktober 1934 opgelegd beroepsverbod werd als volgt gemotiveerd: «... aangezien beklaagde zelfs na het faillissement verder handel drijft in eigen naam zonder inschrijving handelsregister en BTW nr.»;
4. E.P. vanaf november 2000 verder onder de benaming «V.C.» handelde in «productie en het plaatsen van aluminium ramen en deuren». Uit de door de curator van zijn persoonlijk faillissement verstrekte gegevens blijkt dat E.P. geen boekhouding voerde, op 30 april 2001 zijn voorraad en machinepark verkocht had en in de korte periode van zijn persoonlijk handeldrijven diverse leveranciersschulden onbetaald liet (o.m. aan NV A. voor 28.615,56 euro, aan NV A. voor 3.874,28 euro). Het gerealiseerd actief (meubelen van E.P.) is miniem (13.151,35 euro, na aftrek van de beheerskosten van de curator rest 2.684,82 euro).
II. Uit voormelde feiten besluit het hof dat E.P. geen ongelukkige gefailleerde is die te goeder trouw handelde, maar een persoon is die eerst als zaakvoerder van BVBA E. & F.V. op bedrieglijke wijze handeldreef (in ramen en deuren), om onmiddellijk na het faillissement van deze BVBA persoonlijk eenzelfde handel onder de benaming «V.C.» voort te zetten, zonder daarbij enige boekhouding te voeren of tijdig de nodige administratieve formaliteiten te vervullen, welke gegevens er volgens het hof op wijzen dat E.P. op sluikse en voor de buitenwereld (ook zijn schuldeisers) doelbewust ondoorzichtige en derhalve achteraf niet meer te controleren wijze onder de benaming «V.C.» handel heeft gedreven in ramen en deuren.
Deze gegevens zijn grove fouten die E.P. beging in zijn recente handelsverleden en die erop wijzen dat E.P. een gevaar betekent voor een gezond economisch en dus ook maatschappelijk leven.
Dit zijn de gewichtige omstandigheden die beletten dat E.P., handeldrijvende onder de benaming «V.C.», verschoonbaar kan worden verklaard.
...