De rechter die bij verstek van een gedaagde de zaak behandelt, dient uitspraak te doen op grond van de gegevens die aan zijn oordeel zijn onderworpen en kan of mag niet zonder meer deze vordering inwilligen zonder zowel de toelaatbaarheid als de gegrondheid ervan aan een procesrechtelijk onderzoek te onderwerpen (P. Thiriar, Verstek van de verwerende partij en territoriale bevoegdheid, noot onder rechtbank Mechelen, 12.02.2007, P&B, 2007, 59-60)
Uit het verstek van een verwerende partij kan niet afgeleid worden dat ze een vordering uitdrukkelijk erkent.
Voor een toepassingsgeval zie Vredegerecht Veurne-Nieuwpoort (zetel Veurne) 01.10.2009, tijdschrift van de Vrederechters 2013, 3-4, pag. 206 met noot van A. Smets, Taak van de rechter bij verstek en bij waarmerking als Europese executoriale titel (EET).
Deze regel gold tot de Potpourriwet I van 19/10/2015 die art. 806 Gerechtelijk wetboek herschreef:
ARTIKEL 806 GERECHTELIJK WETBOEK
"Art. 806. In het verstekvonnis willigt de rechter de vorderingen of verweermiddelen van de verschijnende partij in, behalve in zoverre de rechtspleging, die vorderingen of middelen strijdig zijn met de openbare orde."
Ingevolge Potpourri V (wet van 06/07/2017) werd artikel 806 opnieuw gewijzigd in volgende zin:
"In het verstekvonnis willigt de rechter de vorderingen of verweermiddelen van de verschijnende partij in, behalve in zoverre de rechtspleging, die vorderingen of middelen strijdig zijn met de openbare orde, met inbegrip van de rechtsregels die de rechter krachtens de wet ambtshalve kan toepassen"
Voor de Potpourri I wet voorzag artikel 806 dat een verstekvonnis dat niet binnen het jaar werd betekend beschouwd werd als niet bestaande.
Deze bepaling is volledig volledig weggevallen. Een verstekvonnis dient dus niet meer binnen het jaar betekend te worden.
Nu er plaats vrijgekomen was in het Gerechtelijk Wetboek door de schrapping van het oude artikel 806, heeft de Potpourri I en V wetgever gebruikgemaakt van de mogelijkheid om hier een totaal nieuwe bepalingen te voegen.
Voorheen onderzocht de rechter de vordering van de eisende partij wanneer de verweerder verstek liet gaan. Dit betekende onder meer dat de rechter diende na te zien of de dagvaarding dan wel oproeping regelmatig en volledig was, er betekent of verzonden werd aan het correcte adres, of de eis toelaatbaar was, of hij materieel dan wel territoriaal bevoegd was...
De Potpourri I wet beperkt de rechten van de verstek latende partij. Alles wat een eisende partij vordert wordt ingewilligd indien de verweerder verstek tenzij de procedure de vordering of de middelen strijdig is met de openbare orde of met rechtsregels die de rechter ambtshalve mag toepassen.
Deze regel met betrekking tot het verstek geldt ook ten nadele van de eisende partij die verstek laat zodat een verweerder die verschijnt op een inleidende zitting waarop de eisende partij niet verschijnt, bij verstek binnen zelfde voormelde grenzen van openbare orde en ambtshalve mogelijkheid van de rechter om rechtsregels toe te passen, de volledige afwijzing van de eis kan vorderen.