De huidige stand van zaken mbt de transseksualiteit en de beoordeling door de rechtbank Een transseksueel is een persoon die fysiek tot het ene geslacht behoort, maar psychisch en eventueel ook sociaal tot het andere geslacht. | |
UItreksel uit het Burgerlijk Wetboek (na aanpassing door de wet van 25 juni 2017
"Art. 62bis. § 1. Elke meerderjarige of ontvoogde minderjarige Belg of in de bevolkingsregisters ingeschreven vreemdeling die de overtuiging heeft dat het geslacht vermeld in zijn akte van geboorte niet overeenstemt met zijn innerlijk beleefde genderidentiteit kan van die overtuiging aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand.
§ 2. De aangifte wordt gedaan bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar hij is ingeschreven in de bevolkingsregisters.
De Belg die niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters doet aangifte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van zijn geboorteplaats. Indien hij niet in België is geboren, doet hij aangifte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand te Brussel.
Bij de aangifte geeft de Belg die niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters de ambtenaar van de burgerlijke stand het adres waarop hem een weigering om de akte van aanpassing van de registratie van het geslacht op te maken kan worden meegedeeld.
§ 3. Bij de aangifte overhandigt de betrokkene aan de ambtenaar van de burgerlijke stand een door hem ondertekende verklaring, die vermeldt dat hij er al een hele tijd van overtuigd is dat het geslacht vermeld in zijn akte van geboorte niet overeenstemt met zijn innerlijk beleefde genderidentiteit en dat hij de administratieve en juridische gevolgen van een aanpassing van de registratie van het geslacht in zijn akte van geboorte wenst.
De ambtenaar van de burgerlijke stand wijst de betrokkene op het in beginsel onherroepelijk karakter van de aanpassing van de registratie van het geslacht vermeld in de akte van geboorte, licht deze in over het verdere verloop van de procedure, de administratieve en juridische gevolgen ervan en stelt de in het vijfde lid bedoelde informatiebrochure ter beschikking evenals de contactgegevens van transgenderorganisaties.
De ambtenaar neemt akte van de verklaring, en geeft een ontvangstbewijs af aan de betrokkene.
De ambtenaar van de burgerlijke stand die akte neemt van de verklaring, geeft hiervan binnen drie dagen kennis aan de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg. De procureur des Konings geeft hiervan onverwijld een ontvangstmelding.
De Koning stelt een informatiebrochure op.
§ 4. De procureur des Konings kan, binnen drie maanden te rekenen van de datum van het ontvangstbewijs, een negatief advies uitbrengen wegens strijdigheid met de openbare orde.
Bij gebrek aan een negatief advies of in geval van overzending van een attest dat er geen negatief advies wordt uitgebracht bij het verstrijken van de termijn van drie maanden, wordt het advies geacht positief te zijn.
§ 5. Ten vroegste drie maanden en ten laatste zes maanden na afgifte van het ontvangstbewijs verschijnt de betrokkene een tweede keer voor de ambtenaar van de burgerlijke stand voor wie de aangifte werd gedaan.
De betrokkene overhandigt hierbij aan de ambtenaar van de burgerlijke stand een ondertekende verklaring die vermeldt dat deze :
1° er nog steeds van overtuigd is dat het geslacht vermeld in zijn akte van geboorte niet overeenstemt met zijn innerlijk beleefde genderidentiteit;
2° zich bewust is van de administratieve en juridische gevolgen die deze aanpassing van de registratie van het geslacht in de akte van geboorte met zich meebrengt;
3° zich bewust is van het in beginsel onherroepelijke karakter van de aanpassing van de registratie van het geslacht in de akte van geboorte.
Bij gebrek aan negatief advies van de procureur des Konings, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand de akte van aanpassing van de registratie van het geslacht opstellen en inschrijven in de registers van de burgerlijke stand.
De ambtenaar van de burgerlijke stand weigert de akte van aanpassing van de registratie van het geslacht op te maken bij negatief advies van de procureur des Konings.
§ 6. De ambtenaar van de burgerlijke stand vermeldt de aanpassing van de registratie van het geslacht op de kant van de akten van de burgerlijke stand die betrekking hebben op de betrokkene en zijn afstammelingen in de eerste graad. Indien een andere ambtenaar van de burgerlijke stand een kantmelding moet aanbrengen, geeft de eerste ambtenaar van de burgerlijke stand hiertoe kennis van de akte van aanpassing van de registratie van het geslacht aan de bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand.
§ 7. De ambtenaar van de burgerlijke stand die weigert een akte van aanpassing van de registratie van het geslacht op te maken, brengt zijn met redenen omklede beslissing en, in voorkomend geval, het negatief advies van de procureur des Konings onverwijld ter kennis van de betrokkene.
§ 8. De betrokkene kan tegen de weigering door de ambtenaar van de burgerlijke stand verhaal instellen overeenkomstig artikel 1385duodecies van het Gerechtelijk Wetboek.
§ 9. De procureur des Konings vordert de nietigheid van een aanpassing van de registratie van het geslacht in de akte van geboorte wegens strijdigheid met de openbare orde.
§ 10. De aanpassing van de registratie van het geslacht in de akte van geboorte is in beginsel onherroepelijk.
Mits bewijs van uitzonderlijke omstandigheden kan de familierechtbank een nieuwe aanpassing van de registratie van het geslacht in de akte van geboorte toestaan.
Indien het bewijs als bedoeld in het tweede lid is geleverd, verklaart de familierechtbank dat de aanpassing van de registratie van het geslacht in de akte van geboorte geen gevolgen meer heeft vanaf de overschrijving van het beschikkend gedeelte van de beslissing tot nieuwe aanpassing van de registratie van het geslacht in de registers van de burgerlijke stand.
Vanaf dat ogenblik behoort de betrokkene opnieuw tot het oorspronkelijk in zijn akte van geboorte geregistreerde geslacht. De regels tot vaststelling van de afstamming van toepassing op dat oorspronkelijk geregistreerde geslacht zijn opnieuw van toepassing op kinderen geboren na de overschrijving als bedoeld in het derde lid.
§ 11. De niet-ontvoogde minderjarige met onderscheidingsvermogen kan vanaf de leeftijd van zestien jaar aangifte doen overeenkomstig dit artikel, mits overhandiging bij de aangifte van een verklaring van een kinder- en jeugdpsychiater die bevestigt dat de betrokkene over voldoende onderscheidingsvermogen beschikt om de voortdurende overtuiging te hebben dat het geslacht vermeld in zijn akte van geboorte niet overeenstemt met zijn innerlijk beleefde genderidentiteit. Bij de aangifte wordt de betrokkene bijgestaan door zijn ouders of zijn wettelijke vertegenwoordiger.
Ingeval deze personen weigeren om de niet-ontvoogde minderjarige bij te staan, kan de minderjarige de familierechtbank verzoeken hem te machtigen om deze handeling met bijstand van een voogd ad hoc te verrichten.".
"Art. 62bis/1. § 1. De akte van aanpassing van de registratie van het geslacht laat de afstamming ten aanzien van reeds geboren kinderen en de daaruit voortvloeiende rechten, bevoegdheden en verplichtingen onverlet.
Alle vorderingen met betrekking tot deze afstamming en de daaruit voortvloeiende rechten, bevoegdheden en verplichtingen kunnen nog worden ingesteld na de opmaak van de akte van aanpassing van de registratie van het geslacht.
§ 2. Indien de betrokkene na de aanpassing van de registratie van het geslacht van vrouw naar man in de akte van geboorte een kind baart, is boek I, titel VII, hoofdstuk 1 naar analogie van toepassing evenals de hoofdstukken 3, 4 en 5.
In geval de betrokkene een kind verwekt of heeft toegestemd in de verwekking overeenkomstig de wet van 6 juli 2007 betreffende de medisch begeleide voortplanting en de bestemming van de overtallige embryo's en de gameten waarvan de verwekking van het kind het gevolg is, en het kind wordt geboren na de aanpassing van de registratie van het geslacht van man naar vrouw in de akte van geboorte, is boek I, titel VII, hoofdstuk 2 naar analogie van toepassing evenals de hoofdstukken 3, 4 en 5.
De persoon van wie de afstamming wordt vastgesteld volgens de bepalingen van het tweede lid wordt in de akte van geboorte steeds als meemoeder vermeld.
In alle overige gevallen wordt voor de toepassing van boek I, titel VII, van het Burgerlijk Wetboek uitgegaan van het nieuwe geslacht.".
"Art. 62ter. De akte van aanpassing van de registratie van het geslacht vermeldt de naam, de voornamen, de geboorteplaats, de geboortedatum en het nieuwe geslacht van de betrokkene.".
Historisch: Sinds het midden van de jaren tachtig- hebben meerdere rechtbanken zich openlijk uitgesproken voor het bestaan van een vorderingsrecht tot wijziging van het geslacht, en hebben zij dergelijke vordering in verband met zuivere transseksuelen toegestaan. De betrokkenen bekomen een nieuw juridisch geslacht vanaf het definitief worden van de gerechtelijke uitspraak.(ex nunc).(SENAEVE, Compendium van het personen- en familierecht, Acco, 2003, nr. 294, p. 127. Zie eveneens: Rb. Ant¬werpen 27 juni 2003, NjW2004, p. 17 en Rb. Dendermonde 3 oktober 2003, NjW 2004, p. 19).
Inmiddels is de wet evenwel verschillende malen gewijzigd en gebeurt de genderwijziging via een loutere aangifte. Vorlegging van stukken, controlebevoegdheid zijn verdwenen en het verhaalmogelijkheid voor de rechtbank, waarbij het vernederend en kostelijk beroep op de rechtbank een uitzondering wordt.
De verandering van het juridisch geslacht via een vordering van staat kon voorheen voor de rechtbank slechts aanvaard worden voor zover het bewijs werd geleverd van een niet te weerleggen overtuiging bij de betrokkene in wezen tot het andere geslacht te behoren.
Voorheen werd dan ook geoordeeld dat wanneer de discordantie tussen het psychische en het fysieke geslacht enkel het resultaat is van een vrije wilsuiting van de betrokkene en niet zou voortvloeien uit een voorbeschiktheid waardoor het individu gedetermineerd is, zij geen aanleiding kon geven tot het toestaan van een juridische geslachtswijziging als element van de staat van de persoon.Daarom was er voorheen zowel een psychische al fysische bewijsvoering (attest door een chirurg) noodzakelijk.
Immers, zo oordeelde men destijds, een louter kunstmatige wijziging van de fysieke elementen van het geslacht door hormonale behandelingen en chirurgische ingrepen zonder meer zou strijdig zijn met het principe van de onbeschikbaarheid van de staat van de persoon (P. SENAEVE, o.c. nr. 295; T.P.R. 2001, "Overzicht van rechtspraak personen- en familierecht", nrs. 247-252).
Inmiddels is men hierop terug gekomen en is men van oordeel dat de genderidentiteit een innerlijke psychische overtuiging is tout court.
In toepassing van artikel 8 van het EVRM, dat de bescherming van het private leven vooropstelt, moeten de maatregelen kunnen genomen worden die nuttig zijn opdat een persoon, die uiterlijk en innerlijk de kenmerken van het andere geslacht heeft aangenomen zonder dat er bij die beslissing sprake is van enige willekeur of gril, gerechtigd zou zijn zich tegenover derden, tegenover de maatschappij op die gewijzigde staat te beroepen.
De erkenning van de transseksualiteit en het feit dat een persoon een geslachtswijziging kan ondergaan is overigens een wereldwijd evolutief gegeven (D. VAN GRUN-DERBEECK, Beginselen van personen- en familierecht, een menselijke benadering. Intersentia 2003. nrs. 123-136 en EHRM 11 iuli 2002. NJW 2002. D. 494-497 met noot
Om een juridische geslachtswijziging voor de rechtbank te bekomen diende voorheen uit medische verslagen te moeten blijken dat de verzoeker zich reeds vanaf jeugdige leeftijd van het andere geslacht dan het bij geboorte juridisch vastgestelde geslacht heeft gevoeld, en zich sociaal doorheen de jaren van langsom meer in die zin is gaan veruitwendigen. Dit moest dan blijken uit een psychiatrisch verslag waaruit een genderidentiteits"stoornis" moest blijken, wat erop zal moest wijzen dat er van enige willekeurige of lichtzinnige beslissing tot wijziging van het geslacht in hoofde van verzoeker geen sprake was.
De heelkundige ingrepen, die samen met de langdurige voorbereidende fase van psychomedische voorbereiding als niet bepaald evident moeten worden aangezien, gingen de rechtbank ertoe overtuigen dat een aantal elementen van het fysieke criterium van het geslacht van de verzoeker gewijzigd waren (zoals de morfologische en de gonadische elementen).
Belangrijk hierbij was dat de medische bevestiging dat deze wijzigingen irreversibel waren en ertoe hadden geleid dat verzoeker zich tot zijn voldoening zowel innerlijk als uiterlijk van het andere dan het oorspronkelijke geslacht weet, met de noodzakelijke constatatie dat dit sinds lange jaren diens onweerstaanbare wens was.
Het feit dat de verzoeker kinderen had belette de vordering (en ook de huidige procedure) niet.
De toelating tot wijziging van staat kon en kan enkel werken ex nunc (dus niet met terugwerkende kracht en enkel naar de toekomst toe), aangezien door dergelijke wijziging geen afbreuk mag worden gedaan aan de wettelijke beginselen in zake de afstamming en huwelijk die van openbare orde zijn.