De vrijheid om te kopiëren is eigen aan het handelsverkeer dat gekenmerkt wordt door de vrijheid om naar goeddunken elke handel te drijven, elk beroep, bedrijf of ambacht te voeren (behoudens de wettelijke uitzonderingen).
Zie Decreet d'Allarde van 2 en 17 maart 1791, tot afschaffing van het gildewezen waarvan de zinsnede uit artikel 7 die opgenomen werd in het Belgisch recht luidt:
“A compter du premier avril prochain, il sera libre à toute personne de faire tel négoce ou d’exercer telle profession, art ou métier qu’elle trouvera bon.”
"Te rekenen van de afkondiging van deze wet, staat het aan eenieder vrij, naar goeddunken, elke handel te drijven of elk beroep, bedrijf of ambacht uit te oefenen.”
De invoering van deze regel heeft de waarde van een algemeen rechtsbeginsel, samengevat als het beginsel van vrijheid van handel.(zie ook art. II.2 tot II.4 WER).
De vrijheid van handel staat haaks op protectionistische maatregelen en vertrekt van de vrijheid van het individu te ondernemen, waarbij het menselijk intellect en de menselijke creatie en vinding van de ene mens moet gebruikt kunnen worden en ten dienste staat van de andere (mede)mens.
Er bestaat dus een recht om te kopiëren, weze het dat deze mooie revolutionaire gedachte inmiddels beperkt wordt door heel wat uitzonderingen, niet in het minst door het auteursrecht, de intellectuele rechten, de databankwetgeving enerzijds en de reglementering van het marktgebeuren en de handelspraktijken anderzijds.
Zie onder meer:
Voorz. Kh. Kortrijk, 20 mei 1996, Jaarboek Handelspraktijken & Mededinging, 1996, 867 :
“Het Belgisch economisch systeem is gegrondvest op het Decreet D’Allarde van 2/17 maart 1791 waarvan de vrije mededinging is afgeleid. Dit houdt het beginsel van vrijheid van kopie in waaraan alleen een exclusief recht afbreuk kan doen”.
Zo kan het slaafs kopiëren van een auteursrechtelijk niet beschermd werk toch verboden worden indien het slaafs kopiëren verwarring kan veroorzaken bij het publiek.
Om deze redenen mag men zonder bestraffing ideeën oppikken van derden. Diefstal van een idee bestaat niet. Er bestaat geen auteursrecht op een idee. De auteurswet verbiedt niet om iemands idee over te nemen of als inspiratie te gebruiken. Indien het idee reeds werd uitgewerkt, mag een concurrent ook dit idee gebruiken in de mate het een andere vorm of uitwerking heeft gekregen.