De meeste procedures worden ingeleid bij dagvaarding of bij verzoekschrift. Maar in heel wat gevallen kunnen partijen kosten vermijden door vrijwillig zelf naar de rechtbank te stappen en hun geschil op loutere vrijwillige basis in gemeen akkoord aan de rechter voor te leggen waarbij ze dan vragen om over hun geschilpunten te oordelen.
Dit kan middels een proces-verbaal van vrijwillige verschijning.
Zoals de naam het reeds laat vermoeden, kunnen de partijen vrijwillig verschijnen voor de rechtbank van eerste aanleg, alsook voor de arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel, de vrederechter of de politierechtbank, wanneer het geschil tot hun bevoegdheid behoort (art. 706, 1e en 2e lid, Ger.W).
De verklaring van de partijen die vonnis vragen, wordt door hen ondertekend onderaan op het proces-verbaal dat door de rechter wordt opgemaakt (art. 706, 3e lid, Ger.W).
De partijen hebben bij de vrijwillige verschijning twee mogelijkheden :
ofwel kiezen zij voor de schriftelijke rechtspleging zoals beoogd in art. 755, Ger.W en leggen zij onmiddellijk ter griffie hun memories, notas, stukken en conclusies neer, ofwel kiezen zij voor de rechtspleging van de korte debatten, beoogd in art. 735, Ger.W, zodat de zaak wordt gepleit op de inleidende zitting of op een nabije datum.
Het is slechts mogelijk om een vordering bij vrijwillige verschijning in te leiden voor een gerecht dat in eerste aanleg uitspraak doet. Het is dus niet toegelaten voor de rechtsmiddelen, met uitzondering van het verzet (art. 1047,
Ger.W).
(Oorspronkelijke) Bedoeling van de voorlopige verschijning:
De bedoeling van de vrijwillige verschijning is niet alleen de kosten van dagvaarding te vermijden maar ook partijen in de gelegenheid te stellen een zaak eerst volledig in staat te stellen en dan de beoordeling van de zaak aan de rechter voor te leggen.
Aanhangigmaking van een strafzaak voor de strafrechter middels vrijwillige verschijning
Een beklaagde kan vrijwillig verschijnen voor de strafrechte, wanneer het misdrijf behoort tot de rechtstreekse
bevoegdheid van de politierechtbank of de correctionele rechtbank en mits er voor de feiten waarvoor hij vrijwillig wenst te verschijnen geen gerechtelijk onderzoek tegen de betrokkene wordt gevoerd of door het Openbaar Ministerie diens verwijzing niet werd gevorderd.
Aldus kan een dader zelf de strafvordering tegen hem zelf aanhangig maken. Een dader kan hierbij belang hebben om aldus de opslorping te bekomen door te verschijnen op een moment dat hij voor andere feiten vervolgd wordt en waarbij hij wenst aan te tonen dat de feiten samenhangend zijn.
Deze wijze van aanhangigmaking wordt vooral gebruikt om procedureproblemen op te lossen. Vaak gaat het hierbij om onregelmatigheden in de dagvaarding of niet-eerbiediging van de termijn van oproeping, dan wel voor een bijkomende (vergeten) telastlegging .
Wanneer de vrijwillige verschijning door de beklaagde wordt gevraagd met vervulling van voormelde voorwaarden moet zij worden aanvaard ook wanneer het Openbaar Ministerie zich daartegen verzet omdat het de intentie heeft voor het andere misdrijf een afzonderlijke vervolging in stellen, maar dit binnen een redelijke termijn nog niet heeft gedaan.
Deze vrijwillige verschijning is slechts mogelijk in eerste aanleg en niet in hoger beroep