Boek XII. - [
1 Recht van de elektronische economie]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Titel 1. - [
1 Bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Hoofdstuk 1. - [
1 Voorafgaande bepalingen]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.1.[
1 § 1. Hoofdstukken 1 tot 6 van deze titel zetten de bepalingen om van Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt.
Hoofdstuk 4 zet bovendien gedeeltelijk de bepalingen om van Richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en-diensten, Richtlijn 2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector van elektronische communicatie en Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming.
Hoofdstuk 7 zet de bepalingen om van Richtlijn 98/84/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 1998 betreffende de rechtsbescherming van diensten gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang.
§ 2. Deze titel regelt bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij.
Zij is niet van toepassing op :
1° belastingen;
2° kwesties in verband met diensten van de informatiemaatschappij geregeld door de wetgevende of reglementaire bepalingen tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de verwerking van persoonsgegevens;
3° kwesties in verband met overeenkomsten of praktijken die onder het kartelrecht vallen;
4° de volgende diensten van de informatiemaatschappij :
a) de activiteiten van notarissen, voor zover die een direct specifiek verband met de uitoefening van de publieke taken inhouden;
b) de vertegenwoordiging van een cliënt en de verdediging van zijn belangen voor het gerecht;
c) gokactiviteiten waarbij een geldbedrag wordt ingezet, met inbegrip van de loterijen en weddenschappen.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Hoofdstuk 2. - [
1 Grondbeginselen]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Afdeling 1. - [
1 Het beginsel van vrijheid van vestiging]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.2. [
1 Het starten en het uitoefenen van een activiteit van dienstverlener op het gebied van de informatiemaatschappij worden niet afhankelijk gesteld van een voorafgaande vergunning of enige andere vereiste met gelijke werking.
Het eerste lid laat vergunningsstelsels onverlet die niet specifiek en uitsluitend betrekking hebben op de diensten van de informatiemaatschappij, of die vallen onder de stelsels van vergunningen bepaald in Titel III van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Afdeling 2. - [
1 Het beginsel van vrij verrichten van diensten]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.3. [
1 Het verrichten van diensten van de informatiemaatschappij door een op Belgisch grondgebied gevestigde dienstverlener moet aan de in België van toepassing zijnde vereisten voldoen.
Het vrije verkeer van diensten van de informatiemaatschappij op Belgisch grondgebied, verricht door een in een andere lidstaat gevestigde dienstverlener, is niet beperkt door de vereisten toepasselijk in België of in andere staten.
Het eerste en het tweede lid zijn gericht op de specifieke of algemene vereisten inzake de diensten van de informatiemaatschappij en de verleners van deze diensten. Zij hebben geen betrekking op de vereisten inzake goederen als zodanig, de fysieke levering ervan of diensten die niet langs elektronische weg worden verleend.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Afdeling 3. - [
1 Afwijkingen van het beginsel van het vrij verrichten van diensten]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.4.[
1 In afwijking van artikel XII.3, [
2 blijven Boek II, Titel II, Hoofdstuk V, Afdelingen 2 tot 4, en Boek III, Titel I van de wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen van toepassing.]
2 In afwijking van artikel XII.3 is de reclame voor de verhandeling van aandelen van maatschappijen die collectief beleggen in effecten, zoals bedoeld in artikel 105 van de wet van 4 december 1990 op de financiële transacties en de financiële markten, onderworpen aan de wetgeving van de staat van verhandeling.
Artikel XII.3 is niet van toepassing :
1° op de vrijheid van de partijen om het op hun contract toepasselijke recht te kiezen;
2° op contractuele verplichtingen betreffende consumentenovereenkomsten;
3° op het auteursrecht en naburige rechten, rechten met betrekking tot de ligging van halfgeleidende producten, rechten sui generis inzake gegevensbanken, industriële eigendomsrechten;
4° wat betreft de formele geldigheid van contracten waarbij rechten op onroerende zaken ontstaan of worden overgedragen, indien op die contracten ingevolge het recht van de lidstaat waar de onroerende zaak is gelegen, verplichte vormvereisten van toepassing zijn;
5° op de toelating van ongevraagde reclame via elektronische post.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
(
2)<W
2016-03-13/07, art. 754, 033; Inwerkingtreding : 23-03-2016; zie ook art. 756>
Art. XII.5. [
1 § 1. Onder de in §§ 2 tot 5 genoemde voorwaarden stelt de Koning, in afwijking van de bepalingen van artikel XII.3., de modaliteiten vast volgens dewelke de overheden die Hij aanduidt maatregelen kunnen nemen tot beperking van het vrije verkeer van een dienst van de informatiemaatschappij geleverd door een in een andere Lidstaat gevestigde dienstverlener.
§ 2. De in §§ 1 en 6 bedoelde maatregelen moeten :
1° noodzakelijk zijn voor een van de volgende doelstellingen :
- de openbare orde, in het bijzonder de preventie van, het onderzoek naar, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten, waaronder de bescherming van minderjarigen en de bestrijding van het aanzetten tot haat wegens ras, geslacht, godsdienst of nationaliteit en van de schendingen van de menselijke waardigheid ten aanzien van individuen,
- de bescherming van de volksgezondheid,
- de openbare veiligheid, met inbegrip van het waarborgen van de nationale veiligheid en defensie,
- de bescherming van consumenten, met inbegrip van beleggers;
2° worden genomen ten aanzien van een bepaalde dienst van de informatiemaatschappij waardoor afbreuk wordt gedaan aan de onder punt 1° genoemde doelstellingen of een ernstig gevaar daarvoor ontstaat;
3° evenredig zijn aan die doelstellingen.
§ 3. Onverminderd gerechtelijke procedures, met inbegrip van de daden in het kader van een opsporingsonderzoek of een gerechtelijk onderzoek, moeten de overheden bedoeld in § 1, alvorens maatregelen te nemen, de lidstaat waarin de betrokken dienstverlener is gevestigd, verzoeken de nodige maatregelen te nemen om de in § 2, 1°, bedoelde doelstellingen te waarborgen.
§ 4. Indien de betrokken lidstaat geen gevolg geeft aan dat verzoek of geen voldoende maatregelen neemt, delen de overheden bedoeld in § 1 dit aan de onderzoeksrechter van het gerechtelijk arrondissement Brussel mede.
Eerst informeren zij de betrokken lidstaat en de Europese Commissie van hun voornemen.
§ 5. In dringende gevallen en onder de voorwaarden vermeld in § 2, kunnen de overheden bedoeld in § 1 de mededeling aan de onderzoeksrechter onmiddellijk doen, op voorwaarde dat zij de Europese Commissie alsook de betrokken Lidstaat onverwijld van dit feit in kennis stellen.
§ 6. Wanneer de onderzoeksrechter van de overheden bedoeld in § 1, overeenkomstig de bepalingen van § 2 en van §§ 4 of 5 een mededeling ontvangen heeft, kan hij middels een met redenen omklede beschikking de dienstverleners die daartoe in staat zijn, gelasten om de communicatietechniek die gebruikt wordt om de handelingen uit te voeren die het naleven van de doelstellingen bedoeld in § 2, 1°, in gevaar brengen of kunnen brengen niet meer ter beschikking te stellen van de dienstverlener die gevestigd is in een andere lidstaat en dit binnen de perken en voor de duur die hij bepaalt en die één maand niet kan overschrijden.
De onderzoeksrechter kan de uitwerking van zijn beschikking één of meerdere keren verlengen; hij moet er een einde aan stellen zodra de omstandigheden die ze rechtvaardigen, verdwenen zijn.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-26/27, art. 2, 011; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Hoofdstuk 3. - [
1 Informatie en doorzichtigheid]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.6. [
1 § 1. Onverminderd de overige wettelijke en reglementaire informatievoorschriften zorgt elke dienstverlener van de informatiemaatschappij ervoor dat de afnemers van de dienst en de bevoegde autoriteiten gemakkelijk, rechtstreeks en permanent toegang krijgen tenminste tot de volgende informatie :
1° zijn naam of handelsnaam;
2° het geografische adres waar de dienstverlener is gevestigd;
3° nadere gegevens die een snel contact en een rechtstreekse en effectieve communicatie met hem mogelijk maken, met inbegrip van zijn elektronisch postadres;
4° desgevallend het ondernemingsnummer;
5° wanneer een activiteit aan een vergunningsstelsel is onderworpen, de gegevens over de bevoegde toezichthoudende autoriteit;
6° wat gereglementeerde beroepen betreft :
a)de beroepsvereniging of beroepsorganisatie waarbij de dienstverlener is ingeschreven,
b) de beroepstitel en de staat waar die is toegekend,
c) een verwijzing naar de van toepassing zijnde beroepsregels en de wijze van toegang ertoe;
7° wanneer de dienstverlener een aan de belasting over de toegevoegde waarde onderworpen activiteit uitoefent, het identificatienummer zoals bedoeld in artikel 50 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde;
8° de gedragscodes die hij desgevallend heeft onderschreven, alsook de informatie over de manier waarop die codes langs elektronische weg kunnen worden geraadpleegd.
§ 2. Onverminderd de overige wettelijke en reglementaire voorschriften op het gebied van prijsaanduiding moeten de diensten van de informatiemaatschappij die naar prijzen verwijzen, deze duidelijk en ondubbelzinnig aangeven en meer in het bijzonder vermelden of belasting en leveringskosten inbegrepen zijn.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.7. [
1 § 1. Onverminderd de overige wettelijke en reglementaire informatievoorschriften verstrekt de dienstverlener, voordat de afnemer zijn order langs elektronische weg plaatst, op duidelijke, begrijpelijke en ondubbelzinnige wijze ten minste de volgende informatie :
1° de talen waarin het contract kan worden gesloten;
2° de verschillende technische stappen om tot de sluiting van het contract te komen;
3° de technische middelen waarmee invoerfouten kunnen worden opgespoord en gecorrigeerd voordat de order wordt geplaatst;
4° uitsluitsel omtrent de vraag of de dienstverlener het gesloten contract zal archiveren en of het toegankelijk zal zijn.
§ 2. De contractuele bepalingen en de algemene voorwaarden van het contract moeten de afnemer op een zodanige wijze ter beschikking worden gesteld dat hij deze kan opslaan en weergeven.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.8. [
1 Voordat de afnemer zijn order plaatst, stelt de dienstverlener de afnemer passende technische middelen ter beschikking, waarmee hij invoerfouten kan opsporen en corrigeren.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.9. [
1 Wanneer de afnemer van een dienst langs elektronische weg een order plaatst, worden de volgende beginselen in acht genomen :
1° de dienstverlener bevestigt zo spoedig mogelijk langs elektronische weg de ontvangst van de order van de afnemer;
2° het ontvangstbewijs vermeldt onder meer een samenvatting van de order;
3° de order en het ontvangstbewijs worden geacht te zijn ontvangen wanneer deze toegankelijk zijn voor de partijen tot wie zij zijn gericht.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.10. [
1 Partijen die niet als consument handelen, kunnen bij middel van overeenkomst afwijken van de bepalingen van artikel XII.6, § 1, 8°, en van de artikelen XII.7, § 1, XII.8 en XII.9.
De bepalingen van artikel XII.6, § 1, 8°, van artikel XII.7, § 1, van artikel XII.8 en van artikel XII.9, 1° en 2°, zijn niet van toepassing op contracten die uitsluitend via uitwisseling van elektronische post gesloten zijn.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.11. [
1 Ten aanzien van de consumenten heeft de dienstverlener de plicht te bewijzen dat aan de eisen voorzien in de artikelen XII.6 tot XII.9 is voldaan.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Hoofdstuk 4. - [
1 Reclame]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.12. [
1 Onverminderd de overige wettelijke en reglementaire informatievoorschriften voldoet de reclame die deel uitmaakt van een dienst van de informatiemaatschappij, of een dergelijke dienst vormt, aan de volgende voorwaarden :
1° onmiddellijk na de ontvangst ervan is de reclame, vanwege de globale indruk, met inbegrip van de presentatie, duidelijk als zodanig herkenbaar. Indien dit niet het geval is draagt zij leesbaar, goed zichtbaar en ondubbelzinnig de vermelding "reclame";
2° de natuurlijke of rechtspersoon voor wiens rekening de reclame geschiedt, is duidelijk te identificeren;
3° verkoopbevorderende aanbiedingen, zoals aankondigingen van prijsverminderingen en eraan verbonden aanbiedingen, zijn duidelijk als zodanig herkenbaar en de voorwaarden om van deze aanbiedingen gebruik te kunnen maken, zijn gemakkelijk te vervullen en worden duidelijk en ondubbelzinnig aangeduid;
4° verkoopbevorderende wedstrijden of spelen zijn duidelijk als zodanig herkenbaar en de deelnemingsvoorwaarden zijn gemakkelijk te vervullen en worden duidelijk en ondubbelzinnig aangeduid.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.13. [
1 § 1. Het gebruik van elektronische post voor reclame is verboden zonder de voorafgaande, vrije, specifieke en geïnformeerde toestemming van de geadresseerde van de boodschappen.
Op de gezamenlijke voordracht van de Minister en van de Minister bevoegd voor Justitie, kan de Koning voorzien in uitzonderingen op het verbod als bepaald in het eerste lid.
§ 2. Bij het versturen van reclame per elektronische post zorgt de dienstverlener voor het volgende :
1° hij verschaft duidelijke en begrijpelijke informatie over het recht zich te verzetten tegen het ontvangen, in de toekomst, van reclame;
2° hij duidt een geschikt middel aan om dit recht langs elektronische weg efficiënt uit te oefenen en stelt dit middel ter beschikking.
Op de gezamenlijke voordracht van de Minister en van de Minister bevoegd voor Justitie, bepaalt de Koning de modaliteiten volgens dewelke de dienstverleners de wil van de bestemmeling respecteren om niet langer reclame via elektronische post te ontvangen.
§ 3. Bij het versturen van reclame per elektronische post is het verboden :
1° het elektronisch adres of de identiteit van een derde te gebruiken;
2° informatie te vervalsen of te verbergen die het mogelijk maakt de oorsprong van de boodschap van de elektronische post of de weg waarlangs hij overgebracht werd te herkennen;
3° de bestemmeling van de boodschappen aan te moedigen om websites te bezoeken die artikel XII.12 overtreden.
§ 4. De dienstverlener moet het bewijs leveren dat reclame via elektronische post werd gevraagd.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.14. [
1 Reclame die deel uitmaakt van een door een lid van een gereglementeerd beroep verleende dienst van de informatiemaatschappij, of die op zichzelf een dergelijke dienst uitmaakt, is toegestaan, mits de beroepsregels, met name ten aanzien van de onafhankelijkheid, de waardigheid, de beroepseer en het beroepsgeheim, alsmede de eerlijkheid ten opzichte van cliënten en confraters in acht worden genomen.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Hoofdstuk 5. - [
1 Langs elektronische weg gesloten contracten]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.15.[
1 § 1. Aan elke wettelijke of reglementaire vormvereiste voor de totstandkoming van contracten langs elektronische weg is voldaan wanneer de functionele kwaliteiten van deze vereiste zijn gevrijwaard.
§ 2. Voor de toepassing van § 1, moet in overweging worden genomen dat :
- [
3 aan de vereiste van een geschrift is voldaan door een geheel van alfabetische tekens of van enige andere verstaanbare tekens aangebracht op een drager die de mogelijkheid biedt toegang ertoe te hebben gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de informatie kan dienen en waarbij de integriteit ervan wordt beschermd, welke ook de drager en de transmissiemogelijkheden zijn;]
3 - aan de uitdrukkelijke of stilzwijgende vereiste van een handtekening is voldaan wanneer deze laatste beantwoordt aan de voorwaarden van [
3 ofwel artikel 3.10. van verordening 910/2014]
3, [
2 ofwel van artikel 3.12. van verordening 910/2014]
2;
- aan de vereiste van een geschreven vermelding van degene die zich verbindt, kan worden voldaan door om het even welk procédé dat waarborgt dat de vermelding effectief uitgaat van deze laatste.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
(
2)<W
2015-10-26/06, art. 46, 028; Inwerkingtreding : 09-11-2015>
(
3)<W
2018-09-20/14, art. 10, 067; Inwerkingtreding : 20-10-2018>
Art. XII.16.[
1 [
2 Op voorwaarde dat ze het bestaan van praktische belemmeringen vaststellen voor het vervullen van een wettelijke of reglementaire vormvereiste in het kader van de totstandkoming van een contract langs elektronische weg, kunnen de bevoegde hoven en rechtbanken het artikel XII.15 niet toepassen]
2 op de contracten die tot één van de volgende categorieën behoren :
1° contracten die rechten doen ontstaan of overdragen ten aanzien van onroerende zaken, met uitzondering van huurrechten;
2° contracten waarvoor de wet de tussenkomst voorschrijft van de rechtbank, de autoriteit of de beroepsgroep die een publieke taak uitoefent;
3° contracten voor persoonlijke en zakelijke zekerheden welke gesteld worden door personen die handelen voor doeleinden buiten hun handels- of beroepsactiviteit;
4° contracten die onder het familierecht of het erfrecht vallen.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
(
2)<W
2018-09-20/14, art. 9, 067; Inwerkingtreding : 20-10-2018>
Hoofdstuk 6. - [
1 Aansprakelijkheid van dienstverleners die als tussenpersoon optreden]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Afdeling 1. - [
1 "Mere conduit " (doorgeefluik)]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.17. [
1 Wanneer een dienst van de informatiemaatschappij bestaat in het doorgeven via een communicatienetwerk van door een afnemer van de dienst verstrekte informatie, of in het verschaffen van toegang tot een communicatienetwerk, is de dienstverlener niet aansprakelijk voor de doorgegeven informatie, als aan elk van de volgende voorwaarden voldaan is :
1° het initiatief tot de doorgifte niet bij de dienstverlener ligt;
2° de ontvanger van de doorgegeven informatie niet door de dienstverlener wordt geselecteerd;
3° de doorgegeven informatie niet door de dienstverlener wordt geselecteerd of gewijzigd.
Het doorgeven van informatie en het verschaffen van toegang in de zin van het eerste lid omvatten de automatische, tussentijdse en tijdelijke opslag van de doorgegeven informatie, voor zover deze opslag uitsluitend dient om de doorgifte in het communicatienetwerk te bewerkstelligen en niet langer duurt dan redelijkerwijs voor het doorgeven nodig is.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Afdeling 2. - [
1 Opslag in de vorm van tijdelijke kopiëring van gegevens]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.18. [
1 Wanneer een dienst van de informatiemaatschappij bestaat in het doorgeven via een communicatienetwerk van door een afnemer van de dienst verstrekte informatie, is de dienstverlener niet aansprakelijk voor de automatische, tussentijdse en tijdelijke opslag van die informatie, wanneer deze opslag enkel geschiedt om latere doorgifte van die informatie aan andere afnemers van de dienst en op hun verzoek doeltreffender te maken, als aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan :
1° de dienstverlener de informatie niet wijzigt;
2° de dienstverlener de toegangsvoorwaarden voor de informatie in acht neemt;
3° de dienstverlener de alom erkende en in de bedrijfstak gangbare regels betreffende de bijwerking van de informatie naleeft;
4° de dienstverlener niets wijzigt aan het alom erkende en in de bedrijfstak gangbare rechtmatige gebruik van technologie voor het verkrijgen van gegevens over het gebruik van de informatie;
5° de dienstverlener prompt handelt om de door hem opgeslagen informatie te verwijderen of de toegang ertoe onmogelijk te maken, zodra hij er daadwerkelijk kennis van heeft dat de informatie verwijderd werd van de plaats waar zij zich oorspronkelijk in het net bevond, of dat de toegang ertoe onmogelijk werd gemaakt, of zodra een administratieve of gerechtelijke autoriteit heeft bevolen de informatie te verwijderen of de toegang ertoe onmogelijk te maken en voor zover hij handelt overeenkomstig de procedure voorzien in artikel XII.19, § 3.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Afdeling 3. - [
1 Hosting (host-diensten)]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.19. [
1 § 1. Wanneer een dienst van de informatiemaatschappij bestaat in de opslag van de door een afnemer van de dienst verstrekte informatie, is de dienstverlener niet aansprakelijk voor de op verzoek van de afnemer van de dienst opgeslagen informatie, op voorwaarde dat :
1° de dienstverlener niet daadwerkelijk kennis heeft van de onwettige activiteit of informatie, of wat een schadevergoedingsvordering betreft, geen kennis heeft van feiten of omstandigheden waaruit het onwettelijke karakter van de activiteit of de informatie blijkt; of
2° de dienstverlener, zodra hij van het bovenbedoelde daadwerkelijk kennis heeft, prompt handelt om de informatie te verwijderen of de toegang ertoe onmogelijk te maken en voor zover hij handelt overeenkomstig de procedure bepaald in paragraaf 3.
§ 2. Paragraaf 1 is niet van toepassing wanneer de afnemer van de dienst op gezag of onder toezicht van de dienstverlener handelt.
§ 3. Wanneer de dienstverlener daadwerkelijk kennis krijgt van een onwettige activiteit of informatie, meldt hij dit onverwijld aan de procureur des Konings, die de nodige maatregelen neemt overeenkomstig artikel 39bis van het Wetboek van strafvordering.
Zolang de procureur des Konings geen beslissing heeft genomen met betrekking tot het kopiëren, ontoegankelijk maken en verwijderen van de in een informaticasysteem opgeslagen gegevens, kan de dienstverlener enkel maatregelen nemen om de toegang tot de informatie te verhinderen.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Afdeling 4. - [
1 Toezichtverplichtingen]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.20. [
1 § 1. Met betrekking tot de levering van de in de artikelen XII.17, XII.18 en XII.19 bedoelde diensten hebben de dienstverleners geen algemene verplichting om toe te zien op de informatie die zij doorgeven of opslaan, noch om actief te zoeken naar feiten of omstandigheden die op onwettige activiteiten duiden.
Het in het eerste lid genoemde beginsel geldt enkel voor de algemene verplichtingen. Het laat het recht van de bevoegde gerechtelijke instanties onverlet om, in een specifiek geval, een tijdelijke toezichtverplichting op te leggen, indien een wet in deze mogelijkheid voorziet.
§ 2. De in paragraaf 1 bedoelde dienstverleners zijn verplicht de bevoegde gerechtelijke of administratieve autoriteiten onverwijld in kennis te stellen van vermeende onwettige activiteiten of onwettige informatie die door de afnemers van hun dienst worden geleverd.
Onverminderd andere wettelijke of reglementaire bepalingen dienen deze dienstverleners de bevoegde gerechtelijke of administratieve autoriteiten op hun verzoek alle informatie te verschaffen waarover zij beschikken en die nuttig is voor de opsporing en de vaststelling van de inbreuken gepleegd door hun tussenkomst.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Hoofdstuk 7. - [
1 De juridische bescherming van diensten van de informatiemaatschappij gebaseerd op of bestaande uit voorwaardelijke toegang.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.21. [
1 Het is verboden :
1° illegale uitrusting te vervaardigen, in te voeren, te verspreiden, te verkopen, te verhuren of in bezit te hebben voor commerciële doeleinden;
2° illegale uitrusting te installeren, te onderhouden of te vervangen voor commerciële doeleinden;
3° gebruik te maken van reclame om illegale uitrustingen voor voorwaardelijke toegang aan te prijzen.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Hoofdstuk 8. - [
1 Het registreren van domeinnamen]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.22. [
1 Het is verboden om, met het doel een derde te schaden of er een ongerechtvaardigd voordeel uit te halen, een domeinnaam, waarop men geen enkel recht of legitiem belang kan laten gelden, te laten registreren door een hiertoe officieel erkende instantie, al dan niet via een tussenpersoon, wanneer die domeinnaam identiek is of dusdanig overeenstemt dat hij verwarring kan scheppen met, onder meer, een merk, een geografische aanduiding of een benaming van oorsprong, een handelsnaam, een origineel werk, een naam van een vennootschap of van een vereniging, een geslachtsnaam of de naam van een geografische entiteit, die aan iemand anders toebehoort.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Art. XII.23. [
1 Artikel XII.22 wordt toegepast onverminderd andere wettelijke bepalingen, meer bepaald elke wettelijke bepaling tot bescherming van merken, geografische aanduidingen en benamingen van oorsprong, handelsnamen, originele werken en alle andere voorwerpen van intellectuele eigendom, namen van vennootschappen en verenigingen, geslachtsnamen, namen van geografische entiteiten, alsook elke wettelijke bepaling inzake oneerlijke mededinging, marktpraktijken en voorlichting en bescherming van de consument.
De geschillen voortvloeiend uit het recht op vrije meningsuiting vallen niet onder de toepassing van dit hoofdstuk. ]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2013-12-15/51, art. 3, 010; Inwerkingtreding : 31-05-2014>
Titel 2. - [
1 Bepaalde regels in verband met het juridisch kader voor vertrouwensdiensten]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 3, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Hoofdstuk 1. - [
1 Toepassingsgebied]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 4, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.24. [
1 Deze titel voert de verordening 910/2014 uit.
§ 2. Deze titel legt bepaalde regels vast ter aanvulling van verordening 910/2014 in verband met het juridisch kader voor diensten van elektronische handtekening, elektronisch zegel, elektronische archivering, elektronische aangetekende zending en elektronische tijdstempel, verleend door een vertrouwensdienstverlener die in België gevestigd is, of voor een elektronische archiveringsdienst die voor eigen rekening door een openbare instantie of een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in België gevestigd is, wordt uitgebaat.
De bepalingen van deze titel gelden onverminderd de bepalingen van de archiefwet van 24 juni 1955.
§ 3. Bij toepassing van artikel 2, paragraaf 2, van verordening 910/2014 worden alle componenten die gebruikt worden voor elektronische handtekeningen, elektronische aangetekende zendingen, elektronische tijdstempel en elektronische archivering, die gratis of tegen betaling worden geleverd door een administratieve overheid in de zin van artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, in uitvoering van de opdrachten die hen zijn toevertrouwd door of krachtens een wet, uitgesloten van het toepassingsgebied van verordening 910/2014, van deze titel en van zijn bijlagen.
Echter, de artikelen 25, paragraaf 1, 41, paragraaf 1, en 43, paragraaf 1, van verordening 910/2014, zijn van toepassing op de componenten gebruikt voor elektronische handtekeningen, elektronische aangetekende zendingen en elektronische tijdstempel, als bedoeld in het eerste lid.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 5, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Hoofdstuk 2. [
1 Algemene principes]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 6, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.25.[
1 § 1. Behoudens andersluidende wettelijke bepalingen kan niemand verplicht worden rechtshandelingen te stellen via elektronische weg.
§ 2. De begrippen die in deze titel voorkomen en die niet in artikel I.18. worden vermeld, worden begrepen in de zin van de definities van artikel 3 van verordening 910/2014.
§ 3. Onverminderd de artikelen 1323 en volgende van het Burgerlijk Wetboek en de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de vertegenwoordiging van rechtspersonen, wordt een gekwalificeerd elektronisch zegel, aangewend in het kader van juridische akten die enkel door of tussen fysieke en/of rechtspersonen plaatsvinden die in België zijn gedomicilieerd of gevestigd, gelijkgesteld met de handgeschreven handtekening van de natuurlijke persoon die de rechtspersoon die het zegel heeft aangemaakt, vertegenwoordigt.
§ 4. Het rechtsgevolg van een elektronisch archief en de toelaatbaarheid ervan in juridische procedures als bewijsmiddel mag niet worden ontkend op grond van het enkele feit dat het archief elektronisch is of niet aan de eisen voor een gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst voldoet.
§ 5. Onder voorbehoud van de toepassing van bijzondere wettelijke of reglementaire eisen wordt, wanneer in een wettelijke of reglementaire tekst, uitdrukkelijk of stilzwijgend, een verplichting tot het bewaren van gegevens of documenten wordt opgelegd, aan deze verplichting geacht te zijn voldaan door gebruik te maken van een gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst.
Onder voorbehoud van de toepassing van bijzondere wettelijke of reglementaire eisen worden de elektronische gegevens die door middel van een gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst worden bewaard, geacht zo te zijn bewaard dat ze gevrijwaard worden tegen elke wijziging, behoudens wijzigingen betreffende de drager of het elektronische formaat ervan.
[
2 Onder voorbehoud van de toepassing van bijzondere wettelijke of reglementaire eisen wordt, wanneer in een wettelijke of reglementaire tekst, uitdrukkelijk een verplichting tot het bewaren van gegevens of documenten wordt opgelegd, gebruik gemaakt van een gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst, als de gebruiker van de dienst opteert voor de elektronische weg.]
2 § 6. Onder voorbehoud van de toepassing van bijzondere wettelijke of reglementaire eisen wordt een digitaal afschrift, gemaakt van een document op papieren drager, geacht een getrouw en duurzaam afschrift te zijn wanneer het gerealiseerd en bewaard wordt door middel van een gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst. In dat geval is de vernietiging van het papieren origineel toegelaten, onder voorbehoud van de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de bewaring en verwijdering van archieven van de openbare sector, in het bijzonder van artikel 5 van de archiefwet van 24 juni 1955.
§ 7. Onder voorbehoud van de toepassing van bijzondere wettelijke of reglementaire eisen wordt, wanneer in een wettelijke of reglementaire tekst, uitdrukkelijk of stilzwijgend, een aangetekende zending wordt opgelegd, geacht aan deze verplichting te zijn voldaan door gebruik te maken van een dienst van gekwalificeerde elektronische aangetekende zending.
[
2 Onder voorbehoud van de toepassing van bijzondere wettelijke of reglementaire eisen wordt, wanneer in een wettelijke of reglementaire tekst, uitdrukkelijk een aangetekende zending wordt opgelegd, gebruik gemaakt van een gekwalificeerde dienst van elektronische aangetekende zending, als de gebruiker van de dienst opteert voor de elektronische weg.]
2 § 8. Onder voorbehoud van de toepassing van bijzondere wettelijke of reglementaire eisen wordt, wanneer in een wettelijke of reglementaire tekst, uitdrukkelijk of stilzwijgend, een verplichting tot datering van gegevens of documenten wordt opgelegd, geacht aan deze verplichting te zijn voldaan door gebruik te maken van een gekwalificeerde dienst van elektronische tijdstempel.
[
2 Onder voorbehoud van de toepassing van bijzondere wettelijke of reglementaire eisen wordt, wanneer in een wettelijke of reglementaire tekst, uitdrukkelijk een verplichting tot datering van gegevens of documenten wordt opgelegd, gebruik gemaakt van een gekwalificeerde dienst van elektronische tijdstempel, als de gebruiker van de dienst opteert voor de elektronische weg.]
2 § 9. Een vertrouwensdienstverlener kan op geen enkel moment rechtstreeks of onrechtstreeks laten verstaan dat hij een gekwalificeerde vertrouwensdienst verleent als hij zich niet houdt aan de bepalingen van verordening 910/2014, de bepalingen van deze titel en deze van zijn bijlagen, met betrekking tot deze diensten.
§ 10. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 1328 van het Burgerlijk Wetboek mag een verlener van een dienst van gekwalificeerde of niet gekwalificeerde elektronische tijdstempel op geen enkel moment, rechtstreeks of onrechtstreeks, laten verstaan dat zijn dienst een vaste dagtekening verleent.
§ 11. De elektronische handtekening van de certificaathouder kan worden gematerialiseerd in een equivalent dat voldoet aan de eisen van artikel 26 van verordening 910/2014.
§ 12. Het elektronische zegel van de certificaathouder kan worden gematerialiseerd in een equivalent dat voldoet aan de eisen van artikel 36 van verordening 910/2014.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 7, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
(
2)<W
2016-07-21/40, art. 7, 037; Inwerkingtreding : onbepaald (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.26. [
1 Onverminderd andere wettelijke of reglementaire bepalingen is de vertrouwensdienstverlener die het certificaat van elektronische handtekening heeft afgegeven ertoe gehouden, wanneer de houder van het certificaat een pseudoniem gebruikt, de gegevens betreffende de identiteit van de titularis waarover hij beschikt en die nodig zijn voor het opsporen en vaststellen van inbreuken, mee te delen aan de bevoegde administratieve of gerechtelijke overheden, wanneer zij daarom verzoeken.
Een in België gevestigde houder van het gekwalificeerde certificaat voor elektronisch zegel stelt de noodzakelijke maatregelen in werking om de naam, de hoedanigheid en de volmachten van de natuurlijke persoon die de rechtspersoon vertegenwoordigt en die praktisch gebruik maakt van het gekwalificeerde elektronische zegel, te kunnen weergeven zodanig dat telkens dat zegel gebruikt wordt, de titularis en, desgevallend, de bevoegde administratieve of gerechtelijke overheden die in het kader van het opsporen en vaststellen van inbreuken optreden, de identiteit en de vertegenwoordigingsvolmachten van de natuurlijke persoon kunnen vaststellen.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 8, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Hoofdstuk 3. - [
1 Eisen voor elektronische archiveringsdiensten]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 9, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.27. [
1 Een verlener van elektronische archiveringsdiensten voldoet aan de bepalingen van verordening 910/2014 die van toepassing zijn op de niet-gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 10, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.28. [
1 § 1. Een gekwalificeerde verlener van elektronische archiveringsdiensten en een openbare instantie of een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die voor eigen rekening een gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst uitbaat, voldoen aan de bepalingen van verordening 910/2014 die van toepassing zijn op de gekwalificeerde verleners van vertrouwensdiensten en aan de eisen bedoeld in deze titel en in zijn bijlage I.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1, wordt een openbare instantie of een natuurlijke persoon of rechtspersoon die voor eigen rekening een gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst uitbaat, vrijgesteld van de eisen bedoeld in de artikelen 20, paragraaf 1, 21 en 24, paragraaf 2, a), d) en i) van verordening 910/2014, evenals van de eisen bedoeld in de bepalingen onder e), i), j) en k) van bijlage I van deze titel. Wel moet aan het toezichthoudend orgaan, alvorens met de uitbating van de dienst begonnen wordt, volgende informatie worden verstrekt :
1° naam of firmanaam;
2° geografisch adres waar de dienst gevestigd of gedomicilieerd is;
3° contactgegevens waarmee hij snel kan worden gecontacteerd, met inbegrip van het elektronische postadres;
4° ondernemingsnummer;
5° een evaluatieverslag opgemaakt op eigen kosten door een conformiteitsbeoordelingsinstantie, waarin wordt bevestigd dat aan de eisen van verordening 910/2014, van deze titel en van bijlage I is voldaan.
Het toezichthoudend orgaan levert een ontvangstbewijs af binnen de vijf werkdagen nadat de informatie ontvangen werd. Als hij zulks nuttig acht, kan het toezichthoudend orgaan op basis van het evaluatieverslag overgaan tot een controle.
§ 3. Onverminderd artikel 34, paragraaf 2, van verordening 910/2014, kan de Koning de referentienummers vaststellen voor normen inzake de gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst. Indien de gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst aan die normen voldoen, wordt aangenomen dat er overeenstemming is met alle of een deel van de in deze titel en in zijn bijlage I vastgestelde eisen. Desgevallend specifieert de Koning de eisen waarvan wordt aangenomen dat ze voldoen.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 11, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.29. [
1 Artikel 13 van verordening 910/2014 is van toepassing op de verlener van gekwalificeerde en van niet gekwalificeerde elektronische archiveringsdiensten omwille van een tekortkoming aan de verplichtingen bepaald in verordening 910/2014, in deze titel en in zijn bijlage I.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 12, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Hoofdstuk 4. - [
1 Eisen betreffende de diensten van gekwalificeerde elektronische aangetekende zending]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 13, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.30. [
1 Onverminderd de bepalingen van verordening 910/2014 van toepassing op de gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten en op de gekwalificeerde dienst van elektronische aangetekende zending, voldoet de gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten die een dienst van elektronische aangetekende zending aanbiedt, aan de eisen van bijlage II van deze titel.
Onverminderd de normen die eventueel worden vastgesteld door de Commissie in overeenkomst met het artikel 44, paragraaf 2, van verordening 910/2014, kan de Koning bijkomende eisen aan deze bedoeld in bijlage II opleggen en de referentienummers vaststellen voor de normen inzake de gekwalificeerde dienst van elektronische aangetekende zending. Als de gekwalificeerde dienst van elektronische aangetekende zending aan deze normen voldoet, wordt aangenomen dat er overeenstemming is met alle of een deel van de in deze titel en in zijn bijlage II vastgestelde eisen. Desgevallend specifieert de Koning de eisen waarvan wordt aangenomen dat ze voldoen.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 14, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Hoofdstuk 5. - [
1 Intrekking, schorsing en verval van de gekwalificeerde certificaten van elektronische handtekening en van elektronisch zegel]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 15, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.31. [
1 Onverminderd de artikelen 24, paragraaf 3, 24, paragraaf 4, 28, paragraaf 4 en 38, paragraaf 4, van verordening 910/2014 trekt een gekwalificeerd vertrouwensdienstverlener die gekwalificeerde certificaten aflevert, een gekwalificeerd certificaat in indien :
1° de titularis van het certificaat, die op voorhand wordt geïdentificeerd, dat vraagt;
2° er ernstige redenen bestaan om aan te nemen dat het certificaat werd afgegeven op basis van foutieve of vervalste gegevens, dat de in het certificaat opgenomen informatie niet meer met de werkelijkheid overeenstemt of dat de vertrouwelijkheid van de gegevens voor het aanmaken van een elektronische handtekening of een elektronisch zegel werd geschonden;
3° de rechtbanken de maatregelen hebben bevolen bepaald in artikel XV.26, § 4;
4° de gekwalificeerde vertrouwensdienstverlener zijn activiteiten stopzet zonder dat deze in hun totaliteit worden overgenomen door een andere gekwalificeerde vertrouwensdienstverlener die een gelijkwaardig kwaliteits- en veiligheidsniveau waarborgt;
5° de gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten op de hoogte gebracht wordt van het overlijden van de natuurlijke persoon of van de ontbinding van de rechtspersoon die certificaathouder is, na de juistheid van die informatie te hebben geverifieerd.
De gekwalificeerde verlener van vertrouwensdiensten brengt de certificaathouder op de hoogte van de intrekking en motiveert zijn beslissing, behalve indien deze plaatsvond op verzoek van de certificaathouder of bij zijn overlijden of ontbinding.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 16, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.32. [
1 Wanneer er ernstige twijfels bestaan over het behoud van de vertrouwelijkheid van de gegevens voor het aanmaken van een elektronische handtekening of elektronisch zegel of wanneer de in het certificaat opgenomen gegevens niet meer met de werkelijkheid overeenstemmen, dient de houder het certificaat in te trekken.
Wanneer een certificaat van elektronische handtekening of van elektronisch zegel vervalt of ingetrokken wordt, mag de houder na de vervaldatum van het certificaat of na intrekking geen gebruik meer maken van de overeenkomstige gegevens voor het aanmaken van een elektronische handtekening of een elektronisch zegel of om deze gegevens te ondertekenen of te laten certificeren door een andere vertrouwensdienstverlener.
Een maand voor het verval van een gekwalificeerd certificaat brengt de gekwalificeerde vertrouwensdienstverlener de certificaathouder hiervan op de hoogte.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 17, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.33. [
1 Onder voorbehoud van de eisen van de artikelen 28, paragraaf 5 en 38, paragraaf 5, van verordening 910/2014, kan een gekwalificeerde vertrouwensdienstverlener die gekwalificeerde certificaten aflevert een procedure invoeren voor tijdelijke schorsing van de certificaten die hij aflevert.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 18, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Hoofdstuk 6. - [
1 De vertrouwende partijen van een gekwalificeerde elektronische handtekening of van een gekwalificeerd elektronisch zegel]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 19, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)
Hoofdstuk 7. [
1 Stopzetting van de activiteiten van een gekwalificeerde vertrouwensdienstverlener die een of meer gekwalificeerde vertrouwensdiensten verleent]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 22, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.36. [
1 Onverminderd de artikelen 17, paragraaf 4, punt i) en 24, paragraaf 2, punten h) en i) van verordening 910/2014 moet een gekwalificeerde vertrouwensdienstverlener die een of meer gekwalificeerde vertrouwensdiensten verleent, het Toezichthoudend orgaan binnen een redelijke termijn op de hoogte brengen van zijn bedoeling om ten minste één van zijn activiteiten stop te zetten alsook van elke maatregel die of elk feit dat de stopzetting van ten minste één van zijn activiteiten tot gevolg kan hebben. In dat geval dient hij de overname ervan te betrachten door een andere gekwalificeerde vertrouwensdienstverlener.
Wanneer de overname van de activiteiten die bestaan in het afleveren van gekwalificeerde certificaten niet mogelijk is, trekt de dienstverlener de certificaten in twee maanden na de houders erover te hebben ingelicht en brengt hij hen op de hoogte van de maatregelen om te voldoen aan de verplichting bepaald in artikel 24, paragraaf 2, punt h) van verordening 910/2014.
Wanneer de overname van de activiteiten bestaande uit een gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst niet mogelijk is, licht de dienstverlener onverwijld de gebruikers van zijn dienst in over de datum van stopzetting van de activiteiten alsook van de maatregelen om te voldoen aan de verplichting bepaald in artikel 24, paragraaf 2, punt h) van verordening 910/2014 en biedt hen de mogelijkheid de gegevensbestanden binnen de drie maanden en zonder bijkomende kosten over te dragen naar een andere gekwalificeerde vertrouwensdienstverlener, dan wel zich de gegevens in overeenstemming met artikel XII.38. te laten terugbezorgen.
Wanneer de overname van de activiteiten bestaande uit een dienst van gekwalificeerde elektronische aangetekende zending niet mogelijk is, licht de dienstverlener onverwijld de gebruikers van zijn dienst in over de datum van stopzetting van de activiteiten, alsook over de maatregelen genomen om te voldoen aan de verplichting bedoeld in artikel 24, paragraaf 2, punt h) van verordening 910/2014 en zorgt hij ervoor dat alle verzendingen die voor deze stopzetting werden uitgevoerd, worden doorgestuurd naar de bestemmelingen van de dienst.
Wanneer de overname van de activiteiten bestaande uit een gekwalificeerde dienst van elektronische tijdstempel niet mogelijk is, licht de dienstverlener onverwijld de gebruikers van zijn dienst in over de datum van stopzetting van de activiteiten alsook van de maatregelen genomen om te voldoen aan de verplichting bedoeld in artikel 24, paragraaf 2, punt h) van verordening 910/2014.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 23, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.37. [
1 Een gekwalificeerde vertrouwensdienstverlener die zijn activiteiten stopzet om redenen buiten zijn wil of in geval van faillissement, brengt het Toezichthoudend orgaan daarvan onmiddellijk op de hoogte. Hij licht de gebruikers van de diensten in over de maatregelen genomen om te voldoen aan de in artikel 24, paragraaf 2, punt h) van verordening 910/2014 bepaalde verplichting en gaat desgevallend over tot de intrekking van de gekwalificeerde certificaten.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 24, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.38. [
1 § 1. Bij de beëindiging van het contract betreffende de gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst, om welke reden ook, kan de verlener van een gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst tegenover de gebruiker van de dienst geen retentierecht op de gegevens aanvoeren.
§ 2. Bij de beëindiging van het contract betreffende de gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst, om welke reden ook, vraagt de verlener van een gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst in een aangetekende zending, gericht aan de gebruiker van de dienst, wat er dient te gebeuren met de gegevens die hem werden toevertrouwd.
Bij gebreke van antwoord van de gebruiker van de dienst binnen de drie maanden na de in het eerste lid bedoelde vraag, kan de dienstverlener overgaan tot vernietiging van de gegevens, behoudens uitdrukkelijk verbod van een gerechtelijke overheid of een bevoegd bestuur en onder voorbehoud van de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de bewaring en verwijdering van archieven van de openbare sector, in het bijzonder van artikel 5 van de archiefwet van 24 juni 1955.
Wanneer de gebruiker van de dienst vraagt om de gegevens terug te bezorgen of over te dragen naar een andere dienstverlener, bezorgt de dienstverlener de gegevens alsook de informatie bedoeld in artikel 24, paragraaf 2, punt h) van verordening 910/2014 desgevallend terug aan de gebruiker van de dienst of draagt ze over naar de andere aangewezen dienstverlener, binnen een redelijke termijn en in een leesbare en bruikbare vorm, overeengekomen met de gebruiker van de dienst of met de nieuwe dienstverlener, met instemming van de gebruiker van de dienst.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. 25, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.N1. [
1 BIJLAGE I
Eisen betreffende gekwalificeerde elektronische archiveringsdiensten
Onverminderd de bepalingen van verordening 910/2014 die van toepassing zijn op de gekwalificeerde vertrouwensdienstverlener, moet de in België gevestigde gekwalificeerde vertrouwensdienstverlener die een gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst aanbiedt :
a) zich, in voorkomend geval, houden aan de artikelen 34 en 40 van verordening 910/2014;
b) zich ervan weerhouden om gegevens die hem zijn toevertrouwd voor andere gevallen te gebruiken dan deze opgesomd onder de punten b), c), d) en e) van artikel 5 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;
c) de noodzakelijke maatregelen treffen, rekening houdend met de stand van de techniek, voor het leesbaar houden van de gegevens tenminste tijdens de wettelijk of reglementair opgelegde dan wel de contractueel overeengekomen duur;
d) de noodzakelijke middelen aanwenden, rekening houdend met de stand van de techniek om de integriteit en authenticiteit van de bewaarde elektronische gegevens te bewaren en om iedere verandering van de bewaarde elektronische gegevens tijdens de bewaring, het consulteren of het overbrengen te vermijden, onder voorbehoud van de veranderingen betreffende de drager of het elektronische formaat van de gegevens die nodig zijn voor de uitvoering van hun dienst;
e) op verzoek van de afnemer van de dienst binnen een redelijke termijn de hem door de gebruiker van de dienst opgegeven gegevens aan deze laatste terug te geven in een leesbare en bruikbare vorm, overeengekomen met de afnemer;
f) ervoor zorgen dat het proces van vrijwillige vernietiging van de bewaarde gegevens het niet mogelijk maakt om ze volledig of gedeeltelijk te herstellen;
g) gebruik maken van een gekwalificeerde elektronische tijdstempel telkens wanneer de datum en/of het uur moet worden vastgesteld;
h) bij het inscannen van papieren originelen :
1° gebruik maken van een systeem, materiaal en procedures die een getrouwe, duurzame en volledige reproductie van het papieren document garanderen,
2° tijdens de inscanningsprocedure de kwaliteit en de getrouwheid van de digitale kopieën stipt en regelmatig toetsen aan het papieren origineel,
3° overgaan tot een systematische en volledige registratie en klassering van de gegevens,
4° een systeem van beschrijving van de gescande dossiers en documenten gebruiken waarbij minstens volgende inlichtingen zijn vermeld:
- de naam van het dossier of van het document,
- de identificatiecode,
- de auteur,
- de beschrijving,
- de datum,
- de bewaartermijn,
- de definitieve bestemming, namelijk de permanente bewaring of de vernietiging,
- het formaat van het document.
5° de volgende gegevens betreffende de digitaliseringsprocedure zolang als de digitale kopie zelf en met dezelfde garanties bewaren :
- de identiteit van de verantwoordelijke van de digitalisering en van de uitvoerder ervan,
- de aard en het voorwerp van de gedigitaliseerde documenten,
- de datering van alle relevante verrichtingen,
- de verslagen van de eventuele storingen vastgesteld tijdens de digitalisering,
- de documenten met betrekking tot het digitaliseringsbeleid en de gebruikte systemen en materiaal;
i) de gebruikers van hun dienst, alvorens het contract gesloten wordt en tijdens de ganse duur ervan, gemakkelijke en rechtstreekse toegang bieden tot de volgende informatie die duidelijk en begrijpelijk moet zijn geformuleerd :
1° de precieze wijzen en voorwaarden voor het gebruik van zijn diensten,
2° de werking en toegankelijkheid van hun diensten,
3° de maatregelen die hij inzake beveiliging neemt,
4° de kennisgevingsprocedure inzake incidenten, klachten en geschillenregeling,
5° de garanties die hij biedt,
6° de draagwijdte van zijn aansprakelijkheid en de eventuele limieten,
7° in voorkomende geval, het bestaan van een verzekeringsdekking en de omvang ervan,
8° de duur van het contract en de wijzen om het te beëindigen,
9° de rechtsgevolgen die aan zijn dienst verbonden zijn;
j) blijk geven van onpartijdigheid ten aanzien van de gebruikers van zijn dienst en van derden;
k) over voldoende financiële middelen beschikken om de dienst conform de eisen gesteld in verordening 910/2014, in titel 2 van boek XII en in deze bijlage te kunnen aanbieden, in het bijzonder om de schadeverantwoordelijkheid aan te kunnen door bijvoorbeeld een geschikte verzekering af te sluiten.
Een overheidsinstantie of een natuurlijke persoon of rechtspersoon die voor eigen rekening een gekwalificeerde elektronische archiveringsdienst uitbaat, houdt zich aan de bepalingen van deze bijlage met uitzondering van e), i), j) en k).]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. N1, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06, art. 1)>
Art. XII.N2. [
1 BIJLAGE II
Eisen betreffende de gekwalificeerde dienst van elektronische aangetekende zending.
De hybride aangetekende zending.
De gekwalificeerde verlener van een elektronische aangetekende zending kan op vraag van de afzender de aangetekende zending materialiseren in papiervorm en hem dan onder omslag steken.
In voorkomend geval overhandigt de dienstverlener de gematerialiseerde elektronische zending aan een postdienstverlener, ten laatste op de werkdag volgend op de deponering van de gekwalificeerde elektronische aangetekende zending. De postdienstverlener is in het bezit van een vergunning toegekend door het BIPT op grond van de toepasselijke reglementaire bepalingen.
De dienstverlener moet de afzender informeren over de datum waarop de verzending fysiek bij de postdienstverlener werd gedeponeerd.
De datum op het bericht van de elektronische aangetekende zending, wordt gelijkgesteld met de datum van de deponering van het aangetekend schrijven bij de postdienstverlener voor zover de verzending niet meer door de verzender kan gewijzigd of geannuleerd worden. De datum op het bericht van de elektronische aangetekende zending, moet eveneens op of in de gematerialiseerde verzending voorkomen.
De dienstverlener bewaart de bewijzen van de deponering van de verzendingen bij de postoperator gedurende vijf jaar.
De verzender moet in de dienstvoorwaarden duidelijk worden ingelicht over de aansprakelijkheidsverdeling tussen de gekwalificeerde verlener van een dienst van elektronische aangetekende zending en de postdienstverlener.]
1 ----------
(
1)<Ingevoegd bij W
2016-07-21/40, art. N2, 037; Inwerkingtreding : 28-09-2016 (KB
2016-09-14/06