"Grooming" is de naam van het seksueel misdrijf dat erin bestaat minderjarigen, te benaderen te contacteren en met hen een vertrouwensrelatie op te bouwen in de betrachting om seksueel misbruik mogelijk te maken.
uittreksel uit het strafwetboek 1867:
Art. 417/24. [1 Benaderen van een minderjarige voor seksuele doeleinden
Benaderen van een minderjarige voor seksuele doeleinden is het aan een minderjarige een voorstel tot ontmoeting doen, op welke manier dan ook, met het oogmerk om een misdrijf te plegen bedoeld in dit hoofdstuk, voor zover dit voorstel is gevolgd door materiële handelingen die tot een dergelijke ontmoeting kunnen leiden.
Dit misdrijf wordt bestraft met gevangenisstraf van drie jaar tot vijf jaar.]1
----------
(1)<Ingevoegd bij W 2022-03-21/01, art. 29, 148; Inwerkingtreding : 01-06-2022>
Let wel:
Art. 151. Sw 2024 Benaderen van een minderjarige voor seksuele doeleinden (in werking 8 april 2026) stelt:
“Benaderen van een minderjarige voor seksuele doeleinden is het aan een minderjarige een voorstel tot ontmoeting doen, op welke manier dan ook, met het oogmerk om een misdrijf te plegen bedoeld in dit hoofdstuk, voor zover dit voorstel is gevolgd door materiële handelingen die tot een dergelijke ontmoeting kunnen leiden.
Dit misdrijf wordt bestraft met een straf van niveau 3.”
Commentaar:
Het artikel 377quater Sw. 1867 heeft alleen betrekking op het lokken van kinderen d.m.v. informatie- en communicatietechnologie.
In het Sw. 2024 wordt het benaderen van minderjarigen uitgebreid tot een voorstel tot ontmoeting “op welke manier ook”.
De omschrijving van grooming als autonoom misdrijf en als verzwarende omstandigheid is in het Sw. 2024 niet helemaal gelijklopend, zoals dit ook in het Strafwetboek 1867 niet het geval is.
In het Sw. 2024 werd geopteerd voor het behoud van zowel het autonoom misdrijf als van de verzwarende omstandigheid (voorzien in afdeling 1, 2 en 3). Het autonoom misdrijf van grooming is voltooid wanneer het voorstel tot ontmoeting wordt geformuleerd en wordt gevolgd door materiële handelingen die tot een dergelijke ontmoeting leiden. Er moet evenwel geen daadwerkelijke ontmoeting zijn geweest. M.b.t. de grooming als verzwarende omstandigheid wordt geen gewag gemaakt van “een voorstel tot ontmoeting”, doch wel van een “benadering” van het slachtoffer door de dader. Onder “benadering” moet worden begrepen het op enigerlei wijze benaderen en voorbereiden van de minderjarige om zijn vertrouwen te winnen teneinde vervolgens te kunnen overgaan tot het plegen van een seksueel misdrijf.
De grooming als verzwarende omstandigheid viseert dus mogelijks meer gedragingen. Het kan wel zijn dat in een concreet geval de gedraging zowel ressorteert onder de grooming als autonoom misdrijf als onder de verzwarende omstandigheid. We hebben dan te maken met een samenloopsituatie.
Om het misdrijf grooming te weerhouden is het niet noodzakelijk dat deze ontmoeting ook daadwerkelijk plaatsvindt.
In het geval van grooming moet het voorstel tot ontmoeting gevolgd zijn door materiële handelingen die tot de ontmoeting kunnen leiden (bijvoorbeeld de aankoop van een treinkaartje om naar de met de minderjarige afgesproken ontmoeting te gaan). Dit is een materieel element van het misdrijf dat moet worden vastgesteld.
In dit geval is het echter voldoende om te bewijzen dat de dader verduidelijkende vragen stelde op het forum waar de inhoud werd gepost, op een manier die duidelijk maakt dat de dader voorbereidingen trof om een seksueel misdrijf tegenover een minderjarige te plegen. De toelichting op p. 80 verwijst naar de antiterrorismewetgeving die door het Grondwettelijk Hof is bekrachtigd. Het doel van de regering is om de vrijheid van meningsuiting te respecteren en het strafbare feit te definiëren in termen die voldoende duidelijk en nauwkeurig zijn, zodat iedereen kan weten of zijn gedrag een strafbaar feit vormt.