Preview
Bespreking van dit werk door de uitgever:
De Wet van 6 januari 2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden heeft observatie, infiltratie en informantenwerking in het Wetboek van Strafvordering ingevoerd. Tegelijk werden ook de toepassingsvoorwaarden en modaliteiten voor het onderscheppen en lezen van post, het inwinnen van bankgegevens, de inkijkoperatie, de uitgestelde tussenkomst en het direct afluisteren wettelijk geregeld.
Dit boek behelst een kritische analyse van de krachtlijnen van de wet en een grondige studie van de regeling van deze "nieuwe" onderzoeksmethoden. Zo blijken het vertrouwelijk dossier en de wettigheidscontrole op de aanwending van deze onderzoeksmethoden nogal wat vragen op te roepen naar hun overeenstemming met het E.V.R.M.
Dit qua omvang gemakkelijke te hanteren werk richt zich tot advocaten, magistraten, politieambtenaren, praktijkjuristen, academici en eenieder die interesse heeft in de thematiek van de bijzondere opsporingsmethoden.
Rechtspraak:ivm met deze publicatie
Hof van Cassatie, 2e Kamer – 14 september 2010, RW 2011-2012, 1670
Samenvatttting
Binnen haar in art. 235ter Sv. duidelijk afgelijnde bevoegdheid onderzoekt de K.I. enkel middels het vertrouwelijke dossier of de grondrechten van de inverdenkinggestelde bij de aanwending van de ...