Op 3 juli 1941 besliste de Raad van de Orde van Advocaten te Antwerpen, unaniem, 17 joodse advocaten van de rol -- het tableau -- en de lijst der stagiairs weg te laten. Hierdoor konden deze confraters hun beroep niet meer uitoefenen.
Nooit kunnen we aanvaarden noch goedpraten dat een orde van advocaten een dergelijke beslissing heeft genomen. Of zij hadden kunnen verhinderen dat deze joodse advocaten verhinderd werden in hun beroep is een andere discussie. Dat de orde en niet de Nazi's deze beslissing hebben genomen blijft onvergeeflijk. Dienden de Antwerpse confraters heldenmoed te vertonen? Dit laten we in het midden. Maar dat de confraterniteit aan een balie ervoor had moeten zorgen dat deze confraters in veiligheid werden gebracht en ondergedoken nuttig en verloond werk konden leveren staat buiten kijf.
Elf van de zeventien advocaten waren reeds gevlucht of ondergedoken op het ogenblik van de schrapping.
Twee van onze confraters kwamen om.
• August Roost werd in Nice in 1943 opgepakt door de Gestapo en stierf in een concentratiekamp
• Marcel Laufer, was een jonge advocaat-stagiair die nog inwoonde bij zijn ouders. Hij was pas zoals elke jonge stagiair enthousiast beginnen te werken net toen het beroepsverbod werd uitgevaardigd. Hij stierf in Auschwitz.
In het Joods Museum van Deportatie en Verzet in Mechelen is nog steeds het afscheidsbriefje als stille getuigenis, briefje dat hij uit een trein wierp, op weg naar Auschwitz.
Onze confrater Michel Liverant sloot zich aan bij het verzet, hij werd opgepakt en stierf in een cel in Neuengamme.
Onze confrater Marcel Roost sloot zich in Engeland aan bij de Intelligence Service en werd boven België gedropt voor geheime operaties. Hij overleefde de oorlog en was de patron van Oud-Stafhouder en Oud SP Voorzitter Fred Erdman.
Dat advocaten in Antwerpen andere keuzes hadden blijkt uit de enkele Antwerpse advocaten die actief waren n het verzet.
Had de Antwerpse balie een andere keuze. Natuurlijk. Reeds in januari 1941 kregen de Antwerpse advocaten een beroepsverbod opgelegd. Dit verbod werd opgelegd door de bezetter en niet door de balie. Er was dus geen noodzaak om hen formeel nog eens te schrappen bij een beslissing van de Orde. Aanvankelijk weigerde de Antwerpse Orde van advocaten de Joodse confraters te schrappen. De VNV-gouwleider Jan Timmermans (in 1944 burgemeester van Antwerpen) zette de Gruppe Justiz Wilhelm von Randenborg ertoe aan de stafhouder te verplichten de Joodse advocaten te schrappen als hij geen represailles tegen de hele balie wilde. De stafhouder had kunnen weigeren. Hij had ook tot schrapping kunnen overgaan, nu deze beslissing geen rechtskracht heeft en enkele de orde hiertoe bevoegd was en de orde een geheim besluit had kunnen nemen. Maar de stafhouder en orde hadden ook hun orde kunnen ontbinden, of de beslissing aan de bezetter overlaten. Er waren nog tientallen andere mogelijkheden.
De stelling dat de balie onder dwang stond is niets anders dan het falende verweer "bevel is bevel". Hadden ze onze confraters ook doodgeschoten op bevel? De toga staat symbool voor de eer en de waardigheid van de advocaat. Welnu de Antwerpse balie heeft haar confraters als mens en als advocaat geworgd en in de steek gelaten en hun toga's verbrand. Geen enkel bewijs werd tot op de dag van vandaag teruggevonden dat 1 Antwerpse confrater 1 Joodse confrater tijdens de bezetting heeft geholpen met onderdak, veiligheid, inkomen, voedsel.
Nooit mogen we vergeten dat een unanieme antisemitisme werd bedreven door een orde van advocaten.. Dat de Joodse gemeenschap in de Antwerpse advocatuur nog steeds geen vertrouwen heeft is dan ook begrijpelijk. Onbegrijpelijk wordt het wanneer in een voorstelling van de balie nog recent anti-Joodse moppen werden ten beste gegeven. Dit was de perceptie bij een aantal van onze Joodse medeburgers. De advocaat-stagiaires hadden de GASboetes gelinkt aan een speech van de fuhrer door de politierechtbank dan weer te linken aan de GASkamer. De joodse humor is verfijnd en zelfs gelardeerd met zelfspot, maar de Antwerpse balie dient zich zeker hiervan nog heel lang te onthouden en voorzichtig te zijn. Onze Joodse confraters kregen van de stafhouder een excuus waarmee het incident kan gesloten worden Dat de Antwerpse advocaten aanvankelijk niet welkom waren in de Dossinkazerne te Mechelen op een tentoonstelling over jodendeportatie is meer dan begrijpelijk en gaat niet zo zeer terug op de misplaatste mop alleen, maar dient gezien in het licht van de voorgeschiedenis van de Antwerpse balie tegenover de Joodse advocaten.
En wie durft stellen dat antisemitisme tot de geschiedenis behoort kent noch Antwerpen, noch Brussel, noch de huidige wereld. Vergeten we niet dat de eerste aanslag van IS ter wereld, buiten het Midden-Oosten, de moord in het Joodse museum te Brussel was.