"Art. 5.2 De natuurlijke verbintenis is een verbintenis waarvan de uitvoering niet kan worden afgedwongen.
De erkenning, zonder vergissing of dwang, van een natuurlijke verbintenis doet een verbintenis ontstaan."
Uittreksel uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel houdende Boek 5 “Verbintenissen” van het Burgerlijk Wetboek
Het eerste lid bevestigt dat de natuurlijke verbintenis geen enkel juridisch afdwingbaar karakter heeft (K. WILLEMS, De natuurlijke verbintenis, Brugge, die Keure, 2012, 558 p.; W. VAN GERVEN en A. VAN OEVELEN, 2015, blz. 263 e.v.; P. VAN OMMESLAGHE, II, blz. 1039 e.v.; P. WÉRY, Précis, II, 2016, nr. 9 e.v.). Zij kan enkel op vrijwillige wijze door de schuldenaar worden nagekomen. Derhalve kan de schuldeiser haar uitvoering niet opeisen. De vaakst voorkomende natuurlijke verbintenissen zijn morele plichten “die algemeen aanvaard zijn in onze maatschappij en voldoende gebiedend zijn opdat ze zich zouden kunnen vertalen in een burgerlijke verbintenis zodra zij door de schuldenaar worden uitgevoerd of door hem worden erkend” (vertaling van: P. VAN OMMESLAGHE, “Examen de jurisprudence. Les obligations (1968-1973)”, R.C.J.B., 1975, blz. 625). Volgens recente rechtspraak van het Hof van Cassatie blijft de verjaarde verbintenis bovendien bestaan als een natuurlijke verbintenis (Cass., 14 mei 1992, Pas., 1992, I, blz. 798; Cass., 6 maart 2006, R.G.D.C./T.B.B.R., 2008, blz. 343).
Het tweede en het derde lid bevatten de gevolgen. De betaling van de natuurlijke verbintenis kan niet als grondslag dienen voor een vordering tot teruggave. Bovendien moet de betaling vrijwillig en met volle kennis van zaken zijn verricht. De schuldenaar kan zich laten teruggeven wat hij door dwaling of onder dwang heeft gestort (S. STIJNS, D. VAN GERVEN en P. WÉRY, “Chronique”, J.T., 1996, blz. 690 (met verwijzing naar Cass., 24 september 1981, Pas., 1982, I, blz. 152, J.T.T., 1983, blz. 143, R.W., 1982-1983, kol. 1051, noot – betreffende een onder dwang verrichte betaling – en naar Bergen, 21 maart 1989, Rev. not. belge, 1989, blz. 527 – door dwaling verrichte betaling –; Cass., 29 november 2013, Pas., nr. 649). Zoals aangegeven in de toelichting bij artikel 5 133, 3°, stemmen dwaling en dwang in de rechtspraak van het Hof van Cassatie die hier verankerd wordt, niet overeen met de wilsgebreken dwaling en geweld. Om elke verwarring te vermijden en in antwoord op de opmerkingen van de Raad van State, is de term “dwaling” vervangen door de term “vergissing”.
De erkenning van een natuurlijke verbintenis is onderhevig aan dezelfde regels als de betaling van een natuurlijke verbintenis.