Preview
Samenvatting van de uitgever (Larcier):
De rechtspleging in burgerrechtelijke zaken voor de jeugdrechtbanken en de jeugdkamers van de hoven van beroep wordt deels beheerst door gemeenrechtelijke procesregels vervat in het Gerechtelijk Wetboek, deels door bijzondere regels van rechtspleging zoals geregeld in de Jeugdbeschermingswet van 8 april 1965 die verantwoord zijn gelet op de specifieke opdracht van de jeugdrechter, ook in burgerrechtelijke zaken, en deels door aanvullende regels ingevoerd door de wet van 18 juli 2006 – ingelast in het Burgerlijk Wetboek – waarvan sommige enkel gelden voor de jeugdrechtbank en andere voor alle rechters die te maken kunnen hebben met de verblijfsregeling en het omgangsrecht, dus ook – maar niet uitsluitend – voor de jeugdgerechten.
In dit werk maakt de auteur een overzichtelijke analyse van dit kluwen van procedureregels, waarbij hij inzonderheid kon steunen op de rechtspraak van de jeugdkamers van de hoven van beroep.
Hij bespreekt achtereenvolgens de volstrekte en de territoriale bevoegdheid, de inleiding van de zaak met de problematiek van de samenhangende vorderingen en de tegenvorderingen voor de jeugdrechtbank, de behandeling van de zaak met de ...