Preview
Beschrijving van dit werk door de uitgever:
Het vennootschapsrecht werd de laatste decennia een bijna even rusteloze materie als het fiscaal recht. Sedert het Wetboek van vennootschappen, ingevoerd in 1999, werden 50 wetgevende akten goedschiks of kwaadschiks geïntegreerd.
In die omstandigheden is een goed handboek dat vertrekt vanuit de beginselen, en de toenemende Belgische en Europese regulering daarbinnen ordent, een baken van rust.
Met dit Algemeen Deel (II A) hebben de auteurs, die hun voetsporen in de praktijk en de theorie van dit rechtsdomein ruimschoots hebben verdiend, gepoogd zo’n ‘safe harbour’ te creëren. Na een inleiding over de geschiedenis, de verhouding tussen gemeen en vennootschapsrecht en de oprichtingsovereenkomst, volgen de deelneming aan de vennootschap, de vennootschap in het algemeen en de vennootschappelijke rechtspersoon in het bijzonder, met aandacht voor alle problemen en deelaspecten: de bestanddelen van de vennootschap (bv. doel, aard, vorm, winstoogmerk) en van de rechtspersoon (bv. bekwaamheid, zetel, naam), maar ook bestuur en vertegenwoordiging, jaarrekening en controle, toerekening, burgerlijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid, alsook ontbinding en vereffening. Tot slot volgen de maatschap, de stille vennootschap, de tijdelijke vennootschap, ...